Psychische aandoeningen: waarom het behouden van voorouderlijke evenwichten een beschermend effect heeft op de psyche

De gegevens die we ontvangen van instellingen en beroepsverenigingen van psychologen en psychiaters spreken boekdelen: we staan voor een ongekende noodsituatie wat betreft de geestelijke gezondheid van de bevolking, met name jongeren. De waarschuwing die The Lancet eind mei uitsprak, kan niet onopgemerkt blijven. Ik houd me al 46 jaar bezig met primaire preventie en bestudeer daarom alles wat we kunnen doen om een voedingsbodem te creëren voor chronische gezondheidsproblemen. Ik kan rekenen op een grote groep psychiaters en klinisch psychologen die mij ondersteunen in het project Healthy Habits.
De afgelopen decennia hebben instellingen en zorgprofessionals zich sterk gericht op het identificeren en perfectioneren van behandelingen voor deze sluipende en slopende ziekte, maar er is weinig gedaan om het probleem te anticiperen. We zouden in plaats daarvan veel kunnen doen, gebaseerd op het meest recente wetenschappelijke onderzoek. Psychische aandoeningen hebben, net als bijna alle andere aandoeningen, hun eigen verloop en ontstaan in de meeste gevallen niet van de ene op de andere dag. Deze kennis, gecombineerd met nieuwe wetenschappelijke bevindingen over de nauwe samenhang tussen onze geestelijke gezondheid, de omgeving, onze fysiologische omstandigheden, onze voeding en de kwaliteit van psychosociale relaties (die we de "4 evolutionaire pijlers" noemen), biedt de mogelijkheid om in te grijpen in dat "grijze gebied" dat ligt tussen volledige geestelijke gezondheid en het begin van een volwaardige ziekte.
In deze fase vertelt de kliniek ons dat we duidelijke signalen hebben die wijzen op een verlies van evenwicht en/of emotionele disregulatie, en dat deze signalen geleidelijk sterker worden. Juist dankzij de kennis van de interacties die de bovengenoemde "4 pijlers" in gang zetten, kunnen we vandaag de dag, aan de hand van persoonlijke gewoonten, analyseren wat de oorzaken van deze aanvankelijke disbalans zouden kunnen zijn. Onderzoek en antropologie laten zien dat de mens zich al honderdduizenden jaren in symbiose met de natuur heeft ontwikkeld, met inachtneming van dezelfde regels. Deze lange periode heeft onze biologische klok en de daaruit voortvloeiende hormonale doseringen gevormd, en dit mechanisme, dat ons helpt overleven, kan niet op korte termijn worden gewijzigd.
Kortom, we hebben biofysiologische regels die we moeten respecteren om in onszelf de juiste balans (homeostase) te behouden die onze fysieke en mentale gezondheid kan beschermen. Tegenwoordig weten we dat alles in ons met elkaar verbonden is en dat een grondige verandering van gewoonten, zelfs in slechts één van de "vier pijlers", andere schijnbaar ver verwijderde functies kan ontregelen. Een typisch voorbeeld is slaapgebrek, dat de kwaliteit van onze voeding en onze fysiologie kan verslechteren en ons ook minder aangenaam kan maken voor anderen. Uiteindelijk verwijdert het afzweren van voorouderlijke gewoonten ons van de bronnen van welzijn, waardoor we aan grote gevaren worden blootgesteld.
In plaats daarvan zijn het juist de gewoontes die een krachtig herstellend effect hebben op onze interne chemie, zoals het op de juiste manier gebruiken van ons lichaam, het benutten van de natuurlijke productie van welzijnshormonen die worden gegarandeerd door fysieke activiteit, het in direct contact staan met de natuur en het zonlicht, het hebben van een fysiek en niet alleen virtueel relationeel leven, waarin je emoties ook fysiek met anderen kunt delen door bijvoorbeeld een knuffel te geven, het eten van voedsel dat door de natuur wordt geproduceerd, vers en voornamelijk plantaardig, die allemaal een krachtige herstellende werking hebben op onze interne chemie. Zo kunnen we de overmaat aan stresshormonen zoals cortisol tegengaan, wat resulteert in de hyperactivering van het sympathische zenuwstelsel, een reactief systeem dat nuttig is in tijden van gevaar.
ilsole24ore