Data – Tarieven – Limieten – November 2025
1 november (zaterdag)
> Allerheiligen – voor werkgevers waarbij zaterdag een vrije dag is vanwege een vijfdaagse werkweek, moeten werknemers in ruil voor deze feestdag een extra dag vrij krijgen van werktaken.
tot 5 november (woensdag)
> ondernemers dienen een btw-14-aangifte in over de btw-bedragen die verschuldigd zijn bij intracommunautaire verwervingen van motorbrandstoffen over oktober 2025.
tot en met 7 november (vrijdag)
> De inkomstenbelasting voor oktober 2025 wordt betaald door degenen die hun belastingaangifte indienen met behulp van de belastingkaart.
tot 10 november (maandag)
> Ondernemers die BTW betalen, dienen INTRASTAT-aangifte in over oktober 2025.
11 november (dinsdag)
\N
> Nationale Onafhankelijkheidsdag – voor werkgevers waarbij dinsdag een vrije dag is vanwege een vijfdaagse werkweek, moeten werknemers in ruil voor deze feestdag een extra dag vrij krijgen van werk.
tot en met 17 november (maandag)
> rechtspersonen, organisatorische eenheden en vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid betalen onroerendezaakbelasting en bosbelasting over november 2025 en de vierde termijn van de landbouwbelasting.
tot en met donderdag 20 november
> degenen die een eenmalige belasting betalen over het geregistreerde inkomen, betalen deze voor oktober 2025,
> de moedermaatschappij die de belastingkapitaalgroep vertegenwoordigt, betaalt de vooruitbetaalde belasting over oktober 2025,
> Werkgevers betalen voorschotten op de inkomstenbelasting over het inkomen van werknemers uit arbeid, uit thuiswerk en uit socialezekerheidsuitkeringen die aan hen zijn betaald voor oktober 2025,
> Opdrachtgevers betalen voorschotten op inkomstenbelasting over andere voordelen dan die welke voortvloeien uit een arbeidsrelatie (bijvoorbeeld mandaatovereenkomsten, overeenkomsten voor specifiek werk) voor oktober 2025.
tot en met 25 november (dinsdag)
> betalers betalen btw over oktober 2025,
> Betalers die intracommunautaire transacties verrichten, dienen EU-btw-samenvattingsinformatie in voor oktober 2025,
> BTW-betalers dienen het JPK_V7M-bestand voor oktober 2025 in bij de belastingdienst,
> BTW-betalers sturen het JPK_V7K-bestand voor oktober 2025 (registratiegedeelte) naar de belastingdienst,
> Degenen die accijnzen betalen, regelen dit voor oktober 2025 en dienen een accijnsaangifte in,
> ondernemers regelen de suikerbelasting en de omzetbelasting voor de detailhandel die verschuldigd zijn over oktober 2025.
Belastingverlagingsbedrag in 2025Het belastingvrije bedrag in 2025 bedraagt 30.000 PLN. Het bedrag dat de inkomstenbelasting verlaagt, bedraagt dus 3.600 PLN (12% van 30.000 PLN).
FINANCIERING VAN ZUS-BIJDRAGEN IN 2025| Soort bijdrage | Totaal tarief (%) | Door werknemers gefinancierd (%) | Door de werkgever gefinancierd (%) | 
| pensioen | 19.52 | 9,76 | 9,76 | 
| lijfrente | 8 | 1,5 | 6.5 | 
| gezondheid | 9 | 9 | – | 
| ziekte | 2.45 | 2.45 | – | 
| resulterende | van 0,67 tot 3,33 | – | van 0,67 tot 3,33 | 
| Arbeidsfonds | 1,00 | – | 1,00 | 
| Solidariteitsfonds | 1.45 | – | 1.45 | 
| FGŚP | 0,10 | – | 0,10 | 
| Brugpensioenfonds | 1,50 | – | 1,50 | 
| Grondslag voor de berekening van de belasting over: | Grondslag voor de berekening van de belasting: | De belasting is | 
| 0 PLN | 30.000 PLN | 0 PLN | 
| 30.000 PLN | 120.000 PLN | 12% - het bedrag waarmee de belasting wordt verlaagd is PLN 3.600 | 
| 120.000 PLN | – | 10.800 + 32% van het overschot boven PLN 120.000 | 
| 1.000.000 PLN | – | 4% van het overschot boven 1 miljoen PLN van de basis (solidariteitsbelasting) | 
> vóór 5 november (woensdag) worden de bijdragen voor oktober 2025 betaald door de begrotingseenheden en de begrotingsinstellingen van de lokale overheden,
> vóór 17 november (maandag) worden de bijdragen voor oktober 2025 betaald door bijdragebetalers met rechtspersoonlijkheid,
> vóór donderdag 20 november worden de bijdragen voor oktober 2025 door andere betalers betaald.
BIJDRAGEBEDRAG VOOR OKTOBER 2025I. VOOR PERSONEN DIE HUN EERSTE BEDRIJFSACTIVITEIT BEGINNEN EN VAN DE VERLICHTING PROFITEREN
De basis voor de berekening van de bijdragen voor januari-december 2025 mag niet lager zijn dan PLN 1.399,80 (30% van PLN 4.666).
Verzekeringsbijdragen voor oktober (minimum):
• pensioen PLN 273,24 (d.w.z. 19,52%)
• lijfrente PLN 111,98 (d.w.z. 8%)
• ziekteverlof PLN 34,30 (d.w.z. 2,45%)
• ongeval – als het bijdragepercentage 1,67% bedraagt, bedraagt de bijdrage PLN 23,38.
Personen die van de tegemoetkoming profiteren, betalen in de regel geen bijdragen aan het Arbeidsfonds en het Solidariteitsfonds.
II. BIJDRAGEN UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN ZONDER RECHT OP VERLICHTING
Basis voor de berekening van de ZUS-bijdragen voor januari-december 2025 voor:
> het uitoefenen van niet-agrarische bedrijfsactiviteiten,
> makers en kunstenaars,
> mensen die een freelance beroep uitoefenen (bijv. artsen, vroedvrouwen, verpleegkundigen, vertalers, leraren),
> een vennoot in een eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid en vennoten in een vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of maatschap,
> personen die een openbare of particuliere school, een andere vorm van voorschools onderwijs, een instelling of een complex daarvan besturen overeenkomstig de bepalingen inzake het onderwijsstelsel,
> voor personen die samenwerken met personen die een niet-agrarische bedrijfsactiviteit uitoefenen , mag de beloning niet lager zijn dan PLN 5.203,80 (60% van PLN 8.673, d.w.z. het verwachte gemiddelde salaris in 2025).
Verzekeringsbijdragen voor oktober (minimum):
• pensioen PLN 1.015,78 (d.w.z. 19,52%)
• pensioen PLN 416,30 (d.w.z. 8%)
• ziekteverlof PLN 127,49 (d.w.z. 2,45%)
• ongeval – als de bijdragerente 1,67% bedraagt, bedraagt het bijdragebedrag PLN 86,90 .
De bijdrage aan het Arbeidsfonds en het Solidariteitssteunfonds voor personen met een handicap voor deze personen mag niet lager zijn dan 127,49 PLN (d.w.z. 2,45%).
