Wat je niet moet zeggen tegen iemand met kanker

Patiënten met pas gediagnosticeerde kanker melden vaak een scala aan intense gevoelens, waarvan shock, angst en onzekerheid de meest voorkomende zijn. Volgens Cristiane Bergerot, psycho-oncoloog en leider van het multidisciplinaire team van Oncoclínicas&Co, "komt shock voor omdat de diagnose vaak onverwacht komt. Angst hangt samen met zowel de ziekte zelf als de behandeling en de mogelijke bijwerkingen ervan. Angst komt voort uit onzekerheid over de prognose, therapeutische opties en veranderingen in het dagelijks leven."
Daarnaast kunnen er ook gevoelens van verdriet en, in sommige gevallen, schuldgevoelens of woede ontstaan, afhankelijk van de individuele omstandigheden van de patiënt. "Het is essentieel om in deze periode psychosociale ondersteuning te bieden, de patiënt te helpen deze emoties te verwerken en strategieën te vinden om met de impact van de diagnose om te gaan", voegt ze eraan toe.
Naaste familieleden van een pas gediagnosticeerde kankerpatiënt ervaren ook een achtbaan van emoties. Tot de meest voorkomende gevoelens behoren angst, bezorgdheid en hulpeloosheid. Angst kan verband houden met zowel de mogelijkheid van verlies als de onzekerheden van de behandeling. Bezorgdheid, zoals Bergerot uitlegt, heeft te maken met praktische zaken, zoals het aanpassen aan de routine en het bieden van de nodige ondersteuning aan de patiënt. En het gevoel van hulpeloosheid ontstaat doordat men niet precies weet hoe men kan helpen.
"Veel familieleden geven aan zich schuldig te voelen omdat ze symptomen niet eerder opmerken of omdat ze niet meer tijd aan de patiënt kunnen besteden", aldus de specialist. Stress en emotionele overbelasting komen ook vaak voor, vooral bij primaire verzorgers. "Daarom is het essentieel om de familie te betrekken bij psychosociale ondersteuning en hen ondersteuning en begeleiding te bieden, zodat ze deze periode beter kunnen doorstaan", voegt Cristiane Bergerot, psycho-oncoloog bij Oncoclínicas&Co, eraan toe.
Weet wat u tegen iemand met kanker moet zeggen – en wat u beter niet kunt zeggen.
Veel patiënten melden dat ze zich ongemakkelijk voelen bij bepaalde uitspraken van vrienden, familie of collega's, zelfs als de intentie positief is. Uitdrukkingen als "niet huilen", "wees sterk" of "alles komt goed" kunnen onbedoeld de gevoelens van de patiënt bagatelliseren en hem het gevoel geven dat hij zijn emoties moet onderdrukken. Andere veelvoorkomende klachten zijn vergelijkingen met de gevallen van anderen, ongevraagde suggesties voor alternatieve behandelingen of opmerkingen als "je ziet er niet ziek uit".
Volgens de psycho-oncoloog kunnen deze uitspraken frustratie, isolatie of zelfs schuldgevoelens oproepen bij de patiënt, die het gevoel kan hebben dat hij of zij geen ruimte heeft om zijn of haar angsten en zorgen te uiten. "Idealiter is steun gebaseerd op empathisch luisteren, waarbij de situatie van de patiënt wordt gerespecteerd zonder de behoefte aan kant-en-klare antwoorden of directe oplossingen", adviseert ze. Hieronder geeft de specialist tips om de patiënt, of het nu een familielid of vriend is, in deze kwetsbare tijd te ondersteunen.
1. “Alles komt goed!”
Hoewel dit een optimistische uitspraak is, kan het ontmoedigend aanvoelen, omdat niemand de uitkomst van de behandeling kan garanderen. De patiënt kan het gevoel hebben dat zijn of haar zorgen niet serieus worden genomen. Probeer in plaats daarvan: "Ik ben er voor je, wat er ook gebeurt", een uitspraak die steun bekrachtigt zonder de onzekerheid te minimaliseren.
2. “Wees sterk!” of “Niet huilen!”
Het impliceert dat het uiten van emoties een teken van zwakte is, terwijl het in feite een natuurlijk en noodzakelijk proces is om met de diagnose, behandeling en prognose om te gaan. Het is beter om iets te zeggen als: "Als je wilt praten of je hart wilt luchten, ben ik er om te luisteren", een benadering die de gevoelens van de persoon valideert.
3. “Ik ken iemand die kanker heeft gehad en…” (volgt op een tragisch verhaal of een heel specifiek geval)
Vergelijkingen kunnen onnodige angst oproepen, vooral als de uitkomst niet positief is of als de situatie van de ander niet relevant is voor de casus. Wat dacht u van direct vragen naar de ervaring van de patiënt: "Hoe voelt u zich vandaag?"
4. “Je ziet er niet ziek uit!”
De bedoeling is misschien goed, maar het negeert onzichtbare symptomen zoals vermoeidheid, pijn en emotionele stress.
5. “Je moet positief zijn!”
Hoewel positief denken kan helpen, kan deze zin de patiënt onder druk zetten om zijn of haar angsten en zorgen te verbergen. Zeg in plaats daarvan: "Het is normaal om angst en onzekerheid te voelen. Je bent niet alleen."
6. “Heb je… [alternatieve behandeling] geprobeerd?”
Ongevraagde suggesties, vooral voor behandelingen zonder wetenschappelijk bewijs, kunnen de patiënt verwarren en overweldigen. Zeg in plaats daarvan iets als: "Als u wilt praten over uw behandeling of opties, luister ik graag", aangezien deze aanpak de autonomie van de patiënt respecteert.
7. “Alles gebeurt met een reden.”
Het kan ongevoelig klinken, omdat het suggereert dat de ziekte onderdeel is van een 'plan' en het lijden van de patiënt tenietdoet. De zin "Dit moet heel moeilijk voor je zijn. Als je steun nodig hebt, ben ik er voor je" kan empathie tonen voor de pijn van de patiënt.
8. "Als je iets nodig hebt, laat het me weten."
Kankerpatiënten hebben vaak behoefte aan praktische ondersteuning, maar aarzelen soms om erom te vragen. Bied daarom openlijk ondersteuning aan.
IstoÉ