Bezwaar tegen schandalig besluit van het Openbaar Ministerie van Izmir

Op 2 januari 2017 vond er een aanval met IED's en vuurwerk plaats op het kantoor van de Nationalistische Bewegingspartij van İzmir in Göksu. Tijdens het onderzoek op de plaats delict werden een gescheurd blikje cola, stukken roet in het eten, zes ontplofte en één niet-ontplofte vuurwerkpatroon gevonden.
GEVANGEN DOOR HTS EN VINGERAFDRUKKEN
Uit het onderzoek dat werd gestart door het Bureau voor Terroristische Misdrijven van het Openbaar Ministerie van Izmir, bleek dat de vingerafdrukken die op de plaats delict werden genomen, toebehoorden aan de verdachte Murat Can T. Uit het onderzoek van HTS-gegevens is gebleken dat de verdachte ter plaatse was, dat hij actief was binnen de YDG-H, de illegale jongerenorganisatie van de terroristische organisatie PKK/KCK, en dat hij de staatsgreep en moordpoging op president Recep Tayyip Erdoğan door leden van de terroristische organisatie FETÖ/PDY op 15 juli 2016 heeft gesteund. Murat Can T. werd op 31 januari 2017 opgepakt tijdens een operatie en gearresteerd door de rechtbank waarnaar hij werd verwezen.
VRIJSPRAAKBESLISSING ONDANKS BEWIJS
De verdachte Murat Can T., die terechtstond bij het 13e Hooggerechtshof van Izmir, werd vrijgesproken. De redenering van de rechtbank luidde als volgt: "Als resultaat van het proces, aangezien er buiten alle twijfel geen voldoende, duidelijk en overtuigend bewijs kon worden verkregen om de verdachte te veroordelen voor het misdrijf waarvan hij werd beschuldigd, werd besloten dat hij moest worden vrijgesproken vanwege onvoldoende bewijs."
HET HOOFDAANKANTOOR MAAKTE BEZWAAR
Het Openbaar Ministerie van Izmir maakte bezwaar tegen de schandalige vrijspraak en nam het dossier mee naar het hoger beroep.
sabah