Zorgverzekeringsbijdrage oktober 2025:
Σ op de belastingschaal – 9 procent van het inkomen verdiend in de maand voorafgaand aan de maand waarvoor de bijdrage wordt betaald, niet minder dan PLN 314,96 (PLN 4.666 × 75 procent × 9 procent)
Σ vlaktaks – 4,9 procent van het inkomen zoals hierboven vastgesteld en in hetzelfde minimumbedrag,
Σ voor een eenmalige uitkering: 9% van de grondslag van de aanslag, die afhankelijk is van de jaarlijkse inkomsten van de ondernemer, verminderd met de socialezekerheidsbijdragen: PLN 461,66 (wanneer de jaarlijkse inkomsten niet hoger zijn dan PLN 60.000), PLN 769,43 (inkomsten van PLN 60.000 tot PLN 300.000), PLN 1.384,97 (inkomsten boven PLN 300.000).
De berekeningsbasis is het gemiddelde maandsalaris in het vierde kwartaal van 2024: PLN 8.549,18.
III. BIJDRAGEN AAN DE ZOGENAAMDE KLEINE ZUS PLUS VANAF JANUARI 2025
Hun grondslag mag niet lager zijn dan 30% van het minimumloon of hoger dan 60% van het verwachte gemiddelde maandloon. In 2025 moet deze grondslag tussen PLN 1.399,80 en PLN 5.203,80 liggen.
LIMIETENDe grondslag voor de vrijwillige ziektebijdrage van 1 januari tot en met 31 december 2025 mag niet hoger zijn dan PLN 21.682,50 per maand (250% x PLN 8.673).
Het bedrag van de jaarlijkse beperking van de grondslag voor de berekening van de bijdragen voor pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in 2025 is PLN 260.190 (30 x PLN 8.673).
Sociale verzekeringsbijdragen voor boeren in het derde en vierde kwartaal van 2025| Voor de boer/echtgenoot het uitvoeren van zakelijke activiteiten landbouw op de boerderij landbouw | Basis van meting | Som maandelijks /driemaandelijks bijdragen voor één persoon (in PLN) | 
| met een oppervlakte van maximaal 50 ha omgezet | basisbijdrage = 10% van het pensioen basis | 169/507 | 
| met een oppervlakte van ruim 50 ha omgerekend naar 100 ha conversie | basisbijdrage + 12% pensioen basis | 372/1116 | 
| met een oppervlakte van ruim 100 ha omgerekend naar 150 ha conversie | basisbijdrage + 24% pensioen basis | 575/1725 | 
| met een oppervlakte van ruim 150 ha omgerekend naar 300 ha conversie | basisbijdrage + 36% pensioen basis | 778/2334 | 
| met een oppervlakte van ruim 300 ha conversie | basisbijdrage + 48% pensioen basis | 981/2943 | 
| Voor de boer/echtgenoot extra instructeur niet-agrarische activiteiten economisch en landbouwactiviteiten op een boerderij | Basis van meting | Bijdrage verschuldigd over een maand /kwartaal | 
| met een oppervlakte van maximaal 50 ha omgezet | dubbele bijdrage basis | 338/1014 | 
| met een oppervlakte van ruim 50 ha omgerekend naar 100 ha conversie | dubbele bijdrage basis + extra premie, d.w.z. 12% van het pensioen basis | 541/1623 | 
| met een oppervlakte van ruim 100 ha omgerekend naar 150 ha conversie | dubbele bijdrage basis + extra premie, d.w.z. 24% van het pensioen basis | 744/2232 | 
| met een oppervlakte van ruim 150 ha omgerekend naar 300 ha conversie | dubbele bijdrage basis + extra premie, d.w.z. 36% van het pensioen basis | 947/2841 | 
| met een oppervlakte van ruim 300 ha conversie | dubbele bijdrage basis + extra premie, d.w.z. 48% van het pensioen basis | 1150/3450 | 
| Voor een lid van het huishouden van de boer | Basis van meting | Bijdrage verschuldigd over een maand /kwartaal | 
| ongeacht het oppervlak boerderijen | basisbijdrage, d.w.z. 10% van het pensioen basis | 169/507 | 
| Voor een gezinslid extra instructeur niet-agrarische activiteiten economisch | Basis van meting | Bijdrage verschuldigd over een maand /kwartaal | 
| ongeacht het oppervlak boerderijen | dubbele bijdrage basis | 338/1014 | 
Maandelijkse bijdrage voor de ongevallen-, ziekte- en moederschapsverzekering in het vierde kwartaal van 2025 : 78 PLN voor elke persoon die onder deze verzekering valt (234 PLN per kwartaal).
Let op : boeren dienen hun bijdrage voor het derde kwartaal van 2025 vóór 31 oktober 2025 te betalen.
LONEN EN ANDERE TARIEVEN IN HET ARBEIDSRECHTMinimumloon van 1 januari tot en met 31 december 2025: PLN 4.666.
Minimumuurtarief voor aannemers van 1 juli tot en met 31 december 2025: PLN 30,50.
Maximale hoogte van de ontslagvergoeding bij collectief ontslag van 1 januari tot en met 31 december 2025: 69.990 PLN (4.666 x 15 PLN).
Minimumloon voor minderjarigen van 1 september tot en met 30 november 2025:
> in het eerste studiejaar – PLN 699,89
> in het tweede studiejaar – PLN 787,38
> in het derde studiejaar – PLN 874,86
> in het geval van een jongere die een opleiding volgt om een specifieke baan uit te voeren – PLN 612,40
Gemiddeld salaris in de nationale economie:
> PLN 8.748,63 – in het tweede kwartaal van 2025
> PLN 8.962,28 – in het eerste kwartaal van 2025
> PLN 8.477,21 – in het vierde kwartaal van 2024
> PLN 8.161,62 – in het derde kwartaal van 2024
> PLN 8.038,41 – in het tweede kwartaal van 2024
> PLN 8.147,38 – in het eerste kwartaal van 2024
> PLN 7.540,36 – in het vierde kwartaal van 2023
> PLN 7.194,95 – in het derde kwartaal van 2023
ANDERE VOORDELEN Equivalente factor voor jaarlijkse vakantie in 2024 en 2025| Voltijdse functie | Equivalente factor 2024 | Equivalente factor 2025 | 
| voltijds | 20.92 | 20,75 | 
| 3/4 | 15,69 | 15.56 | 
| 2/3 | 13,95 | 13,83 | 
| 3/5 | 12.55 | 12.45 | 
| 1/2 | 10.46 | 10.38 | 
| 1/3 | 6,97 | 6,92 | 
| 1/4 | 5.23 | 5.19 | 
| 1/5 | 4.18 | 4.15 | 
* bij de berekeningen wordt rekening gehouden met de niet-werkdagen op kerstavond, die zijn ingevoerd door de wijziging van de Wet op de niet-werkdagen, die op 1 februari 2025 in werking treedt.
