Kinderen uit arme gezinnen hebben vaker last van 'lui oog'

Amblyopie, of ‘lui oog’, is een visuele stoornis waarbij één oog minder betrokken is bij het visuele proces. Hierdoor ziet de hersenen verschillende ‘beelden’ en kan deze niet tot één beeld worden gecombineerd. Hierdoor ontvangt het luie oog minder visuele signalen en onderdrukt de hersenen de informatie die het oog ontvangt. Hierdoor gaat het zicht geleidelijk achteruit. Deze pathologie kan alleen vóór de adolescentie genezen worden; later is het vrijwel onmogelijk om het door amblyopie veroorzaakte zichtverlies te corrigeren.
De kans op het ontwikkelen van de ziekte wordt vergroot door scheelzien, waaronder erfelijk scheelzien, vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en andere. Om de meest volledige gegevens over amblyopie-risicogroepen te verkrijgen, voerden wetenschappers van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem een grootschalig onderzoek uit met gegevens van 1,3 miljoen jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 18 jaar. Ze ondergingen allemaal medische onderzoeken, waaronder oogtesten, voordat ze van 1993 tot 2017 werden opgeroepen voor het Israëlische leger. Bij 14,3 duizend jonge mannen en vrouwen werd amblyopie vastgesteld.
Globaal gezien daalde de prevalentie van de pathologie tijdens de observatieperiode met bijna de helft, van 1,59% naar 0,87%. Dit is hoogstwaarschijnlijk te danken aan een verbeterde preventie van visuele beperkingen bij kinderen. Uit gegevensanalyse is echter gebleken dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen aanzienlijk meer kans hebben om amblyopie te ontwikkelen dan hun rijkere leeftijdsgenoten. Ook onder immigranten, onder wie ook de voormalige Sovjet-Unie en Noord-Afrika, bleek de kans op een lui oog groter. Wetenschappers zijn van mening dat in deze gezinnen minder mogelijkheden zijn om verschillende ziektes bij kinderen op tijd te voorkomen.
Wetenschappers hebben ook een verband gevonden tussen de aandoening en een verminderde cognitieve functie. Zij vermoeden dat amblyopie het lezen bemoeilijkt, wat leidt tot een slechter denkvermogen. Andere statistisch significante risicofactoren voor een lui oog zijn volgens de onderzoekers obesitas, een lengte die lager is dan gemiddeld en het wonen in een ultraorthodoxe religieuze gemeenschap.
Tegenwoordig komt bijziendheid voor bij één op de drie schoolverlaters. En één op de tien kinderen krijgt tot de leeftijd van drie jaar last van scheelzien. Wij hebben materiaal voor u geselecteerd over hoe u zichtproblemen bij kinderen kunt voorkomen.
Lees het artikelEerder ontdekten Amerikaanse wetenschappers een ‘armoedezegel’ in de hersenen van kinderen die tijdens de voorschoolse leeftijd in armoede leefden. Ze hadden kleinere volumes van bepaalde subcorticale hersengebieden, waaronder de hippocampus, nucleus caudatus en thalamus, die bijzonder gevoelig zijn voor omgevingsfactoren. De meest verrassende bevinding was dat deze veranderingen bij kinderen bleven bestaan, zelfs als de financiële situatie van hun gezin in de loop der tijd verbeterde.
"Wij denken dat armoede en alles wat daarmee gepaard gaat - zoals stress, slechte voeding en beperkte toegang tot gezondheidszorg - de ontwikkeling van de hersenen beïnvloeden", leggen de wetenschappers uit.
medportal ru