De regering heeft het PiS-idee voor energietransitie laten varen. Ze heeft haar eigen
Sinds de opkomst van het NABE-concept, d.w.z. vanaf 2022, is het aandeel elektriciteitsproductie uit steenkool en bruinkool in de energiemix aanzienlijk gedaald ten opzichte van de aanvankelijke aannames. Deze trend hangt samen met de dynamische ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, met name zonne-energie. We hebben minder elektriciteit uit steenkool nodig, wat de inkomsten van NABE verder zou verminderen. De regering vreesde ook dat NABE geen goedkeuring van de Europese Commissie zou krijgen voor staatssteun. "Brussel geeft de voorkeur aan meer concurrerende oplossingen. Als alle energiecentrales in één entiteit zouden worden ondergebracht, zou het zeer moeilijk zijn om de Europese Commissie ervan te overtuigen dat er sprake is van concurrentie", aldus het hoofd van MAP. Hij benadrukte dat de regering de problemen erkent die tot het NABE-idee hebben geleid.
Drie vormen van ondersteuning in plaats van scheidingWat is het alternatief? Er zijn drie oplossingen: een capaciteitsmarkt, een decarbonisatiemechanisme en een niet-fossiel flexibiliteitsmechanisme. De lancering ervan vereist onderhandelingen met de Europese Commissie en aanmelding van staatssteun. "We hebben de eerste gesprekken met de Europese Commissie afgerond. We hebben een werkende versie van deze mechanismen klaar. De staatssteun onder deze nieuwe mechanismen zou ongeveer 10 jaar moeten duren", aldus Wojciech Wrochna, gevolmachtigde van de regering voor strategische energie-infrastructuur. Minister Wrochna voegde eraan toe dat het in dit stadium moeilijk is om de kosten van deze drie mechanismen in te schatten. "We zijn in gesprek met de Europese Commissie. In principe zouden de kosten van dit systeem echter zo laag mogelijk moeten zijn", benadrukte hij.
Om de veiligheid van het energiesysteem te waarborgen, wil PSE, dat verantwoordelijk is voor een aantal van deze oplossingen, de ondersteuningsmechanismen scheiden. "Enerzijds willen we de flexibiliteit van het energiesysteem garanderen, zoals energieopslag, en anderzijds een minimaal beschikbaar vermogen. Opwekkingsinstallaties, als reservebronnen, vereisen – en dat zien we steeds duidelijker – niet alleen middelen voor investeringen, maar ook voor de lopende exploitatie, aangezien ze slechts enkele weken achter elkaar in bedrijf zijn", aldus Grzegorz Onichimowski, president van PSE.
\N
\n WAT IS ER NIEUW IN WARSCHAU?<\><\>\n <\>\n <\>\n \n
Wie zal profiteren van deze nieuwe mechanismen? De voorzitter van PSE legde uit dat het eerste van deze mechanismen, de capaciteitsmarkt na 2030, gericht zou moeten zijn op nieuwe gasgestookte eenheden. "We willen de duur van de ondersteuning differentiëren afhankelijk van de mate waarin een bepaalde bron koolstofvrij is. Voor bronnen zoals SMR, biogas en biomethaan zou de ondersteuning langer kunnen duren", aldus de voorzitter van PSE. Hij gaf aan dat als uit de analyse van de toereikendheid van de energieopwekking blijkt dat er te weinig opwekkingsprojecten zijn voor een bepaald jaar, er een tweede vorm van ondersteuning zou ontstaan: een transformatiemechanisme. Dit zou een mechanisme zijn om de eigenaar van een bepaalde energiecentrale, bijvoorbeeld een kolencentrale, te ondersteunen, op voorwaarde dat deze verklaart in plaats daarvan een nieuwe eenheid met lagere emissies te bouwen, bijvoorbeeld een gasgestookte. Het derde flexibiliteitsmechanisme zou bijvoorbeeld gericht zijn op energieopslagfaciliteiten.