Elf jaar geleden verdwenen twee jonge vrouwen in de jungle van Panama. Dorothee Elmiger heeft hun verhaal blootgelegd.


Van horen zeggen leert liegen – een oud gezegde dat nieuwe relevantie krijgt. Tenminste als je van horen zeggen wat breder definieert. Sociale netwerken in het bijzonder zijn katapults waarin verhalen zich verspreiden, voortdurend verrijkt met suggesties en intenties, maar toch aan geloofwaardigheid winnen. Niet door feiten te checken, maar door schijnbaar eindeloze herhaling.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Dit is waar de Zwitserse schrijfster Dorothee Elmiger op de proppen komt met "De Nederlandse Vrouwen". De roman draait om een echte verdwijning die zo surrealistisch lijkt dat er uitgebreid over gesproken is op sociale media en dat er veel speculatie en complottheorieën over bestaan.
Verzwolgen door de jungleIn april 2014 gingen twee Nederlandse vrouwen uit Utrecht op wandeltocht door de jungle van Panama – en keerden nooit meer terug. Na een maandenlange zoektocht werden lichaamsdelen van de twee gevonden, maar de doodsoorzaak kon niet worden vastgesteld.
De aanleiding voor de digitale kampvuurverhalen was dat, weken later, ook de rugzak van de twee vrouwen bij toeval werd gevonden. Binnenin, verrassend onaangetast door de constante vochtigheid van het regenwoud, bevonden zich hun twee smartphones. Ook een camera waarmee iemand in de duisternis van de junglenacht in luttele seconden tientallen foto's had gemaakt. Waarom? Bovendien was één foto van de camera verwijderd. Door wie?
Geruchten gonsden online. Het verhaal van de Nederlandse vrouwen is al lang beschikbaar in enkele ontnuchterende feiten en talloze speculatieve versies.
Van horen zeggen als prozaElmiger construeert haar versie van de verdwijning van de Nederlandse vrouwen als een literaire hervertelling. Iemand vertelt wat een auteur, "een van de belangrijkste stemmen van deze tijd", tijdens een lezingenreeks vertelt: als chroniqueur van een kunstproject ging zij samen met een groep theatermakers op zoek naar de "Nederlandse vrouwen".
Dergelijke verslagen omvatten niet alleen de reis zelf, maar ook extreme ervaringen die derden aan de auteur vertelden, hetzij na ze zelf meegemaakt te hebben, hetzij na erover gehoord te hebben. Zo is er de jonge Zwitserse vrouw die ooit een kudde drachtige geiten hoedde; bijna alle geiten bevielen tegelijk en binnen zeer korte tijd stierven alle geiten.
Zo vertelt de Zwitserse vrouw het aan de auteur, de auteur aan haar publiek, en iemand uit dat publiek aan de lezers. Elmigers experimentele opzet, van horen zeggen als proza, is interessant, maar faalt op veel vlakken. Het navertellen van extreme ervaringen van allerlei aard is doorspekt met te veel verwijzingen, hommages en symbolen. Bovendien is de hele tekst consequent en omslachtig in indirecte rede geschreven.
Vrolijke associatieElmigers toespelingen zijn slechts af en toe subtiel. Ze variëren van regisseur Werner Herzog, die zelf in de jungle filmde en waarschijnlijk net zo manisch was in zijn werk als de theaterregisseur beschreef, tot de schrijver Joseph Conrad – wiens jungleroman "Heart of Darkness" door Francis Ford Coppola (diens naam ook wordt genoemd) voor de bioscoop werd naverteld als "Apocalypse Now". Frisch' "Homo faber" resoneert ook in het ongemak van de spreker met de vochtige, weelderige, woekerende natuur.
In deze context komt de spreker overal westerse toe-eigening en milieuvervuiling tegen: een verlaten woonwijk van voormalige plantagemanagers of een kapotte koelkast op een open plek in the middle of nowhere die is veranderd in een schroothoop.
De tekst leest ook lange stukken als een oefening in vrije associatie. Bijvoorbeeld: "Trouwens, zegt ze, in verband met dit verhaal, het verhaal van de Zwitserse vrouw, moest ze zich natuurlijk herinneren dat het de geit was – τράγος, de bok – die de tragedie haar naam gaf, en dat de term tragoidia, afhankelijk van wie men volgt, wordt begrepen als een lied voor de prijs van een geit of als een gezang dat wordt gezongen ter gelegenheid van een geitenoffer."
Het pad van lijdenJe kunt meedoen aan het spel van ontdekking en interpretatie, en transformeren van een boekenlezer in een spoorzoeker. Je doet dit een paar keer en geniet ervan, je verliest jezelf in de tekst – een beetje zoals de "Hollandse vrouwen" in de jungle. Een gekke parallel tussen vorm en inhoud, natuurlijk, maar wel eentje die opzettelijk lijkt.
Zelfs de symboliek wordt tot het uiterste doorgevoerd. Bijvoorbeeld wanneer de 'Hollandse vrouwen', wier beproeving de theatermensen zouden moeten naspelen, niet uit Utrecht komen, zoals in werkelijkheid het geval is, maar uit Leiden.
Maar ‘De Hollandse Vrouwen’ kent ook momenten waarin onder andere datgene naar voren komt wat Elmigers debuutroman kenmerkte: het creëren van ruimtes met een sterke suggestieve kracht.
Dit gebeurt bijvoorbeeld ook wanneer het theaterpubliek het logboek van de laatste handelingen van de "Hollandse vrouwen" met hun mobiele telefoons bestudeert. Noodoproepen, eerst snel achter elkaar, dan steeds minder frequent, tot ze verdwijnen en verstommen.
Wat te doen ermeeMet haar laatste drie werken, alle drie genomineerd voor de Zwitserse Boekprijs, heeft Elmiger teksten gecreëerd die met hun diverse literaire toespelingen een secundaire wereld naast de fictieve creëren. Deze keer ontbreekt echter de lichtheid. De tekst drukt zwaar op de schouders van iedereen naar wie hij verwijst – en dreigt in te storten.
Alsof ze door een ingebouwd zelfverdedigingsmechanisme kritiek verwacht: "Ze slaat haar ogen op als een deur naar de aula met een hoorbare klap dichtvalt. Als iemand anders van haar had verwacht, verontschuldigt ze zich. Eerlijk gezegd weet ze niet wat haar te wachten staat of wat ze ermee aan moet. Maar nu is ze zo ver gegaan dat het zinloos is om de teugels terug te trekken." Het was echter beter geweest.
Dorothee Elmiger: De Nederlandse vrouwen. Roman. Hanser-Verlag, München 2025. 157 blz., Fr. 34,90.
nzz.ch