Toeslagen voor nachtarbeid in 2025(verandering minimumloon gedurende het jaar)
| Maanden | Toeslagbedragen bruto nachtelijk (in PLN) | Hoe bereken je toeslagen? | 
| Januari, maart, april | 5.55 | (4666 PLN : 168 uur) x 20%. | 
| Februari, mei, juni, augustus, december (gratis op kerstavond*) | 5.83 | (4.666 PLN: 160 uur) x 20%. | 
| Juli, oktober | 5.07 | (4.666 PLN: 184 uur) x 20%. | 
| september | 5.30 | (4.666 PLN: 176 uur) x 20%. | 
| November | 6.48 | (4.666 PLN: 144 uur) x 20%. | 
* Gratis kerstavond door wijziging van de Wet op de niet-werkdagen, die op 1 februari 2025 in werking treedt. (deze dag is in de berekeningen in de tabel als vrije dag opgenomen)
Minimale grondslag voor de berekening van ziektegeld en -uitkeringen in 2025 en in de tweede helft van 2024| MEDEWERKER | van 1 januari tot en met 31 december 2025 | van 1 juli tot en met 31 december 2024 | 
| voltijds | PLN 4.026,29 (PLN 4.666 – 13,71%) | PLN 3.710,47 (PLN 4.300 – 13,71%) | 
| 3/4 | PLN 3.019,72 (PLN 3.499,50 – 13,71%) | PLN 2.782,85 (PLN 3.225 – 13,71%) | 
| 1/2 | 2013,15 PLN (2333 PLN – 13,71%) | 1.855,23 PLN (2.150 PLN – 13,71%) | 
| 1/3 | PLN 1.342,09 (PLN 1.555,33 – 13,71%) | 1236,82 PLN (1433,33 PLN – 13,71%) | 
| 1/4 | PLN 1.006,57 (PLN 1.166,50 – 13,71%) | PLN 927,62 (PLN 1.075 – 13,71%) | 
| Maand | Vakantie/Dag week | Tijdberekening werk | Nummer uren werk | Nummer dagen werk | Nummer dagen vrij | 
| Januari | • 1 januari – Nieuwjaarsdag (woensdag) • 6 januari – Driekoningen (maandag) | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 3 dagen zogenaamde verlengde) – (8 uur x 2 vakantiedagen) | 168 | 21 | 10 | 
| Februari | gebrek | (40 uur x 4 weken) | 160 | 20 | 8 | 
| Maart | gebrek | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 1 dag) | 168 | 21 | 10 | 
| april | • 20 april – de eerste dag van Pasen* (zondag) • 21 april – de tweede dag van Pasen (maandag) | (40 uur × 4 weken) + (8 uur × 2 dagen) – (8 uur × 1 vakantie) | 168 | 21 | 9 | 
| Kunnen | • 1 mei – Nationale feestdag (donderdag) • 3 mei – Nationale feestdag van 3 mei (zaterdag) | (40 uur × 4 weken) + (8 uur × 2 dagen) – (8 uur × 2 vakantiedagen) | 160 | 20 | 10 (inclusief een vrije dag voor de feestdag op zaterdag) | 
| juni | • 8 juni – Pinksteren (zondag) • 19 juni – Corpus Christi (donderdag) | (40 uur × 4 weken) + (8 uur × 1 dag) – (8 uur × 1 vakantie) | 160 | 20 | 10 | 
| juli | gebrek | (40 uur × 4 weken) + (8 uur × 3 dagen) | 184 | 23 | 8 | 
| augustus | • 15 augustus - Aanname Heilige Maagd Maria Maagd Maria (vrijdag) | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 1 dag) - (8 uur x 1 vakantie) | 160 | 20 | 11 | 
| september | gebrek | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 2 dagen) | 176 | 22 | 8 | 
| oktober | gebrek | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 3 dagen) | 184 | 23 | 8 | 
| November | • 1 november – Allerheiligen (Zaterdag) • 11 november – Nationale Dag Onafhankelijkheid (Dinsdag) | (40 uur x 4 weken) – (8 uur x 2 vakanties) | 144 | 18 | 12 (inclusief een vrije dag voor de feestdag op zaterdag) | 
| December | • Kerstavond 24 december ** (woensdag) • 25 december – eerste dag Kerstmis (Donderdag) • 26 december – de tweede dag van God Geboorte (Vrijdag) | (40 uur x 4 weken) + (8 uur x 3 dagen) – (8 uur x 3 vakanties) | 160 | 20 | 11 | 
| Samen: | 14 dagen Kerstmis (10 vallen vanaf maandag tot vrijdag, 2 op zaterdag, 2 op zondag) | – | 1992 | 249 | 115 | 
* namen van feestdagen overeenkomstig de wet van 18 januari 1951 betreffende de niet-werkdagen (geconsolideerde tekst Staatsblad van 2020, post 1920)
** gratis kerstavond ingevoerd door de wijziging van de Wet op de niet-werkdagen, die in werking treedt op 1 februari 2025 (bij de berekening van de arbeidstijd in de tabel wordt deze dag als vrije dag beschouwd)
Dagvergoedingen voor buitenlandse reizen en hotelaccommodaties vanaf 29 november 2022*| Land | Munteenheid | Som diëten | Limietbedrag voor de nacht | 
| Australië | AUD | 95 | 270 | 
| Oostenrijk | EUR | 57 | 150 | 
| België | EUR | 55 | 200 | 
| Wit-Rusland | EUR | 42 | 130 | 
| Bulgarije | EUR | 40 | 120 | 
| Kroatië | EUR | 42 | 125 | 
| China | EUR | 55 | 170 | 
| Cyprus | EUR | 43 | 160 | 
| Tsjechië | EUR | 41 | 120 | 
| Denemarken | DKK | 446 | 1430 | 
| Estland | EUR | 45 | 110 | 
| Finland | EUR | 53 | 180 | 
| Frankrijk | EUR | 55 | 200 | 
| Griekenland | EUR | 50 | 160 | 
| Spanje | EUR | 50 | 200 | 
| Nederland | EUR | 50 | 150 | 
| Ierland | EUR | 52 | 160 | 
| Canada | CAD | 71 | 190 | 
| Litouwen | EUR | 45 | 150 | 
| Letland | EUR | 57 | 132 | 
| Duitsland | EUR | 49 | 170 | 
| Noorwegen | NOK | 496 | 1650 | 
| Portugal | EUR | 49 | 150 | 
| Rusland | EUR | 48 | 200 | 
| Roemenië | EUR | 42 | 110 | 
| Slowakije | EUR | 47 | 132 | 
| Slovenië | EUR | 45 | 143 | 
| Verenigde Staten Amerika (VS), inclusief: | Amerikaanse dollar | 59 | 200 | 
| – New York | Amerikaanse dollar | 59 | 350 | 
| –Washington | Amerikaanse dollar | 59 | 300 | 
| Zwitserland | CHF | 88 | 220 | 
| Zweden | KNOOP | 510 | 2000 | 
