Winnaars, verliezers en veel premiumstoelen: het Europese luchtvaartscorebord

Premiumcabines leveren nog steeds winst op, maar het is de dreiging van lage kosten die de traditionele Europese luchtvaartmaatschappijen 's nachts wakker houdt.

De drie grootste luchtvaartconcerns van Europa – Lufthansa, IAG en Air France-KLM – hebben de afgelopen twee dagen allemaal hun winstcijfers bekendgemaakt, wat een momentopname biedt van de luchtvaartgeschiedenis van het continent.

Hoewel de vraag naar reizen sterk blijft, laten de resultaten zien dat de belangrijkste luchtvaartmaatschappijen in de regio zich in verschillende stadia van ommekeer en winstgevendheid bevinden.

Voor de Lufthansa Group werden de afgelopen jaren gekenmerkt door stakingen, operationele tegenslagen, vertragingen bij de levering van vliegtuigen en hoge nieuwe luchtvaartbelastingen. Vorig jaar haalde de groep een operationele marge van 4%, grotendeels dankzij de vracht- en onderhoudsafdelingen – terwijl vlaggenschipluchtvaartmaatschappij Lufthansa zelfs verlies leed.

Het tweede kwartaal suggereert dat de lang beloofde ommekeer van Lufthansa eindelijk vorm krijgt. De groep boekte een operationele marge van 8%, een stijging van bijna twee procentpunten ten opzichte van vorig jaar. De hoofdlijn van Lufthansa behaalde 5%, terwijl Swiss steeg naar 13%, Austrian stilletjes bijna 10% bereikte en zelfs vakantiemaatschappij Eurowings de winst zag stijgen.