Het verdwijnen van aaseters wordt een bedreiging voor de mensheid genoemd

Wetenschappers maken zich de laatste jaren steeds meer zorgen over de gezondheid van aasetende populaties dieren zoals gieren, hyena's, spitsmuizen en andere soorten die een belangrijke rol spelen in het behoud van het ecologisch evenwicht. Biologen stellen dat de achteruitgang ervan kan leiden tot een toename van zoönotische ziekten – infectieziekten die van dieren op mensen worden overgedragen – en een verslechtering van de gezondheid van het milieu.
Meer dan een derde van de soorten die zich voeden met dode dieren, loopt het risico uit te sterven, volgens een nieuwe studie. Dat komt doordat aaseters zoals kalkoengieren, hyena's, reuzenpadden en spitsmuizen een essentiële functie vervullen: ze elimineren miljoenen tonnen afval door dode dieren en rottende kadavers te eten. Dit helpt de verspreiding van ziekten die gepaard gaan met rotting en ophoping van kadavers te voorkomen en vermindert de belasting van de infrastructuur voor menselijke afvalverwerking.
Naarmate de populaties van deze dieren echter afnemen, ontstaan er onevenwichtigheden in ecosystemen. Kleine aaseters beginnen zich in grote aantallen voort te planten, wat het risico op verspreiding van gevaarlijke ziekten zoals leptospirose, cryptosporidiose en hondsdolheid vergroot. Deze ziekten kunnen op mensen worden overgedragen via contact met besmette dieren of hun uitwerpselen, wat een bedreiging vormt voor de volksgezondheid.
Om hun analyse uit te voeren, keken de wetenschappers naar 1376 soorten aasetende gewervelde dieren, waaronder tijgerhaaien, gevlekte hyena's, spitsmuizen en padden. Ze beoordeelden de status van elke soort op de lijst van bedreigde diersoorten (ICNS) van de International Conservation Union (IUCN) en ontdekten dat 36 procent van deze soorten met uitsterven werd bedreigd of in aantal achteruitging.
Bijzonder kwetsbaar zijn de zogenaamde obligate scavengers – soorten die zich uitsluitend voeden met dode dieren. De helft van de 17 in het onderzoek opgenomen soorten wordt als kwetsbaar of bedreigd beschouwd.
Wanneer grote aaseters verdwijnen, wordt hun rol in het recyclen van dode dieren en het voorkomen van de verspreiding van ziekten overgenomen door kleinere soorten: knaagdieren, verwilderde honden en andere mesocaven. Deze kleine aaseters kunnen de grote echter niet volledig vervangen, omdat ze grote kadavers niet snel en effectief kunnen vernietigen en bovendien vaak dragers van gevaarlijke ziekten worden.
Kleine aaseters zijn bovendien vaak gedwongen om grotere dieren te volgen op zoek naar rottende resten. Vaak wachten ze ook tot grotere dieren de karkassen verscheuren om bij het voedsel te komen.
Het voortbestaan van aaseters wordt negatief beïnvloed door menselijke activiteiten zoals intensieve veehouderij, verandering van landgebruik, illegale handel in wilde dieren en de jacht. Zo worden grote roofdieren en aaseters vaak gedood in draadvallen die bedoeld zijn om herbivoren te vangen, en overbejaging vermindert hun aantal.
Aaseters worden ook per ongeluk gedood, bijvoorbeeld hyena's en leeuwen worden gevangen in vallen die bedoeld zijn voor andere soorten. Hierdoor hebben aaseters vaak geen voedsel meer, wat leidt tot hun uitsterven.
Een ander probleem is het gebruik van giftige stoffen. Diergeneesmiddelen zoals diclofenac, gebruikt voor de behandeling van vee, zijn dodelijk voor aaseters, met name gieren.
Het gebrek aan aaseters leidt tot een ophoping van dode dieren en afval, wat bijdraagt aan de verspreiding van infecties en ziekten. In India bijvoorbeeld leidde het verdwijnen van gieren tot een toename van de populatie zwerfhonden, wat leidde tot een toename van het aantal beten en gevallen van hondsdolheid. Wetenschappers schatten dat er tussen 2000 en 2005, zonder de vogels die zich voedden met kadavers, ongeveer 500.000 extra mensen zouden zijn gestorven.
Wetenschappers en milieuorganisaties benadrukken de noodzaak om aaseterpopulaties te beschermen en te herstellen. Het is ook belangrijk om fok- en herintroductieprogramma's voor bedreigde diersoorten te ontwikkelen en nieuwe technologieën te implementeren om hun aantallen te monitoren.
Deskundigen hopen dat hun voortdurende inspanningen om aaseterspopulaties te beschermen de houding ten opzichte van deze dieren, die vaak als hinderlijk en schadelijk worden ervaren, zullen veranderen. Dankzij de inspanningen van wetenschappers, ecologen en politici kunnen we in de toekomst effectievere maatregelen verwachten om aaseters te beschermen en hun rol in ecosystemen te versterken.
mk.ru