| Turkije | Amerikaanse dollar | 53 | 185 | 
| Oekraïne | EUR | 41 | 180 | 
| Hongarije | EUR | 44 | 143 | 
| Groot-Brittannië | GBP | 45 | 220 | 
| Italië | EUR | 53 | 192 | 
*wijzigingen hebben betrekking op sommige landen of tarieven
Belastingvrijstelling voor werknemersinkomsten tijdens tijdelijk verblijf in het buitenland (geselecteerd)| Land | Munteenheid | Inkomensbedrag uitgegeven voor elke dag (dieet x 30%) | 
| Australië | AUD | 28,50 (95 x 0,30) | 
| Oostenrijk | EUR | 17.10 (57 x 0.30) | 
| België | EUR | 16,50 (55 x 0,30) | 
| Wit-Rusland | EUR | 12,60 (42 x 0,30) | 
| Bulgarije | EUR | 12 (40 x 0,30) | 
| China | EUR | 16,50 (55 x 0,30) | 
| Kroatië | EUR | 12,60 (42 x 0,30) | 
| Cyprus | EUR | 12,90 (43 x 0,30) | 
| Tsjechië | EUR | 12.30 (41 x 0.30) | 
| Denemarken | DKK | 133,80 (446 x 0,30) | 
| Estland | EUR | 13,50 (45 x 0,30) | 
| Finland | EUR | 15,90 (53 x 0,30) | 
| Frankrijk | EUR | 16,50 (55 x 0,30) | 
| Griekenland | EUR | 15 (50 x 0,30) | 
| Georgië | EUR | 14,40 (48 x 0,30) | 
| Spanje | EUR | 15 (50 x 0,30) | 
| Nederland | EUR | 15 (50 x 0,30) | 
| Ierland | EUR | 15,60 (52 x 0,30) | 
| IJsland | EUR | 16,80 (56 x 0,30) | 
| Israël | EUR | 21 (70 x 0,30) | 
| Japan | Japanse yen | 2259,60 (7532 x 0,30) | 
| Canada | CAD | 21.30 (71 x 0.30) | 
| Litouwen | EUR | 13,50 (45 x 0,30) | 
| Letland | EUR | 17.10 (57 x 0.30) | 
| Duitsland | EUR | 14,70 (49 x 0,30) | 
| Noorwegen | NOK | 148,80 (496 x 0,30) | 
| Portugal | EUR | 14,70 (49 x 0,30) | 
| Rusland | EUR | 14,40 (48 x 0,30) | 
| Roemenië | EUR | 12,60 (42 x 0,30) | 
| Slowakije | EUR | 14.10 (47 x 0.30) | 
| Slovenië | EUR | 13,50 (45 x 0,30) | 
| Staten Verenigd Amerika (VS) | Amerikaanse dollar | 17,70 (59 x 0,30) | 
| Zwitserland | CHF | 26,40 (88 x 0,30) | 
| Zweden | KNOOP | 153 (510 x 0,30) | 
| Turkije | Amerikaanse dollar | 15,90 (53 x 0,30) | 
| Oekraïne | EUR | 12.30 (41 x 0.30) | 
| Hongarije | EUR | 13,20 (44 x 0,30) | 
| Groot-Brittannië | GBP | 13,50 (45 x 0,30) | 
| Italië | EUR | 15,90 (53 x 0,30) | 
De dagvergoedingen en andere vergoedingen voor binnenlandse zakenreizen zijn vanaf 1 januari 2023 als volgt:
> PLN 45 – vergoeding (volledig),
> PLN 67,50 – eenmalig bedrag voor accommodatie,
> PLN 9 – eenmalig reisbedrag.
AUTO VAST PRIJZENMaximumtarieven per kilometer voor privévoertuigen die zakelijk worden gebruikt (vanaf 17 januari 2023):
> voor een personenauto:
• met een motorinhoud tot 900 cm3 – PLN 0,89,
• met een motorinhoud boven 900 cm3 – PLN 1,15,
> voor een motorfiets – PLN 0,69,
> voor een bromfiets – PLN 0,42.
PENSIOENEN EN UITKERINGENPensioenen en lijfrentes worden jaarlijks vanaf 1 maart geïndexeerd.
In 2025 bestaat de indexatie uit het vermenigvuldigen van het uitkeringsbedrag en de berekeningsgrondslag ervan met het indexatiepercentage, dat overeenkomt met het gemiddelde jaarlijkse consumentenprijsindexcijfer van het voorafgaande kalenderjaar, verhoogd met 20% van de reële stijging van de gemiddelde lonen in 2024.
In 2025 bedraagt het indexeringspercentage 105,5% en stijgen de pensioenuitkeringen vanaf 1 maart met 5,5% . Vanaf 1 maart 2025 bedraagt het basispensioenbedrag PLN 7.140,52.
LAAGSTE PENSIOENEN EN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSINKOMSTEN VANAF 1 MAART 2024
> PLN 1.878,91 – ouderdomspensioen, overbruggingspensioen, lerarenuitkering, pensioen bij volledige arbeidsongeschiktheid en nabestaanden- en sociaal pensioen,
> PLN 1.409,18 – pensioen voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid,
> PLN 2.254,69 – pensioen voor volledige arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte en ongevallenoverlevingspensioen,
> PLN 1.691,02 – pensioen bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte.
INKOMENSGRENS VOOR GEPENSIONEERDEN EN PERSONEN MET EEN BEPERKING VAN TOEPASSING VAN 1 SEPTEMBER TOT EN MET 30 NOVEMBER 2025
> PLN 6.124,10 – pensioenen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden verlaagd wanneer het inkomen dit bedrag overschrijdt (70% van het gemiddelde maandsalaris),
> PLN 11.373,30 – ouderdoms- en invaliditeitspensioenen worden opgeschort wanneer dit bedrag het inkomen overschrijdt (130% van het gemiddelde maandsalaris).
Let op: Deze beperkingen gelden niet voor personen die de algemene pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
MAXIMALE VERLAGINGEN VAN PENSIOENEN EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID VANAF 1 MAART 2025
> PLN 939,61 – ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen bij volledige arbeidsongeschiktheid,
> PLN 704,75 – pensioen voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid,
> PLN 798,72 – nabestaandenpensioen, waarop één persoon recht heeft.
PREPENSIOENUITKERING VANAF 1 MAART 2025> PLN 1.893,41 – bedrag van de prepensioenuitkering.
Bedragen die van invloed zijn op de verlaging of opschorting van de prepensioenuitkering vanaf 1 maart 2025:
> PLN 2.045,50 – toegestaan maandelijks inkomen,
> PLN 5.727,20 – maandelijkse inkomensgrens,
> PLN 24.546 – toegestaan jaarlijks inkomen,
> PLN 68.726,40 – de jaarlijkse inkomensgrens.
