Charmant, de elektrische retro-Renault, maar waarom al die decadente opties?
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata137080860-af7b54.jpg&w=1920&q=100)
De pioniersrol van Renault als stekkerautofabrikant is door het succesverhaal van Tesla onterecht overschaduwd. Renault was er in 2011 met de Fluence en een jaar later met de kleine Zoe vroeg bij. Ja, Tesla was ook toen op alle fronten beter. In beide Fransen mocht je blij zijn met een range van 130 kilometer. Maar latere generaties Zoe groeiden uit tot volwassen, comfortabele EV’s met een bereik van tot 400 kilometer. Toch was de Zoe, inmiddels uit productie, nooit de hit die Tesla’s Model 3 werd in de hogere middenklasse. Het gezapige ontwerp hielp niet. En toen design voor het publiek steeds belangrijker werd dachten ze bij Renault: wat als we van onze EV’s eens leuke knuffelauto’s maken in de stijl van onze meest succesvolle klassiekers?
De net vertrokken CEO Luca de Meo draaide de retrokraan wijd open. Eerst kwam de geslaagde elektrische remake van de Renault 5, die lekker rijdt en goed verkoopt. Nu volgt de Renault 4, allercharmantst vervolg op het doosvormige familieautootje dat het merk van 1961 tot 1994 produceerde in een oplage van ruim acht miljoen, nu klassieker met cultstatus. Door liefhebbers wordt voor goed geconserveerde Viertjes zo 10.000 euro neergeteld. Met zijn praktische inrichting en comfort voldeed hij aan destijds nog nederige burgerlijke eisen. En nu bevredigt hij de weemoed die de hedendaagse mens moet inslikken om in het tempo van zijn tijd zijn slopend multitaskende bestaan te dragen.
De 4 was met de Eend de aangewezen francofielenauto van mijn kindertijd. Beide auto’s hadden in de jaren 70 een sterk sociaal-maatschappelijk profiel. Ze vertegenwoordigden althans in Nederland een vrijgevochten voorhoede. De Eend was de meest antiburgerlijke variant voor wie geen auto wilde maar wel moest, een zo onschuldig mogelijk verraad aan de autohatende tegencultuur waar mijn Eend-rijdende ouders toe behoorden. Ambitieuzere collega’s in hun onderwijsmilieu namen de 4. Die was moderner, met vier cilinders meer auto dan de tweecilinder Citroën, en heimelijk het voorgeborchte van de bekering tot establishment. Renault 4-mensen werden later schooldirecteur of onderwijsinspecteur met een Peugeot 505, terwijl de Eend-rijders anarchistische lesboeren bleven, kansloos vernederd door de Taunus- en Kadett-rijdende burgerij. Eenmaal zag ik vanaf de achterbank mijn vader proberen een Opel in te halen. De Avro-schurk achter het stuur gaf, toen hij ons langzamer dan het geluid zag naderen, pesterig net genoeg gas om inhaalacties te verhinderen. „Pak hem”, hitste mijn woeste moeder, maar mijn vader was te zacht voor wraak. „Vast een ex-leerling”, zuchtte hij, en trok zich onverrichterzake terug.
Een koude winterDie vernedering zal de nieuwe Renault 4-rijder niet overkomen. Die krijgt een motor van 120 pk met een 40 kW-batterij of een van 150 pk met 52 kWh-accu. Lood om oud ijzer, 120 is zat, maar doe die met de grote batterij. Je weet nooit hoeveel actieradius een koude winter kost in een met een vierkoppig gezin geladen Vier. Dat past er namelijk in en dat kon je van de krappe Vijf niet zeggen. De bagageruimte is met 420 liter bijna royaal.
Verder is dit qua representatiegraad een auto waar je je, als je straks hogerop wilt, tot op de Zuidas zonder postmoderne ironie mee kunt vertonen. In het Amsterdamse Bos werden we bij de fotosessie al besprongen door nieuwsgierige young urbans. Waar de nieuwe 4 echt komt te staan, nu sociologisch alles vloeibaar is geworden, blijft de vraag – met een basisprijs van 30 mille, die snel naar 40 oploopt met de grotere batterij en decadente opties waar spartaanse Renault-veteranen uit het Ban de Bom-tijdperk genadeloos mee hadden afgerekend: Harman Kardon-audio, totalitaire veiligheidssystemen, elektrisch bedienbare achterklep. Maar hij rijdt heerlijk en 350 kilometer actieradius zit er meestal in. Enige bezwaar is het geluid. De elektronische welkomstsoundscape bij het instappen is een Kia-achtige ontsporing. Waarom geen vette flard gesampelde Edith Piaf of Georges Brassens? Verder klinkt de Harman Kardon-stereo, in andere auto’s bron van genoegen, in de Renault beroerd. Dat moet echt beter. Of laat gewoon alles weg. Waarom geen echte, kale retro-4 met een op airbags en airconditioning na tot op het bot gestripte uitrusting in de stijl van het origineel, dus zonder hifi, Star Trek-displays, led-lichtshows en veel te dikke wielen? Een stijlvolle versoberingsoperatie zou het retro-Viertje authentieker, lichter, zuiniger en goedkoper kunnen maken. Maar de moderne mens wil van zijn nostalgie alleen de lusten.
nrc.nl