Het persoonlijke is politiek, de kunst is publiek

Deniz Burak VLAG
Het eerste gevoel dat je krijgt bij binnenkomst in het Sakıp Sabancı Museum (SSM) in Emirgan, Istanbul, is dat je wordt ondergedompeld in een stille maar intense sociale roeping. Videoprojecties op de muren, echoënde stemmen, een andere vorm van openbare ruimte. In haar meer dan vijftig jaar artistieke praktijk heeft Suzanne Lacy een ruimte gecreëerd waar kunst zich meer bezighoudt met ethiek dan met esthetiek, met de gemeenschap in plaats van met het publiek. De verhalen van vrouwen, ouderen, jongeren, armen en immigranten vormen de kern van haar werk. In die zin is de tentoonstelling "Togæther" niet louter een artistiek evenement, maar een ervaring van sociale ontmoeting.
Even opvallend is hoe een museum deze praktijk in de praktijk brengt. SSM-directeur Ahu Antmen stelt dat Lacy's kunst juist op dit punt een transformerende functie vervult: "Musea zijn niet louter instellingen voor beheerders van collecties; ze streven ernaar inclusieve, egalitaire en democratische openbare ruimtes te zijn. Lacy's praktijk daagt de traditionele opvatting van museologie uit omdat ze multiparticipatief en procesmatig is. Ze neemt een politiek standpunt in dat de institutionele structuren waaraan we gewend zijn, zowel inhoudelijk als qua vorm, ter discussie stelt." Antmens woorden geven het gevoel dat de tentoonstelling niet louter een kunsttentoonstelling is, maar een ervaring waarin het idee van het museum zelf wordt herschreven. Stemmen uit de samenleving circuleren binnen de muren.
Lacy's werken overstijgen de grenzen van de kunstgeschiedenis en grijpen direct in op de sociale sfeer. De projectie in de zaal speelt de video "By Your Own Hand" af: een performance waarin mannen brieven van meer dan 10.000 vrouwen in Ecuador over geweld voorlezen in een stierenvechtarena. Het effect is verontrustend omgekeerd: het publieke ritueel van het patriarchaat confronteert zijn eigen stilte.
In een andere zaal transformeert "Whisper, Waves, Wind" in een collectief verhaal dat de onzichtbaarheid van ouder wordende vrouwen doorbreekt. De vrouwen beschrijven ouder worden niet als een stil verlies, maar als een vorm van verzet door ervaring. Die stemmen, die tegen de muren van de museumzaal weerklinken, worden weer sociaal. Zoals Antmen zegt: "Bezoekers zullen reflecties op hun eigen leven vinden. Terwijl ze de kwesties die Lacy aankaart door hun eigen ervaringen filteren, zullen ze ook beseffen dat het persoonlijke inherent sociaal en politiek is." Op dit punt maakt de tentoonstelling de getuigenis van de kijker onderdeel van de kunst.
Bezoekers wordt ook gevraagd vragen te schrijven over de gedachten en gevoelens die de tentoonstelling bij hen oproept. Elke respondent geeft zijn of haar leeftijd aan, maar blijft anoniem. Er zijn bijna 500 vragen verzameld. Als je een paar voorbeelden op een bord leest, krijg je het gevoel dat juist daar de ware impact van de tentoonstelling ligt.
Antmen beschrijft het project als volgt: "De vragen onthullen de problemen waarmee verschillende generaties worstelen binnen de context van gender. Deze vragen worden voorgelezen op 25 november, de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. De resonantie van de tentoonstelling schuilt in die vragen." De maatschappelijke impact van kunst meten, niet met statistieken, maar met een 'emotionele registratie'. Deze aanpak past het beste bij Lacy's methode.
Lacy behoort tot de generatie die in de jaren 70 verklaarde: "Het lichaam van een vrouw is een protestinstrument". De tentoonstelling brengt deze erfenis in feite naar Turkije en volgt de sporen van het wereldwijde feministische discours, terwijl ze tegelijkertijd lokale sociale wonden aanraakt. Antmen ziet deze interactie als een betekenisvol kruispunt: "We organiseerden de tentoonstelling in samenwerking met de projecten van de Sabancı Foundation over thema's zoals gendergelijkheid en onderwijs voor meisjes. Dit sloot aan bij Lacy's artistieke benadering, die streeft naar maatschappelijke transformatie. Het zet ons aan het denken over hoe nuttig feministische kunstmethoden kunnen zijn bij het ontwikkelen van sociale strategieën." Deze woorden herinneren ons eraan dat kunst geen complementair veld is aan de politiek, maar eerder een alternatieve taal biedt.
'Together' is een tentoonstelling waarin kunst de toeschouwer uit een passieve positie haalt en hem tot subject maakt, waarbij politiek bewustzijn en de emoties van het dagelijks leven samenkomen.
Lacy's tentoonstelling in Turkije is een goed moment om de vraag opnieuw te stellen: kunnen we samen denken? De tentoonstelling is te zien tot en met 14 december.
BirGün