UITVAARTUITKERING in november 2025 – PLN 4.000
INDEXATIE-INDICATOR VAN DE BASIS VOOR DE BEOORDELING VAN DE ZIEKTEKOSTENUITKERING DIE WORDT GEBRUIKT VOOR DE BEREKENING VAN DE REVALIDATIE-UITKERING> 103,2% – in het vierde kwartaal van 2025
> 109,8 procent – in het derde kwartaal van 2025
> 105,5 procent – in het tweede kwartaal van 2025
> 100,2 procent – in het eerste kwartaal van 2025
> 106,6% – in Q4 2024
> 113,2% – in Q3 2024
> 107,6% – in Q2 2024
> 101 procent – in het eerste kwartaal van 2024
> 104,90% – in Q4 2023
> 109,9% – in Q3 2023
> 109,4% – in Q2 2023
> 103,9% – in Q1 2023
> 102,7% – in Q4 2022
> 110,2% – in Q3 2022
> 108,9% – in Q2 2022
> 99,6 procent – in het eerste kwartaal van 2022 (niet hoger dan 100 procent, dus de basis is niet onderhevig aan indexatie)
> 100,9% – in Q4 2021
> 109,9% – in Q3 2021
> 108,6% – in Q2 2021
> 97 procent – in het eerste kwartaal van 2021 (niet hoger dan 100 procent, dus de basis is niet onderhevig aan indexatie)
> 96,7 procent – in het vierde kwartaal van 2020 (komt niet boven de 100 procent uit, dus de basis is niet indexeerbaar)
> 108,1% – in Q3 2020
> 107,4% – in Q2 2020
EENMALIGE VERGOEDINGSBEDRAGEN VOOR GEZONDHEIDSSCHADE VEROORZAAKT DOOR EEN ARBEIDSONGEVAL OF BEROEPSZIEKTEVan 1 april 2025 tot en met 31 maart 2026:
> PLN 1.636 voor elk procentpunt van permanente of langdurige gezondheidsschade,
> PLN 1.636 voor elk procentpunt van blijvende of langdurige gezondheidsschade als gevolg van een toename van deze schade met ten minste 10 procentpunten,
> PLN 28.636 voor de volledige arbeidsongeschiktheid van de verzekerde en het onvermogen om een zelfstandig leven te leiden,
> PLN 28.636 voor een beslissing over volledige arbeidsongeschiktheid en ongeschiktheid voor zelfstandig wonen vanwege verslechtering de gezondheidstoestand van de gepensioneerde,
> PLN 147.271, wanneer de echtgeno(o)t(e) of een of meer kinderen van de overleden verzekerde of gepensioneerde recht hebben op een eenmalige schadevergoeding,
> PLN 73.635, wanneer een familielid van de overleden verzekerde of gepensioneerde, met uitzondering van een echtgenoot of kind, recht heeft op een eenmalige compensatie,
> PLN 147.271 , wanneer de echtgeno(o)t(e) en een of meer kinderen van de overleden verzekerde of gepensioneerde recht hebben op een eenmalige schadevergoeding, en PLN 28.636 vanwege een verhoging van de schadevergoeding die voor elk van deze kinderen verschuldigd is,
> PLN 147.271 , wanneer twee of meer kinderen van de overleden verzekerde of gepensioneerde recht hebben op een eenmalige schadevergoeding, en PLN 28.636 vanwege een verhoging van deze schadevergoeding voor het tweede en elk volgend kind,
> PLN 28.636 , indien naast de echtgeno(o)t(e) of kinderen ook andere familieleden van de overleden verzekerde of gepensioneerde recht hebben op een eenmalige schadevergoeding; ieder van hen heeft recht op dit bedrag, ongeacht de schadevergoeding die verschuldigd is aan de echtgeno(o)t(e) of kinderen,
> PLN 73.635 , wanneer alleen familieleden, met uitzondering van de echtgeno(o)t(e) of de kinderen van de overleden verzekerde of gepensioneerde, recht hebben op een eenmalige schadevergoeding, en PLN 28.636 vanwege de verhoging van deze schadevergoeding voor de tweede en elke volgende rechthebbende persoon.
> PLN 28.636 vanwege de verhoging van de schadevergoeding die aan de tweede en elke volgende rechthebbende persoon moet worden betaald.
CONTANTE TRANSACTIESBetalingen die verband houden met zakelijke activiteiten worden gedaan of geaccepteerd via de bankrekening van de ondernemer wanneer:
> de partij bij de transactie waaruit de betaling voortvloeit een andere ondernemer is, en
> het eenmalige bedrag van de transactie, ongeacht het aantal betalingen dat hieruit voortvloeit, het equivalent van 15.000 PLN overschrijdt (transacties in vreemde valuta worden omgerekend in PLN tegen de gemiddelde wisselkoers die door de Nationale Bank van Polen is bekendgemaakt op de laatste werkdag voorafgaand aan de datum van de transactie; Art. 19 van de Wet van 6 maart 2018 - Ondernemerswet (geconsolideerde tekst: Staatsblad van 2023, item 221).
NOTARISKOSTENSinds 27 januari 2007 is het maximumtarief (conform de verordening van de Minister van Justitie betreffende de maximumtarieven voor notariskosten, geconsolideerde tekst Staatsblad van 2020, item 1473, zoals gewijzigd) gebaseerd op de waarde van:
> tot PLN 3.000 – PLN 100;
> boven PLN 3.000 tot PLN 10.000 – PLN 100 + 3% van het overschot boven PLN 3.000;
> boven PLN 10.000 tot PLN 30.000 – PLN 310 + 2% van het overschot boven PLN 10.000;
> boven PLN 30.000 tot PLN 60.000 – PLN 710 + 1% van het overschot boven PLN 30.000;
> boven PLN 60.000 tot PLN 1.000.000 – PLN 1.010 + 0,4% van het overschot boven PLN 60.000;
> boven PLN 1.000.000 tot PLN 2.000.000 – PLN 4.770 + 0,2 procent van het overschot boven PLN 1.000.000;
> boven 2.000.000 PLN – 6.770 PLN + 0,25% van het meerdere boven 2.000.000 PLN, maar niet meer dan 10.000 PLN, en in het geval van activiteiten verricht tussen personen ingedeeld in belastinggroep I in de zin van de bepalingen van de wet van 28 juli 1983 betreffende de erf- en schenkbelasting (geconsolideerde tekst Staatsblad 2021, item 1043) niet meer dan 7.500 PLN.
