Spaanse regering stelt voor om abortus tot grondwettelijk recht te maken

De controverse barstte dinsdag los toen het stadhuis van Madrid, dat wordt gecontroleerd door de conservatieve Partido Popular (PP), een extreemrechts voorstel goedkeurde om medische diensten te verplichten vrouwen die een abortus willen, te informeren over dit vermeende syndroom.

Volgens het voorstel zou het syndroom kunnen leiden tot alcohol- en drugsgebruik, zelfmoordgedachten en een verhoogd risico op kanker.

Er werd beweerd dat informatie over het syndroom 'opzettelijk verborgen werd gehouden' en dat abortus een 'big business' is die wordt gepromoot door feministische ideologie.

De PP verdedigde de maatregelen aanvankelijk, maar na verontwaardiging erkende de burgemeester van Madrid, José Luis Almeida, donderdag dat het post-abortussyndroom geen "erkende wetenschappelijke categorie" is.

Hij zei ook dat het niet verplicht zou zijn om vrouwen hierover te informeren.

De socialistische premier Pedro Sánchez beschuldigde de PP op X er vrijdag van "te willen fuseren met extreemrechts" en kondigde plannen aan om een ​​voorstel in te dienen bij het parlement om het recht op abortus in de grondwet te beschermen.

Een grondwetshervorming in Spanje is lastig. Er is een drievijfdemeerderheid in het parlement voor nodig, en daarvoor is de steun nodig van wetgevers uit de conservatieve oppositie.

In 1985 werd abortus in Spanje gedecriminaliseerd in geval van verkrachting, misvormingen van de foetus of wanneer de geboorte een ernstig fysiek of psychologisch risico voor de moeder oplevert.

In 2010 werd de reikwijdte van de wet verruimd om abortus op verzoek in de eerste 14 weken van de zwangerschap toe te staan.

Toch stuiten Spaanse vrouwen nog steeds op obstakels: veel artsen in de publieke sector weigeren de ingreep uit te voeren.

Frankrijk was vorig jaar het eerste land ter wereld dat het recht op zwangerschapsafbreking in de grondwet vastlegde.