De kunst van het ouder worden: tussen geneeskunde en algoritme

Portugal wordt ouder. Het is een statistisch feit en sociologisch bewijs. Maar meer nog is het een stil drama dat zich afspeelt in de gangen van ziekenhuizen, op eindeloze wachtlijsten en in tehuizen waar oude mensen alleen wonen. Een drama dat niet zou moeten bestaan, in de beste Japanse stijl en in ethisch volwassen samenlevingen.
Veroudering, zei Simone de Beauvoir, is een van de grote menselijke problemen die pas urgent worden als ze ons van dichtbij raken: “De ouderdom onthult het falen van onze hele beschaving.”
In Portugal is deze urgentie al bereikt. Het kwam met de jaren, met chronische ziekten, met fysieke kwetsbaarheid en met de afhankelijkheid die vaak blijvend is na een hartaanval, een beroerte of een val. Het kwam met de ontkenning van de politiek, die ouder worden nog steeds als een last beschouwt en niet als een collectieve verantwoordelijkheid.
Fysiotherapie en revalidatiegeneeskunde, een stille specialisatie die vaak wordt genegeerd in de meest media-aandachtsgebieden van de geneeskunde, is vandaag de dag relevanter dan ooit. Want het is niet genoeg om langer te leven – je moet beter leven. Kwaliteit van leven wordt bereikt door beweging, functionaliteit en autonomie. Er is geen sprake van waardig ouder worden zonder spieren die het lichaam ondersteunen, zonder gewrichten die het lopen mogelijk maken, zonder therapie die de patiënt weer in staat stelt om uit een stoel op te staan en de verticale wereld onder ogen te zien.
Maar Portugal, in zijn gebruikelijke hoedanigheid van tegenspraak, delegeert revalidatie – de hoeksteen van de moderne geneeskunde – aan een vaag gebied, waar artsen schaars zijn en parallelle belangen als onkruid welig tieren.
Om de politieke opties hierop af te stemmen, werden we begin april geconfronteerd met een gezamenlijke verordening van de aftredende ministeries van Volksgezondheid, Arbeid, Maatschappelijke Solidariteit en Sociale Zekerheid en Defensie, die de autonome werking – zonder arts – van afdelingen fysiotherapie, logopedie en ergotherapie regelde.
Bij deze roekeloze autonomie die door de bovengenoemde verordening werd verleend, werd prioriteit gegeven aan het ontbreken van medicijnen, het vacuüm van de wetenschap en het in twijfel trekken van de richtlijnen die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn vastgesteld voor de geïntegreerde visie op het revalidatieproces. De gezondheidszorg en het multidisciplinaire team dat – vanzelfsprekend en ten behoeve van de gezondheid – door een fysiater werd gecoördineerd, vielen uiteen.
Deze beslissing laat zien dat er momenteel een gevaarlijke tendens bestaat in de publieke en private systemen om de revalidatie over te laten aan niet-medische professionals, die vaak wel goede bedoelingen hebben, maar niet over de klinische en wetenschappelijke opleiding beschikken om de complexiteit van een ouder wordende, polymedicatie-afhankelijke patiënt met meerdere comorbiditeiten te begrijpen.
Fysiotherapie en revalidatiegeneeskunde zijn geen sportschool, het zijn geen oefeningen uit een handboek. Het is een wetenschap, een klinische redenering, een integrale kijk op het lichaam, die evalueert, voorkomt en herstelt. Een fysiater kan vaak het verschil maken tussen een patiënt die weer kan lopen en een patiënt die bedlegerig is. Met andere woorden: het is het verschil dat ervoor zorgt dat de patiënt geen patiënt meer is. Ik durf te stellen dat dit het ultieme doel is voor de geneeskunde.
Door het belang van artsen in dit proces naar de achtergrond te schuiven, blijven de maatschappij en de besluitvormers hun rol onderwaarderen, middelen schrappen en vaardigheden van hen afleiden, alsof ‘goed oud worden’ een kwestie is van geluk, persoonlijke wil of een burgerlijke gril.
Het vervangen van artsen door technici bij complexe revalidatieprocessen is niet alleen een klinische fout: het is een ethisch en menselijk risico. Ouderen worden als een nummer behandeld, als een wegwerplichaam. Het komt erop neer dat we de geneeskunde als een kunst van zorg opgeven en de gezondheid reduceren tot een kosten-batenalgoritme, afgestemd op de minimale kosten, waarbij de mens uit de vergelijking wordt gehaald…
We hebben een actief ouderenbeleid nodig dat verder gaat dan posters. We hebben een geneeskunde nodig die met intelligentie en medeleven over de toekomst nadenkt. En we hebben een politieke klasse nodig die – door middel van middelen en decreten – hetzelfde medicijn toepast en afdwingt.
Bovenal moeten we respect hebben voor onze ouderen. Want ouder worden mag in Portugal geen straf meer zijn.
observador