Parijs brengt hulde aan Niki de Saint Phalle en Jean Tnguely

Iemand heeft ze hernoemd naar de 'enfants awfuls' van de moderne kunst: morgen geopend in het Grand Palais de Paris een retrospectief gewijd aan het universum van Niki de Saint Phalle (1930 - 2002) en haar metgezel Jean Tinguely (1925 - 1991), allemaal door de visionaire blik van een 'derde man', Pontus Hulten (1924 - 2006), eerste directeur bij Musée d'art moderne van het Centre Pompidou dat destijds met de twee kunstenaars een radicaal concept van een vrije kunst, multidisciplinair en participatief. Geboren uit de collecties van het Centre Pompidou en uit bruiklenen van Franse en internationale instellingen, "Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely, Pontus Hulten" - dit is de titel van de tentoonstelling gepland tot 4 januari 2026 - is een uitnodiging om de emblematische werken van Sint te ontdekken of herontdekken Phalle en Tinguely, die Hulten sterk promootte, in een een gelukkige samenwerking tussen kunst, liefde, vriendschap en toewijding gedeeld. Langs de oevers van de Seine zijn ongeveer 200 werken te zien, waaronder sculpturen, automatische machines, installaties, schilderijen, zoals inclusief foto's, archiefmateriaal, brieven, tekeningen, gepresenteerd in de gerenoveerde ruimtes van meer dan 2.000 vierkante meter van het GrandPalaisRmn. De tentoonstelling luidt onder meer de samenwerking in tussen het emblematische Parijse gebouw, waarvan het immense gewelf van kristal blijft generaties Parijzenaars fascineren en toeristen, en het Centre Pompidou, dat ook zijn deuren zal sluiten voor vijf jaar werk vanaf 22 september en waarvan collecties beginnen al rond te reizen wereld.
ansa