De helft van dit tarief is het maximumtarief voor het opmaken van een notariële akte waarin het volgende wordt vastgelegd:
> een bindend contract dat onder een voorwaarde of een deadline wordt gesloten,
> een overeenkomst tot overdracht van eigendom of eeuwigdurend vruchtgebruik ter uitvoering van de bindende overeenkomst,
> contract voor de verkoop van agrarisch onroerend goed uit de agrarische eigendomsbronnen van de Staatskas,
> een koopovereenkomst voor een woning of een stuk grond met een eengezinswoning, gesloten door de Staatskas, lokale overheidsinstanties of andere entiteiten op basis van wetten die prijsverlagingen aan kopers verlenen,
> overeenkomst over de overdracht van de coöperatieve eigendomsrechten op het pand,
> overeenkomst inzake de overdracht van het eigendom van een coöperatief recht op een woning, een coöperatief recht op een bedrijfspand, een recht op een eengezinswoning in een woningbouwcoöperatie (een recht op een woning in een door een woningbouwcoöperatie gebouwd huis met het doel het eigendom ervan over te dragen aan een lid),
> een overeenkomst tot overdracht van het verwachte coöperatieve eigendomsrecht op een pand, het afzonderlijk eigendom van een pand of een eengezinswoning overeenkomstig de Wet van 15 december 2000 betreffende de woningcoöperaties (geconsolideerde tekst Staatsblad van 2021, punt 1208),
> een overeenkomst tot vaststelling van het afzonderlijk eigendom van een pand of tot overdracht van het eigendom van een eengezinswoning met rechten op grond, gesloten bij de uitvoering van contracten voor de bouw van een pand of woning, overeenkomstig de Wet op de woningbouwcoöperaties,
> overeenkomst over de overdracht van het eigendom van een appartement of een eengezinswoning met grondrechten door een woningbouwcoöperatie,
> een overeenkomst betreffende de overdracht van het eigendom, de verlening van eeuwigdurend vruchtgebruik of de overdracht van het recht van eeuwigdurend vruchtgebruik op een bouwperceel aan een woningbouwcoöperatie overeenkomstig artikel 35 van de Wet op de woningbouwcoöperaties,
> het vestigen van een hypotheek,
> het verloop van de veiling of aanbesteding,
> het accepteren van geld in Poolse of buitenlandse valuta voor bewaring,
> een overeenkomst gesloten op basis van artikel 9 van de wet van 24 juni 1994 betreffende het eigendomsrecht (geconsolideerde tekst Staatsblad van 2021, punt 1048),
> een schenkingsovereenkomst voor een onroerende zaak die een afzonderlijk onroerend goed vormt, indien de overeenkomst wordt gesloten tussen personen die in belastinggroep I in de zin van de bepalingen van de Successie- en schenkingswet zijn ingedeeld en de verkrijgers recht hebben op de vrijstelling bedoeld in artikel 16 van de Successie- en schenkingswet,
> een koopovereenkomst voor een afzonderlijke woonruimte in de zin van artikel 2, lid 2, eerste zin, van de Wet op de eigendom van een ruimte die een afzonderlijk onroerend goed vormt of een eengezinswoning in de zin van de bepalingen van de Wet van 7 juli 1994 – Bouwrecht (geconsolideerde tekst Staatsblad van 2021, item 2351),
> een koopovereenkomst voor een stuk grond die een bouwperceel vormt in de zin van art. 2 punt 12 van de Wet van 27 maart 2003 betreffende de ruimtelijke ordening en de ontwikkeling (gecoördineerde tekst Staatsblad van 2021, punt 741, zoals gewijzigd),
> ontwikkelingsovereenkomst.
| Hoofdstad | Voor vertraging | Periode geldigheid | Baseren juridisch | 
| 8 | 10 | vanaf 9 oktober 2025 | NBP Officieel Journaal van 2025, item 22 | 
| 8.25 | 10.25 | vanaf 4 september 2025 | NBP Officieel Journaal van 2025, item 15 | 
| 8,50 | 10.50 | vanaf 3 juli 2025 | NBP Officieel Journaal van 2025, item 6 | 
| 8,75 | 10,75 | van 8 mei 2025 tot 2 juli 2025 | NBP Officieel Journaal van 2025, item 5 | 
| 9.25 | 11.25 | van 5 oktober 2023 tot 7 mei 2025 | NBP Officieel Journaal van 2023, item 15 | 
| 9.5 | 11.5 | van 7 september 2023 tot 4 oktober 2023 | NBP Officieel Journaal van 2023, item 14 | 
| 10.25 | 12.25 | van 8 september 2022 tot 6 september 2023 | NBP Officieel Journaal van 2022, item 16 | 
| 10 | 12 | van 8 juli 2022 tot 7 september 2022 | NBP Officieel Journaal van 2022, item 15 | 
| 9.5 | 11.5 | van 9 juni 2022 tot 7 juli 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 13 | 
| 8,75 | 10,75 | van 6 mei tot 8 juni 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 11 | 
| 8 | 10 | van 7 april tot 5 mei 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 9 | 
| 7 | 9 | van 9 maart tot 6 april 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 5 | 
| 6.25 | 8.25 | van 9 februari tot en met 8 maart 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 3 | 
| 5,75 | 7,75 | van 5 januari tot en met 8 februari 2022 | Officieel tijdschrift van de Nationale Bank van Polen vanaf 2022, punt 1 | 
| 5.25 | 7.25 | van 9 december 2021 tot 4 januari 2022 | NBP Officieel Journaal van 2021, item 17 | 
| 4,75 | 6,75 | van 4 november tot en met 8 december 2021 | NBP Officieel Journaal van 2021, item 15 | 
| 4 | 6 | van 7 oktober tot en met 3 november 2021 | NBP Officieel Journaal van 2021, item 13 | 
| 3.6 | 5.6 | van 29 mei tot 6 oktober 2021 | NBP Officieel Journaal van 2020, item 10 | 
| 4 | 6 | van 9 april 2020 tot 28 mei 2021 | NBP Officieel Journaal van 2020, item 7 | 
| 4.5 | 6.5 | van 8 maart tot 8 april 2020 | NBP Officieel Journaal van 2020, item 4 | 
| 5 | 7 | van 1 januari 2016 tot 17 maart 2020 | Tijdschrift voor Rechten van 2016, item 47 | 
| 8 | – | van 23 december 2014 tot en met 31 december 2015 | Tijdschrift voor Rechten van 2014, item 1858 | 
| Tarief (procent) | Periode geldigheid | Wettelijke basis | 
| 12 | vanaf 9 oktober 2025 | Parlementslid van 2025, punt 1105 | 
| 12,5 | vanaf 4 september 2025 | Parlementslid van 2025, punt 950 | 
| 13 | vanaf 3 juli 2025 | Parlementslid van 2025, punt 647 | 
| 13.5 | van 8 mei tot 2 juli 2025 | Parlementslid van 2025, punt 457 | 
| 14.5 | van 5 oktober 2023 tot 7 mei 2025 | Parlementslid van 2023, punt 1101 | 
| 15 | van 7 september tot 4 oktober 2023 | Parlementslid van 2023, punt 1017 | 
| 16.5 | van 8 september 2022 tot 6 september 2023 | Parlementslid van 2022, punt 905 | 
| 16 | van 8 juli tot 7 september 2022 | Parlementslid van 2022, punt 679 | 
| 15 | van 9 juni tot 7 juli 2022 | Parlementslid van 2022, punt 607 | 
| 13.5 | van 6 mei tot 8 juni 2022 | Parlementslid van 2022, punt 468 | 
| 12 | van 7 april tot 5 mei 2022 | Parlementslid van 2022, punt 398 | 
| 10 | van 9 maart tot 6 april 2022 | Parlementslid van 2022, punt 339 | 
| 8,5 | van 9 februari tot en met 8 maart 2022 | Parlementslid van 2022, punt 220 | 
| 8 | van 9 oktober 2014 tot 8 februari 2022 | Parlementslid uit 2014, punt 905 | 
| 10 | vanaf 4 juli 2013 tot 8 oktober 2014 | Parlementslid van 2013, punt 596 | 
| 10.5 | van 6 juni tot en met 3 juli 2013 | Parlementslid uit 2013, punt 537 | 
| 11 | van 9 mei tot 5 juni 2013 | Parlementslid uit 2013, punt 442 | 
| 1 | van 7 maart tot 8 mei 201 | Parlementslid uit 2013, punt 163 | 
Let op: de rente is actueel per 30 oktober 2025. Als de Monetaire Beleidsraad besluit de rente na deze datum te wijzigen, heeft dit gevolgen voor de hoogte van de rente over achterstallige belasting.
