Recordtol, hier zijn de duurste snelwegen, bruggen en tunnels van Europa. Het is een Frans-Italiaanse derby.

Met de auto door Europa reizen is niet altijd goedkoop. Niet alleen brandstof en voertuigonderhoud spelen een rol, maar ook de kosten die gepaard gaan met het gebruik van infrastructuur die essentieel is voor het continentale verkeer: snelwegen, bruggen en tunnels , die vaak beheerd worden door concessiemaatschappijen. Deze hanteren hoge tarieven, vooral op de langste, meest complexe of strategische trajecten. Een nieuwe analyse van het Tollwayr- platform documenteert gedetailleerd de duurste tolroutes in Europa. Met cijfers in de hand worden de wegroutes op een rij gezet waar een eenvoudige rit de bestuurder tientallen euro's kan kosten.
Eurotunnel, daarna Franse (en Italiaanse) snelwegenDe ranglijst van duurste infrastructuur begint met een gigant in de moderne techniek: de Eurotunnel die Calais (Frankrijk) verbindt met Folkestone (Verenigd Koninkrijk). Een enkele reis kost 72 euro, waarmee het verreweg de duurste van Europa is. Hoewel het officieel geen weg is, maar een spoortunnel onder het Kanaal waar pendelbussen rijden, is hij opgenomen in de ranglijst omdat het een van de belangrijkste vormen van wegvervoer tussen de twee landen is. Het is een essentiële verbinding, maar de prijs is verre van betaalbaar voor een incidentele rit.
Direct daaronder domineren de lange Franse snelwegen. De route Parijs-Marseille, die langs de snelwegen A6 en A7 loopt, heeft een tol van in totaal 68,90 euro. Het is een van de populairste routes in de Hexagon, die veel wordt gebruikt door zowel inwoners als toeristen op doorreis naar het zuiden.
Op de derde plaats staat de enige Italiaan in de top 5 van autoroutes: de route Milaan-Bari, die een groot deel van het schiereiland doorkruist via de snelwegen A1 en A14, haalt een tol van 68,30 euro, wat de hoge kosten van lange ritten van noord naar zuid bevestigt. Op de vierde plaats, wederom in Frankrijk, staat de route van Straatsburg naar Montpellier, langs een as bestaande uit de snelwegen A6, A7 en A36, met een tol van 67,90 euro. De vijfde plaats wordt afgesloten door de route Parijs-Bordeaux, eveneens op het Franse netwerk, waar rijden op de A10 60,50 euro kost. Italië keert vervolgens terug op de negende plaats met de route Milaan-Rome via de A1 (44,40 euro).
De duurste brug tussen Denemarken en ZwedenNaast deze snelwegen vormen bruggen een andere categorie infrastructuur waar tolgelden aanzienlijke bedragen kunnen bedragen. De duurste is de Øresundsforbindelsen, de fascinerende brug die Denemarken en Zweden verbindt over de Sont: eroverheen rijden kost 54 euro. Het is een iconisch kunstwerk in Noord-Europa, ongeveer 8 kilometer lang, dat ook aansluit op een onderwatertunnel voordat het de Zweedse kust bereikt. Op de tweede plaats onder de bruggen staat een ander Deens bouwwerk, de Storebæltsbroen, die de eilanden Funen en Seeland verbindt: hier bedraagt de tol 21,81 euro. Richting het zuiden staat het viaduct van Millau in Frankrijk op de derde plaats, met een prijs van 12,50 euro per oversteek. Dit buitengewone staaltje ingenieurskunst, dat uitkijkt over de Tarnvallei, is niet alleen functioneel, maar ook een van de beroemdste architectonische attracties in de regio. De volgende halte is de Europabrücke, gelegen aan de A13 Brennero in het Oostenrijkse deel vóór de grens met Italië, met een tol van 12 euro. De top vijf wordt afgesloten door de Calafat-Vidin-brug, tussen Bulgarije en Roemenië, met een tol van 6 euro. De andere wegen hebben verwaarloosbare kosten.
Voorbij de Eurotunnel, de Mont Blanc en FréjusTot slot de tunnels. Naast de Eurotunnel, die eveneens de algemene rangschikking domineert, vallen andere belangrijke grensoverschrijdende tunnels op door hun hoge kosten. Daaronder vallen twee Alpentunnels op, die Italië en Frankrijk met elkaar verbinden: de Mont Blanctunnel en de Fréjustunnel, beide met een tarief van 55,80 euro per auto. De twee constructies, essentieel voor het verkeer tussen Italië en West-Europa in het algemeen, hebben identieke kosten, wat het gedeelde prijsbeleid bevestigt. Daarna volgen twee tunnels die Italië met Zwitserland verbinden: de Munt La Scheratunnel, in het Fornopasgebied in Alta Engadina, met een tarief van 31,32 euro, en de Gran San Bernardotunnel, de oudste onder de Alpen, met een tarief van 31 euro. Ook in dit geval zijn dit essentiële werken voor de lokale en toeristische mobiliteit, maar ze brengen aanzienlijke kosten met zich mee voor degenen die erdoorheen reizen.
Voordeligere tarieven in Oost-EuropaKortom, het beeld dat uit de Tollwayr-ranglijst naar voren komt, toont een duidelijke concentratie van de hoogste toltarieven in een paar landen: Frankrijk is de absolute koploper in de wegensector, met een uitgebreide en zwaar belaste infrastructuur. Italië volgt op de voet, zowel bij de wegen als bij de tunnels, terwijl Denemarken en Zweden opvallen met hun spectaculaire maar dure bruggen.
"Ons onderzoek benadrukt de grote verschillen in tolkosten binnen Europa", aldusMattijs Wijnmalen , auteur van de studie en expert op dit gebied. " Frankrijk staat vaak bovenaan onze index met uitzonderlijk hoge toltarieven, met name langs belangrijke snelwegen en in grensoverschrijdende tunnels, terwijl veel Oost-Europese landen aanzienlijk beter toegankelijke wegeninfrastructuur bieden. Het is bijzonder interessant om te zien hoe tolstructuren zowel de mate van infrastructuurinvesteringen als het strategische belang van bepaalde routes weerspiegelen. De positie van de Eurotunnel als duurste route in Europa toont de waarde aan die wordt gehecht aan deze cruciale verbinding tussen het continent en het Verenigd Koninkrijk." Het Verenigd Koninkrijk, waar de toltarieven overigens tot de laagste van het oude continent behoren.
De vignetzaak (Zwitserland)De rangschikking houdt geen rekening met andere systemen, die in sommige gevallen terecht bovenaan zouden staan. In Zwitserland bijvoorbeeld is het gebruik van snelwegen onderworpen aan de verplichte aanschaf van een jaarvignet, dat momenteel 40 Zwitserse frank (ongeveer 42 euro) kost, ongeacht het type voertuig (auto, motor, enz.) voor voertuigen tot 3,5 ton en vooral de verblijfsduur of het aantal dagen dat de auto wordt gebruikt. Het vignet is 14 maanden geldig, van 1 december van het voorgaande jaar tot 31 januari van het volgende jaar. Dit systeem, hoewel eenvoudig en zonder tolpoortjes, is niet erg handig voor wie slechts kort door het land hoeft te reizen, bijvoorbeeld tijdens een reis naar Italië of Duitsland.
In tegenstelling tot Zwitserland hanteren andere Europese landen, vooral in Oost-Europa, soepelere formules, zoals week- of maandvignetten die speciaal bedoeld zijn voor toeristen of voor incidentele doorreis, waardoor de tol minder belastend wordt voor korte ritten.
repubblica