Huishoudbesparingen stijgen naar 15,4% in de eurozone

De spaarquote van huishoudens in de eurozone is in het eerste kwartaal met 0,2 procentpunt gestegen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, tot 15,4% van het beschikbare inkomen, zo blijkt uit gegevens die Eurostat donderdag heeft vrijgegeven.

Volgens het statistische bureau van de Europese Unie (EU) wordt deze groei verklaard doordat de consumptie tussen januari en maart langzamer steeg dan het bruto besteedbaar inkomen, namelijk met respectievelijk 0,6% en 0,8%, vergeleken met het laatste kwartaal van 2024.

Tegelijkertijd bleef het investeringspercentage van de huishoudens in de eurozone in het eerste kwartaal van 2025 stabiel op 9,1%, terwijl de bruto-investeringen in vaste activa en het bruto-beschikbaar inkomen met 0,8% stegen.

In hetzelfde bulletin geeft Eurostat aan dat in de eerste drie maanden van het jaar het aandeel van de winst van ondernemingen (niet-financiële vennootschappen) in de eurozone is gestegen van 38,5% naar 38,8% . Dit is te verklaren door de stijging van de werknemerscompensatie (lonen en werkgeversbijdragen) plus belastingen, minus productiesubsidies met 0,9%. Dit is een lager percentage dan dat van de bruto toegevoegde waarde (1,4%).

Het investeringspercentage van bedrijven in de eurozone steeg in het eerste kwartaal van 2025 van 21,4% naar 22,2%, doordat de bruto vaste kapitaalinvesteringen van bedrijven met 5,2% toenamen, terwijl de bruto toegevoegde waarde met 1,4% toenam.

Eurostat publiceert geen gegevens voor de EU over deze indicatoren.