Verlaagde vertragingsrente op belastingachterstanden| Tarief (procent) | Geldigheidsduur | Wettelijke basis | 
| 6 | vanaf 9 oktober 2025 | Parlementslid van 2025, punt 1105 | 
| 6.25 | vanaf 4 september 2025 | Parlementslid van 2025, punt 950 | 
| 6.5 | vanaf 3 juli 2025 | Parlementslid van 2025, punt 647 | 
| 6,75 | van 8 mei tot 2 juli 2025 | Parlementslid van 2025, punt 457 | 
| 7.25 | van 5 oktober 2023 tot 7 mei 2025 | Parlementslid van 2023, punt 1101 | 
| 7,5 | van 7 september tot 4 oktober 2023 | Parlementslid van 2023, punt 1017 | 
| 8.25 | van 8 september 2022 tot 6 september 2023 | Parlementslid van 2022, punt 905 | 
| 8 | van 8 juli tot 7 september 2022 | Parlementslid van 2022, punt 679 | 
| 7,5 | van 9 juni tot 7 juli 2022 | Parlementslid van 2022, punt 607 | 
| 6,75 | van 6 mei tot 8 juni 2022 | Parlementslid van 2022, punt 468 | 
| 6 | van 7 april tot 5 mei 2022 | Parlementslid van 2022, punt 398 | 
| 5 | van 9 maart tot 6 april 2022 | Parlementslid van 2022, punt 339 | 
| 4.25 | van 9 februari tot en met 8 maart 2022 | Parlementslid van 2022, punt 46 | 
| 4 | vanaf 1 januari 2016 | Parlementslid uit 2016, punt 20 | 
| 6 | vanaf 9 oktober 2014 tot en met 31 december 2015 | Parlementslid uit 2014, punt 905 | 
| 7,5 | vanaf 4 juli 2013 tot 8 oktober 2014 | Parlementslid van 2013, punt 596 | 
| 7,88 | vanaf 6 juni 2013 tot 3 juli 2013 | Parlementslid uit 2013, punt 537 | 
| 8.25 | vanaf 9 mei 2013 tot 5 juni 2013 | Parlementslid uit 2013, punt 442 | 
De werkgever moet de werknemer vrijstellen van werk voor*:
> 2 dagen – in geval van het huwelijk van de werknemer of de geboorte van zijn of haar kind of het overlijden en de begrafenis van de echtgenoot of het kind, vader, moeder, stiefvader of stiefmoeder van de werknemer,
> één dag – in het geval van de bruiloft van het kind van de werknemer of het overlijden en de begrafenis van zijn/haar zus, broer, schoonmoeder, schoonvader, grootmoeder, grootvader of een andere persoon die door de werknemer wordt onderhouden of onder zijn/haar directe zorg valt,
> 6 dagen per kalenderjaar – opgeroepen om deskundigentaken uit te voeren in administratieve, strafrechtelijke voorbereidende of gerechtelijke procedures of voor een raad voor kleine vergrijpen,
> maximaal 5 dagen per kalenderjaar aanvullend zorgverlof – om noodzakelijke persoonlijke verzorging of ondersteuning te bieden om ernstige medische redenen aan familieleden of andere personen (op voorwaarde dat zij samenwonen) (artikel 173 § 1 van de Arbeidswet)
> 2 dagen of 16 uur verlof per kalenderjaar wegens overmacht – wanneer de onmiddellijke aanwezigheid van de werknemer noodzakelijk is wegens overmacht in dringende familieomstandigheden veroorzaakt door ziekte of ongeval (artikel 1481 van het Arbeidswetboek)
> de tijd die nodig is om de kwestie te regelen die het onderwerp is van de dagvaarding – opgeroepen om persoonlijk te verschijnen voor de bevoegde autoriteit in het kader van de algemene plicht tot verdediging,
> de tijd die nodig is voor het uitvoeren van de verplichte medische onderzoeken en vaccinaties die zijn voorzien in de regelgeving betreffende de bestrijding van infectieziekten, de bestrijding van tuberculose en de bestrijding van geslachtsziekten,
> czas niezbędny do wzięcia udziału w posiedzeniu komisji pojednawczej w charakterze członka tej komisji – pracownika będącego stroną lub świadkiem w postępowaniu pojednawczym,
> wystąpienie w charakterze świadka w postępowaniu kontrolnym prowadzonym przez Najwyższą Izbę Kontroli i pracownika powołanego do udziału w tym postępowaniu w charakterze specjalisty,
> czas niezbędny do uczestniczenia w działaniach ratowniczych i do wypoczynku koniecznego po ich zakończeniu – pracownika będącego członkiem ochotniczej straży pożarnej
> 6 dni w ciągu roku kalendarzowego łącznie na szkolenie pożarnicze – członek ochotniczej straży pożarnej,
> czas niezbędny do uczestniczenia w akcji ratowniczej i do wypoczynku koniecznego po jej zakończeniu – pracownika będącego ratownikiem Górskiego Ochotniczego Pogotowia Ratunkowego,
> czas wyznaczenia przez przewodniczącego Państwowej Komisji Badania Wypadków Kolejowych do udziału w postępowaniu – pracownika będącego członkiem doraźnym Państwowej Komisji Badania Wypadków Kolejowych, ujętym na liście ministra transportu,
> czas niezbędny do uczestniczenia w akcji ratowniczej i do wypoczynku koniecznego po jej zakończeniu oraz na czas udziału w szkoleniach organizowanych przez Morską Służbę Poszukiwania i Ratownictwa – pracownika będącego członkiem ochotniczej drużyny ratowniczej działającej w brzegowej stacji ratowniczej Morskiej Służby Poszukiwania i Ratownictwa,
> czas wykonywania obowiązku świadczeń osobistych, w trybie i na warunkach przewidzianych w odrębnych przepisach.
* wg rozporządzenia ministra pracy i polityki socjalnej z 15 czerwca 1996 r. w sprawie sposobu usprawiedliwiania nieobecności w pracy oraz udzielania pracownikom zwolnień od pracy (tekst jedn. DzU z 2014 r., poz. 1632)
TERMINY ROZLICZEŃ Z PFRON> do 31 października (piątek) osoby niepełnosprawne, które prowadzą działalność gospodarczą, przekazują wniosek do PFRON o refundację zapłaconych składek emerytalno-rentowych za sierpień 2025 r.,
> do 20 listopada (czwartek) pracodawcy regulują wpłaty na PFRON za październik 2025 r.,
> do 25 listopada (wtorek) pracodawcy wysyłają do PFRON wnioski Wn-D i załączniki INF-DP oraz INF-O-PP o dofinansowanie miesięcznych wynagrodzeń niepełnosprawnych pracowników za październik 2025 r.,
> do 1 grudnia (poniedziałek) osoby niepełnosprawne, które prowadzą działalność gospodarczą, przekazują wniosek do PFRON o refundację zapłaconych składek emerytalno-rentowych za wrzesień 2025 r.
WPŁATY NA PFRONOD 1 WRZEŚNIA DO 30 LISTOPADA 2025 R.
Pracodawcy, którzy zatrudniają co najmniej 25 pracowników w przeliczeniu na pełny wymiar czasu pracy, co miesiąc muszą wpłacać określone kwoty na Państwowy Fundusz Rehabilitacji Osób Niepełnosprawnych.
