Men dacht dat het een andere soort betrof... Het mysterie van de 'Drakenman' is opgelost

Homo longi werd in 2021 voor het eerst als nieuwe soort geïdentificeerd en werd beschouwd als een aparte mensensoort vanwege zijn ongewone schedelgrootte, dikke wenkbrauwbogen, brede neus en grote oogkassen. In de wetenschappelijke wereld wordt echter al lang gediscussieerd of deze schedel daadwerkelijk tot een nieuwe soort behoort of een voorbeeld is van een bekende groep.
Volgens twee nieuwe wetenschappelijke studies behoort de schedel van Harbin toe aan de Denisova-mensen. Onderzoekers konden mitochondriaal DNA extraheren uit tandsteen in de schedel. Dit DNA toonde aan dat de Drakenman verwant was aan vroege Denisova-groepen die tussen 217.000 en 106.000 jaar geleden in Siberië leefden. Eiwitmonsters uit het binnenoor ondersteunden deze conclusie eveneens.
In studies gepubliceerd in de tijdschriften Science en Cell stellen wetenschappers dat de schedel van Harbin het eerste complete voorbeeld is van een morfologisch identieke Denisova-mens. Deze ontdekking vermindert de decennialange onzekerheid over hoe Denisova-mensen er fysiek uitzagen aanzienlijk.
Paleoantropoloog Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen, die niet bij het onderzoek betrokken was maar eerder aan de schedel heeft gewerkt, gaf ook commentaar op de resultaten. "Harbin is mogelijk het meest complete fossiel van de Denisova-mens dat ooit is gevonden", zei Stringer, eraan toevoegend dat Homo longi een passende soortnaam voor de groep zou zijn.
Tot nu toe waren de Denisova-mensen grotendeels bekend via DNA-sporen en enkele kleine fossielen. Dit onderscheidde hen van de Neanderthalers doordat er talloze complete Neanderthalerschedels waren gevonden. Nu de schedel van Harbin en een kaakbeen, die eerder voor de kust van Taiwan waren gevonden, ook als Denisova-mensen werden geïdentificeerd, zijn concretere vergelijkingen tussen de soorten mogelijk geworden.
Tijdens het Midden-Pleistoceen (ongeveer 789.000 tot 126.000 jaar geleden) leefden meerdere mensensoorten – Homo sapiens, Neanderthalers en Denisovans – naast elkaar en hadden ze af en toe genetische interactie in Eurazië. Deze complexe periode wordt in de wetenschappelijke gemeenschap wel de "chaos in het midden" genoemd.
Volgens wetenschappers is het DNA in de meeste fossielen niet goed bewaard gebleven. Daarom blijven methoden zoals de vorm van de schedel en eiwitanalyse een belangrijke rol spelen bij het aanvullen van de ontbrekende schakels in de menselijke evolutie.
SÖZCÜ