Graszoden leggen: wanneer en hoe doe je dat?

Een nieuw gazon leggen hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Met graszoden heb je in een paar uur tijd een frisgroen grasveld in je tuin. Voor een paar euro per rol koop je sterke, slijtvaste grasmatten, vaak met soorten zoals Engels raaigras, die goed bestand zijn tegen intensief gebruik. Wil je weten hoe en wanneer je zelf graszoden kunt leggen, en wat daarvoor de beste voorbereiding is? Lees dan snel verder.

Lees verder onder de advertentie

Het leggen van nieuwe graszoden doe je bij voorkeur in het voorjaar (maart-april) of najaar (september-oktober). In deze perioden van het jaar zijn de temperaturen mild en valt er meestal genoeg regen, wat ideaal is voor jong gras. Door de combinatie van vocht en gematigde temperaturen kunnen de zoden zich goed hechten en stevig wortelen in de bodem. Kortom: vermijd de extremen van zomerhitte of wintervorst en kies voor een moment waarop de natuur je een handje helpt. Zo geef je je nieuwe gazon de beste start!

Ja, ook zonder wals kun je prima zelf graszoden leggen. Dit is het materiaal dat je nodig hebt:

Graszoden (incl. 10% snijverlies)

Een strak gazon begint bij een goede voorbereiding van de ondergrond. Die moet stevig en mooi vlak zijn, anders kunnen er kuilen ontstaan wanneer de aarde later inklinkt en dat ziet er rommelig uit.

Strooi ongeveer een week voordat je de graszoden legt een organische meststof over de grond. Bereid de bodem vervolgens goed voor: egaliseer het oppervlak en verwijder eventuele grote stenen. Zijn er nog oneffen plekken? Vul deze dan op met tuinaarde, verdeel het gelijkmatig en hark het mooi vlak.

Graszoden worden meestal in rollen geleverd. Ga er snel mee aan de slag, anders vangt het opgerolde gras te weinig licht. Het liefst leg je graszoden meteen binnen 24 uur en anders is het handig om de graszoden even uit te rollen. Ben je klaar voor de klus? Pak dan dit simpele stappenplan erbij.

Begin met het voorbereiden van de bodem: verwijder onkruid en steentjes, en maak het oppervlak netjes vlak met een hark. Dit zorgt ervoor dat de graszoden straks perfect aansluiten op het grondoppervlak: er moet geen greintje lucht tussenkomen.

Loop in kleine stappen over de grond om deze stevig aan te drukken. Zie je een kuiltje? Vul het op met tuinaarde, druk het weer aan en hark het geheel nog een keer glad.

Rol de graszoden strak tegen elkaar uit, met een beetje overlap. Laat de naden verspringen, zodat ze niet meer zichtbaar zijn. Met de hand werk je de zoden goed tegen de grond. Bij dit klusje leg je het beste een houten plank neer om op te staan of knielen, zodat je het verse gras niet beschadigt.

Tip! Is er een klein stukje over? Leg dit liever niet aan de rand maar in het midden tussen twee langere stukken. Aan de rand zal een dun stukje sneller uitdrogen.

Tip

Snijd het teveel aan gras af met een scherp mes of spade. Klop daarna zachtjes met de achterkant van een hark over de grasmat heen. Zo maakt het goed contact met de ondergrond.

Geef het net gelegde gras direct ruim water en blijf dit om de paar dagen doen. Het duurt een paar weken voordat het goed hecht en aanslaat, dus laat het niet uitdrogen.

Wacht met gras maaien tot het circa 2,5 – 5 cm hoog is. Maai dan niet meer dan een derde van de lengte in één keer af.