Ze verdwenen spoorloos. Nu bevestigen honden het bestaan van de verdwenen gemeenschap.

Genetische studies hebben aangetoond dat Groenlandse sledehonden, in de Inuit bekend als qimmeq (enkelvoud) of qimmit (meervoud), tot de oudste bekende hondenrassen op aarde behoren, met genetische lijnen die teruggaan tot wel 9.500 jaar geleden.
Deskundigen, die hun bevindingen publiceerden in het wetenschappelijke tijdschrift Science, analyseerden DNA-materiaal van 92 individuen – zowel moderne als duizenden jaren oude. Verrassend genoeg geven de resultaten niet alleen informatie over de honden zelf, maar ook over de oude migraties van Arctische volkeren.
Honden-DNA onthult nieuwe versie van Inuit-geschiedenisOp basis van analyse van het hondengenoom hebben wetenschappers geconcludeerd dat de Inuit eerder op Groenland arriveerden dan eerder werd aangenomen – wel 200 tot 300 jaar eerder. Deze baanbrekende informatie zou de chronologie van de kolonisatie van 's werelds grootste eiland aanzienlijk kunnen veranderen.
Volgens National Geographic hebben wetenschappers tot nu toe gediscussieerd over de vraag of de eerste bewoners van Groenland afkomstig waren uit Oost-Azië en het gebied bereikten via Alaska en het Canadese Noordpoolgebied, of dat het Vikingen waren die vanuit Noord-Europa arriveerden. Nieuwe genetische gegevens van honden wijzen er duidelijk op dat de Inuit de eersten waren die zich in het gebied vestigden.
De gereconstrueerde migratieroute van mens en hond loopt van Zhokhov Island in de Oost-Siberische Zee, via Alaska en Noord-Canada naar Noordwest-Groenland. Tijdens hun tocht over het ijzige landschap waren mensen afhankelijk van sledehonden – de enige dieren die sleden konden trekken en konden helpen bij de jacht, en dus essentieel waren om te overleven in het arctische klimaat.
Hondengenen weerspiegelen de verdeeldheid binnen de menselijke samenleving.Genetische analyses hebben aangetoond dat de structuur van de hondenpopulatie nauw aansluit bij de verspreiding van Inuit-gemeenschappen. De Qimmit van Groenland zijn verdeeld in vier regionale stammen: noordelijk, westelijk, oostelijk en noordoostelijk. Dit wijst erop dat de mensen die in deze gebieden woonden, ook lange tijd geïsoleerd bleven en aparte gemeenschappen vormden.
Interessant genoeg bevestigen de genotypes van honden uit het noordoosten van het eiland het bestaan van een gemeenschap waarvan de archeologische sporen tot nu toe schaars zijn geweest. Alles wijst erop dat deze groep vóór de komst van de Europeanen verdween – mogelijk als gevolg van hongersnood of de pest.
Hoewel de Inuit contact hadden met wilde wolven en probeerden hen met hun honden te kruisen, lieten de wolfsgenen nauwelijks sporen achter in het DNA van de moderne Qimmit. Hoogstwaarschijnlijk waren de hybriden niet geschikt voor de strenge eisen van het sledeleven – ze misten het benodigde temperament of uithoudingsvermogen. Alleen de honden die het best waren aangepast aan de eisen van het Arctische leven, overleefden.
Qimmit – een verdwijnende schat van de Inuit-cultuurHelaas neemt de populatie Groenlandse sledehonden snel af. In 2002 waren er nog ongeveer 25.000, maar in 2020 waren het er nog maar 13.000. Hoewel hun rol in het dagelijks leven van de Inuit afneemt, blijven ze een symbool van cultureel erfgoed en bewijs van het opmerkelijke verhaal van de mensheid over haar overleving in 's werelds meest onherbergzame omgeving.
Qimmit spelen ook een belangrijke rol in wereldwijd onderzoek naar het domesticatieproces van honden. Sommige theorieën suggereren dat honden niet door mensen gedomesticeerd zijn, maar dat honden zich aan het leven onder mensen hebben aangepast door kampen te naderen en samenwerking te zoeken.
Lees ook: Windhond Henio is vermist. Warschau is weer op de been. Lees ook: Honden en katten een tegengif tegen hersenveroudering bij ouderen? Een spectaculaire ontdekking van wetenschappers.
Wprost