Onderwijs voor gelijkheid: de transformatieve inzet van het hoger onderwijs

Nu de maatschappelijke en ecologische uitdagingen met elkaar verweven zijn en toenemen, erkennen instellingen voor hoger onderwijs hun strategische rol bij het creëren van een eerlijkere en duurzamere samenleving. Naast hun academische missie zijn instellingen voor hoger onderwijs de drijvende kracht achter maatschappelijke transformatie. Ze stimuleren burgerschap, promoten inclusie en zorgen voor gelijke kansen. In deze context zijn gendergelijkheid en diversiteit niet langer bijzaken – ze zijn nu centrale dimensies van de inzet van de instellingen, naast sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling.
Portugal heeft opmerkelijke vooruitgang geboekt op het gebied van gendergelijkheid bij de toegang tot hoger onderwijs. Het jaar 2022 was cruciaal voor de paradigmaverschuiving, omdat alle instellingen voor hoger onderwijs noodgedwongen gendergelijkheidsplannen gingen invoeren om toegang te krijgen tot Europese financiering. Al deze maatregelen en projecten werpen vruchten af: volgens het Ministerie van Wetenschap, Technologie en Hoger Onderwijs was in het studiejaar 2002/2023 56% van de studenten in het hoger onderwijs vrouw. Bij masters (61%) en doctoraten (53%) ligt dit percentage nog hoger.
Maar hoewel de cijfers bemoedigend zijn, zijn er nog veel barrières die geslecht moeten worden. Hoewel vrouwen in de meerderheid zijn binnen het hoger onderwijs, bestaan er nog steeds structurele ongelijkheden op bepaalde gebieden, bijvoorbeeld in academische carrières. Wat het onderwijs betreft, en nog steeds met betrekking tot 2022, vertegenwoordigden vrouwen 46,4% van het totale aantal docenten in het hoger onderwijs. Slechts 26,4% bekleedde echter de functie van hoogleraar – de hoogste positie op de carrièreladder. Ook in management- en leiderschapsposities zijn er uitdagingen die overwonnen moeten worden. Volgens de CIG – Commissie voor Burgerschap en Gendergelijkheid is slechts 19% van de rectoren en presidenten van polytechnische scholen vrouw. Het is duidelijk dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen toeneemt naarmate de functie hoger is. In de algemene, wetenschappelijke en bestuursraden is de vrouwelijke vertegenwoordiging lager, zelfs in instellingen waar vrouwen overwegend studenten en docenten zijn.
Soortgelijke meningen werden gedeeld in het kader van het onderzoek waaraan wij deelnamen, de Gender Equality Working Group (GT_IG) van het Sustainable Campus Network. Daar is het aantal vrouwen in het hoger onderwijs duidelijk dominant. Als we echter kijken naar managementposities, blijft dit aantal ver onder de parameters voor gendergelijkheid.
Het bevorderen van gelijkheid in het hoger onderwijs is daarom meer dan een normatieve eis of een reactie op financieringscriteria. Het is bovenal een uiting van de ethische toewijding van de instellingen aan het algemeen belang. In het proces van het bevorderen en opbouwen van een eerlijkere samenleving met meer gendergelijkheid kunnen en moeten instellingen voor hoger onderwijs het goede voorbeeld geven.
Door gelijke toegang tot onderwijs te garanderen, door studenten in kwetsbare situaties te ondersteunen, door het genderperspectief te integreren in onderzoek en innovatie, en door professionals en burgers op te leiden die kritisch kunnen denken en zich inzetten voor gelijkheid, fungeren deze instellingen als katalysatoren en leiden ze toekomstige agenten van verandering op.
Daarom begrijpen wij dat gelijkheid niet zomaar een doel is dat bereikt moet worden. Het is juist het principe waarnaar alle andere doelen opgebouwd moeten worden.
Ana Pires is professor aan Atlântica – Universitair Instituut en lid van de EIA Equality Commission (het oprichtende orgaan van Atlântica). Carla Leão is professor bij ESSATLA – Escola Superior Atlântica en lid van de EIA Equality Commission (het stichtende orgaan van Atlântica).
sapo