Opłata ta stanowi iloczyn 40,65 proc. przeciętnego wynagrodzenia i liczby pracowników, która odpowiada różnicy między zatrudnieniem zapewniającym osiągnięcie wskaźnika zatrudnienia osób niepełnosprawnych w wysokości 6 proc . a rzeczywistym zatrudnieniem osób niepełnosprawnych. Obecnie do obliczenia wpłat na PFRON przyjmuje się kwotę 8748,63 zł.
Wsparcie dla zatrudniających niepełnosprawnych| Graden niepełnosprawności | Maksymalne kwoty dofinansowań od 1 lipca 2024 r. | 
| stopień znaczny | 2760 zł | 
| ze schorzeniem specjalnym | 4140 zł | 
| stopień umiarkowany | 1550 zł | 
| ze schorzeniem specjalnym | 2585 zł | 
| stopień lekki | 575 PLN | 
| stopień lekki ze schorzeniem specjalnym | 1265 zł | 
* zgodnie z ustawą z 5 grudnia 2024 r. o zmianie ustawy o rehabilitacji zawodowej i społecznej oraz zatrudnianiu osób niepełnosprawnych (DzU z 2024 r., poz. 1961), która weszła w życie 1 stycznia 2025 r., ale uprawnienia do dopłaty za zatrudnianie niepełnosprawnych obowiązują z mocą wsteczną od 1 lipca 2024 r.
Kwoty wolne od potrąceń z wynagrodzenia za pracę od 1 stycznia do 31 grudnia 2025 r. (w zł; cały etat dla pracowników, którzy nie korzystają ze zwolnień podatkowych i zrezygnowali z Pracowniczych Planów Kapitałowych)*| Rodzaj potrącenia | Basis koszty uzyskania przychodu (250 zł) z PIT-2 | Podstawowe koszty uzyskania przychodu (250 zł) bez PIT-2 | Podwyższone koszty uzyskania przychodu (300 zł) z PIT-2 | Podwyższone koszty uzyskania przychodu (300 zł) bez PIT-2 | 
| OBOWIĄZKOWE - świadczenia niealimentacyjne (100 proc.) | 3510.92 | 3210,92 | 3516,92 | 3516,92 | 
| OBOWIĄZKOWE - zaliczki pieniężne dla pracownika (75 proc.) | 2633,19 | 2408,19 | 2637,69 | 2412,69 | 
| OBOWIĄZKOWE - kary pieniężne (90 proc.) | 3159,83 | 2889,83 | 3165,23 | 2895,23 | 
| DOBROWOLNE - należności dla pracodawcy (100 proc.) | 3510.92 | 3210,92 | 3516,92 | 3516,92 | 
| DOBROWOLNE - należności dla innych podmiotów (80 proc.) | 2808,74 | 2568,74 | 2813,54 | 2573,54 | 
* liczone dla 4666 zł, czyli minimalnego wynagrodzenia za pracę obowiązującego od 1 stycznia do 31 grudnia 2025 r. i 12-proc. stawki podatku oraz PIT-2 uprawniającego do stosowania 1/12 kwoty wolnej
Ważne limity na 2025 rok| Bereik | w zł* | in euro's | 
| Wartość sprzedaży uprawniająca do korzystania ze zwolnienia od VAT | 200.000 | – | 
| Wartość wewnątrzwspólnotowego nabycia uprawniająca do wyłączenia od podatku VAT | 50.000 | – | 
| Wartość sprzedaży uprawniająca do statusu małego podatnika VAT | 8 569 000 | 2.000.000 | 
| Wartość sprzedaży uprawniająca do statusu małego podatnika PIT, CIT | 8 569 000 | 2.000.000 | 
| Kwota prowizji uzyskana przez podatnika VAT uprawniająca do korzystania ze statusu małego pośrednika | 193.000 | 45.000 | 
| Możliwość opłacania podatku w formie ryczałtu od przychodów ewidencjonowanych | 8 569 200 | 2.000.000 | 
| Kwartalne wpłaty ryczałtu od przychodów ewidencjonowanych | 856 920 | 200.000 | 
| Kwota przychodów za rok poprzedni zobowiązująca do prowadzenia ksiąg rachunkowych | 8 569 000** | 2.000.000 | 
| Jednorazowa amortyzacja w ramach de minimis-steun | 214.000 | 50.000 | 
* według średniego kursu euro ogłoszonego przez NBP 1 października 2024 r. (4,2846 zł)
** zgodnie z ustawą z 6 grudnia 2024 r. o zmianie ustawy o rachunkowości, ustawy o biegłych rewidentach, firmach audytorskich oraz nadzorze publicznym oraz niektórych innych ustaw, która czeka na podpis prezydenta, od 1 stycznia te limity wyniosą odpowiednio: 10 711 500 zł i 2 500 000 euro
Zakładowy fundusz świadczeń socjalnych – odpisy w 2025 r. (w zł)| Type odpisu of zwiększenia | Procent basisprincipes wymiaru | podstawa 7262,39* | 
| OBOWIĄZKOWY - za zatrudnionego w normalnych warunkach | 37,5 proc. | 2723,40 | 
| OBOWIĄZKOWY - za wykonującego pracę w szczególnych warunkach lub pracę o szczególnym charakterze | 50 proc. | 3631,20 | 
| OBOWIĄZKOWY - za młodocianego | • w I roku nauki – 5 proc. • w II roku nauki – 6 proc. • w III roku nauki – 7 proc. | • w I roku nauki – 363,12 zł • w II roku – 435,74 zł • w III roku – 508,37 zł | 
| DOBROWOLNY - za byłego pracownika – emeryta lub rencistę | zwiększenie zfśs o 6,25 proc | o 453,90 | 
| DOBROWOLNY - za niepełnosprawnego umiarkowanie lub veel | podniesienie odpisu o 6,25 proc., czyli łącznie do 43,75 proc. | o 453,90 | 
| DOBROWOLNY - z tytułu utworzenia zakładowego żłobka lub klubu dziecięcego i przeznaczenia na ten cel 7,5 proc. odpisu podstawowego oraz przeznaczenia całości zwiększenia na żłobek lub klub | toename zfśs na każdego medewerker o 7,5 proc. | o 544,68 | 
* prezes GUS ogłosił w obwieszczeniu z 19 lutego 2025 r., że przeciętne wynagrodzenie miesięczne w gospodarce narodowej, pomniejszone o potrącone od ubezpieczonych składki na ubezpieczenia emerytalne, rentowe oraz chorobowe, w 2024 r. wyniosło 7140,52 zł, aw drugim półroczu 2024 r. wyniosło 7262,39 zł.
ŚCIĄGAWKA PRZEDSIĘBIORCY NA GRUDZIEŃ 2025 R. UKAŻE SIĘ 27 LISTOPADA 2025 R.
RP

![Recordregens, overstromingen en harde wind. Straten in New York onder water [VIDEO]](/_next/image?url=https%3A%2F%2Fdziennik.com%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F10%2Fphoto-collage.png-33_Easy-Resize.com_.jpg&w=3840&q=100)
