Leeg Portugal, grondgebied en ecosystemen

Heeft het zin om ecosystemen te herstellen en te verbeteren zonder dat mensen daarbij betrokken zijn?
Eén ding is zeker: we leven in een land dat gekenmerkt wordt door een enorme demografische asymmetrie: de kustlijn wemelt van de mensen, in contrast met gebieden die steeds leger en ouder worden naarmate we de grens naderen. In een tijd waarin ecosysteemherstel en biodiversiteitsverbetering tot de meest noodzakelijke en waardevolle initiatieven behoren, zijn we blij te vernemen dat de bever is teruggekeerd, dat de lynxpopulatie is toegenomen, dat de regeneratie van de monniksgier succesvol is en zelfs de Beneden-Alentejo heeft bereikt, enzovoort. Maar de vraag blijft onbeantwoord: hoe zit het met de mens? Ecosystemen zonder mensen zijn voor mij zinloos. De nobele inspanning en kennis van regeneratief werk moeten de menselijke soort omvatten, die ook een natuurlijke soort is.
Hoe bevolken we dit lege gebied? Is er een manier om dat te doen?
Het onvoltooide gebied, de mensen die er niet thuishoren, is machtig, maar het is waar. Er is een stilzwijgend bedreigde soort die weinigen lijken op te merken: de menselijke bewoner. Degene die leeft, zorgt, cultiveert, herinneringen en verbeelding in zich draagt, zowel in het lichaam als in de plek. Wat blijft bestaan. Wat het landschap levend maakt. De afwezigheid van mensen, veel meer dan de afwezigheid van diensten, is de afwezigheid van de ziel van het gebied. Een ecosysteem zonder mensen is niet compleet. Een land zonder mensen in zijn velden, dorpen, steden en bergen is niet duurzaam; het is een modellandschap. We noemen het "Leeg Portugal", maar die uitdrukking is misleidend. Er is geen leegte, er is een discontinue aanwezigheid, er is gedwongen verlatenheid, er is een functionele onbalans. Wat dit gebied in werkelijkheid is, is een Portugal geamputeerd van stabiele menselijke verbindingen, een ruimte die niet alleen bevolking mist, maar ook een gevoel van collectieve zingeving. Ongeacht hoeveel programma's, financieringslijnen of vertogen over cohesie er worden gepresenteerd, de waarheid blijft: het overheidsbeleid heeft het gebied behandeld als een administratieve kaart, niet als een levend netwerk van relaties tussen mens en natuur. We verzamelen diagnoses, rapporten en strategieën, en er verandert niets. Er is een gebrek aan systemische visie en/of adequaat beleid. De instrumenten die we op het gebied toepassen, zijn vaak instrumenten van onteigening of compensatie, niet van regeneratie. We praten over mobiliteit, maar laten dorpen zonder vervoer. We praten over cohesie, maar centraliseren de besluitvorming. We praten over innovatie, maar leggen stedelijke modellen op aan landelijke gebieden. We praten over de toekomst, maar ontwerpen noodmaatregelen.
Het gevolg is duidelijk: het ontvolkte gebied is een leverancier van hulpbronnen geworden, zonder de macht om te beslissen hoe die gebruikt moeten worden. Het levert water, energie, ruimte en biodiversiteit, maar krijgt in ruil daarvoor geen basisrechten om waardig te leven: gezondheid, huisvesting, cultuur, onderwijs, mobiliteit. En bovenal respect. De klimaatcrisis, voedselsoevereiniteit en de energietransitie zijn allemaal afhankelijk van de vitaliteit van gebieden die nu als perifeer worden beschouwd. Veerkracht wordt niet opgebouwd in overvolle en afhankelijke centra. Het wordt opgebouwd in netwerken, op menselijke schaal, met functionele diversiteit en een verbondenheid met de omgeving.
Misschien is de fundamentele vraag wel deze: hoe kunnen we de omstandigheden creëren voor mensen die buiten de stedelijke centra willen wonen, zodat ze dat op een kwalitatief en betekenisvol manier kunnen doen? En bovendien: hoe kunnen we een eenvoudiger, minder extractief, meer geworteld en gelukkiger leven creëren?
Het gaat niet om het subsidiëren van aanwezigheid, maar om het herstellen van autonomie en functionaliteit van het gebied. Hier zijn enkele acties: i. Herontwerp de essentie, nabijgelegen openbare diensten, aangepast aan de lokale schaal en het ritme, gebaseerd op organisatorische innovatie en echte decentralisatie; ii. Activeer lokale hulpbronnen met regeneratieve intelligentie, water, bodem, bossen en kennis; iii. Waardeer microproductie, korte afstanden, echte circulariteit en productieve ecologie; iv. Herbouw de wooncultuur, bioklimatologische huisvesting, lokale architectuur, endogene materialen, levende dorpen en projecten met een lage impact met culturele waarde; v. Bevorder netwerken van territoriale onderlinge afhankelijkheid tussen middelgrote steden, dorpen en plattelandsgebieden; vi. Integreer verschillende schaalniveaus, niet langer centrum/periferie, maar gearticuleerde polycentrische systemen; vii. Creëer en implementeer zinvolle menselijke aantrekkingskrachtmiddelen, niet alleen om "jongeren aan te trekken" of "gezinnen mee te brengen", maar om degenen te ondersteunen die anders willen leven, met minder consumptie en meer verbondenheid.
In werkelijkheid is de uitdaging niet om kaarten te vullen. Het is om existentiële huisvesting in het gebied te herstellen. Bevolking betekent vandaag de dag het cultiveren van vertrouwensrelaties met de plek en met anderen daarbinnen, iets dat niet gekocht of opgelegd kan worden, maar juist gecultiveerd. Het lege Portugal heeft geen liefdadigheid of medelijden nodig, maar eerder een project met actie. Het moet behandeld worden als wat het is: het stille hart van het land. Bevolking is de kunst van bestendigheid met vreugde; dat is wat het land het meest nodig heeft.
Let op : De catastrofale en dramatische branden, ongeacht hun oorsprong, zijn een gevolg van het lege Portugal.
Visao