Hoge Raad schrapt verbod op uitvoer F-35-onderdelen aan Israël, minister moet zelf beslissen
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F10%2F03091809%2F031025DEN_2018287741_F35.jpg&w=1920&q=100)
De Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van het land, oordeelt vrijdag dat het eerdere verbod op de export van F-35-onderdelen naar Israël niet hoeft te blijven gelden. De Nederlandse staat moet binnen zes weken opnieuw een beslissing nemen over de vergunning voor de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël.
Volgens de Hoge Raad is het niet aan de rechter om het buitenlands beleid te bepalen. Dat behoort tot de politieke en diplomatieke afwegingen van de regering, en de rechter moet zich daarbij terughoudend opstellen. De vraag of de export van onderdelen een onaanvaardbaar risico inhoudt op schending van het humanitair oorlogsrecht moet volgens de Hoge Raad daarom door de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking opnieuw worden getoetst.
Het gerechtshof in Den Haag had begin 2024 nog geoordeeld dat Nederland de leveringen moest staken. Er zou sprake zijn van een reëel risico dat Israël de straaljagers inzet bij bombardementen in Gaza waarbij het humanitair oorlogsrecht wordt geschonden. De staat ging daarop in cassatie. Met de uitspraak van vrijdag vernietigt de Hoge Raad dat eerdere vonnis, al blijft de verplichting tot een herbeoordeling van de vergunning bestaan.
F-35-programmaDe rechtszaak werd aangespannen door drie maatschappelijke organisaties: Oxfam Novib, vredesorganisatie Pax en The Rights Forum. Aanleiding was een NRC-onthulling waaruit bleek dat de Nederlandse regering ondanks waarschuwingen van ambtenaren de leveringen liet doorgaan, omdat ze diplomatieke betrekkingen en de rol van Nederland in het internationale F-35-programma zwaarder liet wegen.
Nederland is binnen dat programma een belangrijk distributiepunt: reserveonderdelen worden opgeslagen op vliegbasis Woensdrecht en vanuit daar verspreid naar deelnemende landen. De VS zijn eigenaar van de onderdelen. Het kabinet maakte zich zorgen dat een exportstop de betrouwbaarheid van Nederland als bondgenoot zou kunnen aantasten en er zelfs toe kon leiden dat het distributiecentrum naar een ander land zou verhuizen.
De Hoge Raad benadrukt in zijn uitspraak dat Nederland bij wapenexporten gebonden is aan internationale verdragen, zoals het Wapenhandelsverdrag en het Europees Gemeenschappelijk Standpunt. Die verplichten landen leveringen te weigeren zodra er een duidelijk risico is dat wapens worden ingezet voor ernstige schendingen van het oorlogsrecht. Het kabinet moet die afweging nu opnieuw maken en zijn besluit delen met de betrokken organisaties.
NIEUW: Geef dit artikel cadeau Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
nrc.nl