Welk Europa willen wij?

Een Europees Parlementslid stelde tijdens de onderhandelingen over de nieuwe begrotingsregels dat, gezien de verschillende voorstellen die werden gepresenteerd, het uiteindelijke resultaat altijd het beste en enig mogelijke zou zijn. Een dergelijk akkoord vereist de instemming van de Commissie, de unanieme instemming van de Raad en het Europees Parlement in de EU, die elk verschillende ideologische groeperingen en ook verschillende nationale belangen vertegenwoordigen. Het bereiken van een definitief akkoord binnen deze kaders is geen gemakkelijke opgave en weerspiegelt vooral de moeilijkheden van Europees bestuur.
Kunnen we de Commissie vragen om een voorstel te doen, bijvoorbeeld zoals de tariefovereenkomst met de VS, dat niet door de staten wordt onderschreven? Dat is onmogelijk, hoewel in dit geval de unanimiteitsregel niet van toepassing is; die wordt bepaald door de vereiste dubbele meerderheid (aantal staten en percentage van de bevolking). Uiteindelijk is de EU een politiek artefact zonder weerga in de wereld, maar bereikt ze politiek gezien niet hetzelfde integratieniveau als een confederatie. De politieke zwakte van de EU is steeds duidelijker geworden sinds de regering-Trump in de VS aan de macht is gekomen. De resultaten van het tariefpact getuigen hiervan; net als de zwakte van de politieke positie van de EU in kwesties zoals het conflict in Oekraïne of de oorlog in Gaza vergeleken met de protagonistische houding van de VS en Rusland. Om nog maar te zwijgen van China, een belangrijke politieke factor die niet lijkt te worden aangepakt met een georganiseerde economische en politieke reactie.
De uitdaging Om de uitdagingen van de EU aan te pakken, is meer soevereiniteit van Europese instellingen nodig en minder van individuele staten.Als de diagnose van de politieke en economische situatie in Europa al is gesteld – het is niet nodig om de bijdragen van de rapporten van Letta en Draghi te herhalen – waarom wordt er dan geen actie ondernomen? Een voorbeeld hiervan is het voorstel voor een meerjarig financieel kader 2028-2034 dat de Commissie onlangs heeft gepresenteerd. Ook hier is de ambitie die hieruit naar voren komt, zeer beperkt, vooral qua reikwijdte.
Zoals in veel aspecten van het leven is het altijd mogelijk om het glas als halfvol of halfleeg te zien, en het is waar dat de EU, ondanks al haar beperkingen, er ten eerste in is geslaagd om mensen de Europese conflicten te laten vergeten en ten tweede om de overgang van de oorspronkelijke zes leden naar de huidige 27 – en bovendien het vertrek van het Verenigd Koninkrijk – te beheren zonder al te grote tegenslagen en de ongelijkheden tussen de geassocieerde landen geleidelijk te verminderen. De EU is er ook in geslaagd, zij het enigszins ontoereikend, te reageren op de crisis van 2008 en, meer toepasselijk, op de impact van de pandemie. Zonder de prestaties van de EU te bagatelliseren, blijft de vraag opnieuw: wat willen we dat Europa in de nabije toekomst wordt? En het beste antwoord is dat het aanpakken van de uitdagingen waar de EU voor staat meer soevereiniteit vereist voor de Europese instellingen, wat alleen mogelijk is door deze te decentraliseren van de lidstaten. Opnieuw ligt een Europa van meerdere snelheden op tafel.
lavanguardia