Neuromimicry: Stedenbouwkundige planning gebaseerd op de hersenen



Stedelijke planning gebaseerd op hersenprincipes: parallellen zoals netwerken, efficiëntie en communicatie kunnen worden overgedragen en benut. / © Getty Images/Andriy Onufriyenko
Gezien onze gefragmenteerde steden, waar sociale ongelijkheid toeneemt en het optimaliseren van hulpbronnen steeds urgenter wordt, vindt milieuneurowetenschapper Dr. Robin Mazumder het zinvol voor stedenbouwkundigen om te leren van een zenuwstelsel dat gericht is op collectief overleven. Hij is postdoctoraal onderzoeker aan het Future Cities Institute van de Universiteit van Waterloo in Canada, waar hij onderzoekt hoe de fysieke en sociale structuur van steden emoties, gedrag en interpersoonlijke relaties beïnvloedt.
Volgens Mazumder zouden steden moeten leren van de organisatieprincipes van de hersenen. Volgens hem zou dit niet alleen het functioneren van de samenleving verbeteren, maar ook de kwaliteit van leven van mensen in metropolen. In zijn commentaar in het tijdschrift "Nature Human Behavior" introduceert hij het concept "neuromimicry".
Neuromimicry wordt gezien als een uitbreiding van biomimicry, waarbij natuurlijke structuren en processen als model dienen voor technologische innovaties. Als historisch voorbeeld noemt hij de "Schmitt-trigger", een elektronisch circuit geïnspireerd door zenuwcellen in 1934 dat analoge signaalfluctuaties omzet in stabiele digitale signalen. Als de natuur modellen biedt voor hardware, waarom dan niet ook voor leefbaardere steden – vooral omdat steden en de hersenen vergelijkbare structuren en netwerken bezitten, betoogt hij.
De hersenen opereren op de grens tussen orde en chaos. Stedelijke systemen functioneren eveneens op een vergelijkbare, zeer dynamische en niet-lineaire manier. Een verklarend model is het wiskundige concept van vrije energie, dat teruggaat tot de Britse neurowetenschapper Karl Friston. Het beschrijft hoe de hersenen verrassingen minimaliseren door hun model van de wereld continu aan te passen of de wereld aan te passen aan hun voorspelling. Dit vermindert de vrije energie.
Toegepast op de stad betekent dit: planning moet middelen efficiënt gebruiken en verschillen in evenwicht brengen. Mazumder benadrukt dat het hierbij niet gaat om het bouwen van de stad als een brein, maar om het toepassen van de belangrijkste principes van het centrale zenuwstelsel, zoals communicatie, netwerken, mobiliteit en toewijzing van middelen.
Neem bijvoorbeeld transportplanning: net als het brein is een stad afhankelijk van de efficiëntie en kwaliteit van haar verbindingen. Een geïsoleerd fietspad heeft bijvoorbeeld weinig nut als het niet is geïntegreerd in een groter netwerk. Volgens Mazumder laten netwerkeffecten zien dat hoe beter de knooppunten van een infrastructuur verbonden zijn, hoe vaker ze worden gebruikt. Concepten zoals de zogenaamde 15-minutenstad illustreren hoe nabijheid en goede verbindingen de kwaliteit van leven creëren en mensen in staat stellen hun auto vaker te laten staan.

pharmazeutische-zeitung