Spijt van wilde wingerd? Deze nadelen merk je vaak te laat

Wilde wingerd is zo’n plant waar je op slag verliefd op wordt. Vooral het blad in vurige herfstkleuren zorgt voor een wow-effect tegen muren of schuttingen. Toch is het – net als in de liefde – slim om niet alleen met je hart te kiezen, voordat je spijt krijgt. Deze snelgroeiende klimplant heeft namelijk ook zo z’n nadelen …
Lees verder onder de advertentie

Wilde wingerd is een snelgroeiende klimplant uit de wijnstokfamilie (Vitaceae) die moeiteloos een muur, hek of schutting bedekt. Dankzij zijn zelfhechtende wortels klimt hij vanzelf omhoog of kruipt hij als bodembedekker over de grond. In het voorjaar loopt hij uit met frisgroen blad en in de herfst verkleurt hij spectaculair naar oranje en rood.
Hij is zeer winterhard, maar niet bladhoudend. Sommige soorten bloeien vanaf mei met onopvallende groenwitte bloempjes, gevolgd door blauwzwarte besjes in de herfst. Zet hem bij voorkeur op een zonnige of licht beschaduwde plek.

Van zeer groot en woekerend tot kleinere varianten: dit zijn vijf populaire soorten wilde wingerd.
- Parthenocissus quinquefolia – vijfbladige soort die zeer invasief is.
- Parthenocissus tricuspidata – Oosterse wilde wingerd, beter bekend als ‘Boston ivy’, die je vaak ziet op oudere gebouwen.
- Parthenocissus tricuspidata ‘Veitchii’ – Japanse wilde wingerd met opvallend grote, zachtere bladeren.
- Parthenocissus tricuspidata ‘Green Spring’ – compactere variëteit tot 15 m. met licht-glanzende bladeren.
- Parthenocissus henryana – compacte variëteit tot 10 m. met kleinere, delicate bladeren met zilverwitte aderen.

Gardeners’ World-redacteur Lizanne: “Oude boerderijen of binnenplaatsen compleet begroeid met het karmijnrode herfstblad van de wilde wingerd: op vakantie in Frankrijk of Italië kan ik er geen genoeg van krijgen. Dat wil ik thuis ook wel, dacht ik. In een opwelling kocht ik een Parthenocissus quinquefolia voor in mijn stadstuin. Eenmaal thuis las ik pas allerhande waarschuwingen en kreeg ik spijt: hij neemt je hele tuin over! Ik zag totaal niet voor me hoe ik deze plant in toom ging houden in zo’n kleine achtertuin. Ik heb hem met lood in de schoenen teruggebracht.”
Deze klimplant steelt moeiteloos je hart, maar hij heeft ook zo zijn schaduwkanten. Dit zijn 5 dingen die je moet weten voordat je overstag gaat:

Hij is niet te stoppen: een wilde wingerd groeit als een malle en kan hierdoor erg gaan woekeren. Sommige soorten worden met gemak 3 meter. Met name Parthenocissus quinquefolia is een erg invasieve soort die alleen geschikt is voor grote tuinen. Plant hem dus alleen als hij volop de ruimte heeft om zich probleemloos te verspreiden, anders krijg je spijt.

Het haar zuignapjes kan de wilde wingerd zich gemakkelijk hechten aan een schutting of muur, maar ook aan houten kozijnen of glas. De hechtwortels zijn erg sterk: bij het verwijderen blijven de wortels soms zitten of ze nemen verf weg. Dat kan zonde zijn!
De scheuten van de wilde wingerd wurmen zich tussen scheuren en kieren in muren en daken en richten hierdoor schade aan. Met een beetje pech, duwt de wortel zich door een dakrand heen.

Parthenocissus quinquefolia is een erg invasieve tuinplant die met gemak overslaat op de natuur in de buurt. Dat kan voor problemen zorgen, namelijk als hij daar andere (inheemse) soorten met veel natuurwaarde beconcurreert.
Tip! Via de online database ‘Tuin er niet in’ van Floron ontdek je of een tuinplant invasief is en krijg je tips over alternatieven.

Als je wilde wingerd niet onderhoudt, groeit hij over andere planten en bomen heen. Dit veroorzaakt veel schaduw, wat de groei van andere planten in de weg kan staan.

- Het hele jaar door een prachtige tuin
- Geen keuzestress bij planten kiezen
- Tips om planten te combineren


Een wilde wingerd voelt zich thuis tegen elke wand, muur of schutting, zolang hij daar lekker de ruimte krijgt en geen overlast veroorzaakt. Met zijn zelfhechtende zuignapjes klimt hij zonder support de hoogte in. Een fijne bijkomstigheid: in de zomer zorgen de bladeren voor isolatie én verkoeling. En tuinvogels? Die maken dankbaar gebruik van alle beschutting die hij biedt.

De plant zelf is niet giftig, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Sommige soorten krijgen in de herfst blauwzwarte besjes die licht-giftig zijn voor mensen … die laat je dus beter hangen. Tuinvogels zijn er wél dol op en komen er graag een snackje halen!
Snoeien is niet per se nodig, maar wel erg handig als je de klimplant in toom wilt houden. In de lente of herfst kun je een wilde wingerd gerust flink terugknippen, want hij loopt sowieso weer uit. Zie je tussendoor wat wilde scheuten, dood blad of rommelige uitlopers? Geen probleem: die kun je het hele jaar door rustig bijwerken.
Tip! Van de zachte scheuten kun je makkelijk stekken maken – zo kweek je gratis nieuwe planten. Of je graaft een van de gewortelde stengels op en geeft ‘m een plekje elders in de tuin.

Twijfel je over een wilde wingerd en wil je toch graag die kale muur of schutting verstoppen onder een groene klimmer? Ga dan voor een niet-invasieve soort. Klimop is een fijne keuze: groenblijvend, vol voedsel voor tuindieren, en hij kan net als de wilde wingerd in (lichte) schaduw groeien. Of ga voor een sierlijke clematis, bijvoorbeeld de inheemse Clematis vitalba.
gardenersworldmagazine