Buitenlandse investeringsfondsen kopen appartementen voor de helft van de prijs in het Spaanse Valencia

Investeringsfondsen haasten zich om in Valencia kavels met sterk afgeprijsde huizen te kopen, zo melden lokale media .

Grote banken en investeringsgroepen, waaronder Israëlische, Amerikaanse, Zwitserse en Duitse fondsen, concentreren hun aandacht en geld op de hoofdstad van Valencia, profiteren van afgeprijsde panden en verkopen deze vervolgens tegen de marktprijs.

Volgens de Valenciaanse krant Levante werken makelaars in Valencia naar verluidt met "lijsten van maar liefst 1.000 appartementen van grote investeerders, die ze voor de helft van de prijs proberen te kopen".

LEES OOK: Burgemeester van Valencia bekritiseerd voor het lokken van digitale nomaden ondanks vastgoedcrisis

Naar verluidt worden met de fondsen afgeprijsde percelen opgekocht met onroerend goed dat afkomstig is van onbetaalde bankschulden. Vervolgens worden de huizen via makelaarskantoren verkocht tegen marktprijzen.

De haast is zo groot dat veel investeerders massaal panden kopen zonder ze zelfs maar gezien te hebben. "De meeste fondsen kopen percelen. Ze sturen een vertegenwoordiger om de appartementen te bezichtigen en soms filmen ze ze zelfs. Soms kopen ze ze puur vanwege de locatie zonder ze zelfs maar gezien te hebben", legt Vicente Díez uit, woordvoerder van de Vereniging van Makelaars (API) in Valencia.

Cristina Recasens, oprichter van Recasens Real Estate, voegt eraan toe dat er de afgelopen maanden een toename is geweest in aankopen door fondsen. "Het gaat meestal om Israëlische, Amerikaanse, Zwitserse en Duitse fondsen, en in mindere mate Spaanse," benadrukt ze, eraan toevoegend dat deze investeerders vaak de schuld van het onroerend goed kopen en deze aanhouden om het vervolgens tegen een hogere prijs te verkopen.

Dit komt doordat de huizenprijzen in Valencia en de rest van Spanje de afgelopen jaren sterk zijn gestegen. Betaalbare huisvesting is een enorm sociaal-politiek probleem geworden in de Spaanse samenleving.

Vorig jaar vonden er in het hele land protesten plaats tegen het toerisme. Veel van deze protesten waren gericht tegen de huizenmarkt, waardoor de lokale bevolking minder waard werd door de verhuur van kortetermijnaccommodaties aan toeristen.

Maar het zijn niet alleen buitenlandse toeristen of digitale nomaden die gebruikmaken van de woningvoorraad in de derde stad van Spanje. Veel van de grootste vastgoedeigenaren in de regio zijn inmiddels Amerikaanse investeringsfondsen.

Drie van de zes grootste ‘megaverhuurders’ in de ruimere regio Valencia zijn Amerikaanse beleggingsfondsen, zo blijkt uit de meest recente gegevens van het regionale ministerie van Financiën over deposito’s die door Civio zijn gepubliceerd.

Dit zijn Cerberus, dat 980 woningen beheert via drie dochterondernemingen, CBRE, met 971 woningen in één dochteronderneming, en Blackstone, met 774 woningen in vier dochterondernemingen. Het TPG-fonds is de achtste grootste aanbieder van woningen in de regio Valencia met 568 woningen in twee dochterondernemingen.

De regionale overheid blijft de grootste verhuurder met 5.000 woningen.

LEES OOK: Blackrock en Blackstone - De 'onbekende' multinationals die Spanje controleren

Het aantal te koop staande woningen in Valencia is echter gedaald tot een historisch dieptepunt, met minder dan 1 procent van de totale woningvoorraad. Valencia telt ongeveer 430.000 woningen, maar het aantal te koop staande woningen is in drie jaar tijd gedaald van meer dan 10.000 naar minder dan 3.800.

Díez voegt eraan toe dat de percelen die door investeringsgroepen worden gekocht, meestal uit tien tot twintig woningen bestaan.

De woordvoerder van API legde ook uit dat lokale overheden in veel gevallen geen gebruik maken van hun recht van eerste weigering, wat hen de mogelijkheid zou geven de woningen voor dezelfde prijs te kopen en ze toe te wijzen aan sociale huurwoningen.

LEES OOK: Hoe Valencia een tweede Barcelona wordt, in de slechte zin van het woord