Steeds meer flexwoningen gebouwd, Noord-Brabant koploper

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een overzicht. In de afgelopen jaren is voor ruim 18.000 flexwoningen een vergunning afgegeven. De provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland, waar de druk op de woningmarkt het grootst is, zijn koploper met de meeste nieuwe flexwoningen.

Opvallend is dat er steeds meer flexwoningen bijkomen in bestaande gebouwen, ziet het CBS. Dan gaat het vooral om oude kantoorpanden die worden omgebouwd zodat zij geschikt zijn voor tijdelijke bewoning.

Zo is er in Amsterdam onlangs een leegstaand kantoorgebouw voorzien van sanitair, slaapkamers en kookgelegenheid om daar 650 asielzoekers te vestigen.

In de flexwoningen die nu al staan wonen overigens veel meer mensen. Dat komt omdat veel nieuwe flexwoningen uit meerdere onzelfstandige woonruimten bestaan.

De 6000 vergunningen die vorig jaar werden verstrekt, bestaan volgens het CBS uit bijna 12.000 zelfstandige woonruimten. Bijvoorbeeld studentenkamers die een keuken delen, of meerdere appartementen in een tijdelijke zorgvoorziening.

Vooral woningcorporaties vinden flexwoningen een uitkomst. In 2024 was dan de helft van de nieuwe flexwoningen (55 procent) eigendom van een woningcorporatie.

Het voordeel van een flexwoning is dat die sneller gebouwd kan worden, mits de gemeente meewerkt met een stuk grond en een snelle vergunningsprocedure.

Wat ook helpt is dat er vanuit Den Haag forse subsidies worden verstrekt om flexwoningen te realiseren. Zo is er dit jaar bijna 80 miljoen euro beschikbaar, 14.000 euro per nieuwe flexwoning.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat van de doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar, 15 procent uit flexwoningen bestaat.

In Amsterdam wordt momenteel gebouwd aan de tijdelijke woonwijk Brasa Village, waar diverse woningcorporaties samen 520 woningen bouwen die maximaal 15 jaar blijven staan.

Dit voorjaar trekken de eerste bewoners in de woningen, terwijl de eerste vergunningen in 2023 werden aangevraagd.

Dat er minder dan twee jaar zit tussen vergunningverlening en sleuteloverdracht is in de volkshuisvesting heel bijzonder, normaal gesproken wordt hier tien jaar voor gerekend.