Fotograaf legde honderd piemels vast en sprak met de eigenaren: ‘Heel veel mannen hebben onvrede over de lengte’
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F08%252FJohn-Wiersma-fotograaf-piemels-He-Pik-man-.jpeg&w=1920&q=100)
Meer dan de helft wereldwijd heeft er eentje: een piemel. Maar volgens fotograaf John Wiersma (43) doen we met z’n allen nog best ingewikkeld over de jongeheer. Hij fotografeerde en sprak met honderd piemeldragers en bundelde die verhalen in zijn boek met de toepasselijke titel: Hé Pik.
We kunnen er wel omheen draaien, maar je hebt een piemel of een vagina. Ja, ook jij, laten we het beestje maar gewoon bij de naam noemen. Dat is ook precies waar Wiersma voor pleit als het om het mannelijk geslachtsdeel gaat. Want echt open en eerlijk daarover zijn, blijkt bij de piemel nog een dingetje. Eerder deed de Belgische seksuologe Goedele Liekens al een boekje open over de ‘ideale piemel’.
Wiersma legt uit dat een gesprek met zijn vriendin de ’trigger’ was voor zijn boek. „Zij sprak ooit uit dat een penis in slappe toestand een lelijk ding is. Ik vroeg me af: ‘Is dat ook echt zo?’ Ik kan me nog herinneren dat ik jaren geleden een boekje vond bij winkelketen De Expo met allemaal slappe piemels erin, maar het ontbrak aan de verhalen achter de penis. Ik besloot zelf piemels vast te leggen. Dit keer wilde ik er een menselijker boek van maken. Een boek waarin het taboe rondom piemels doorbroken wordt. Een boek dat wegbleef van porno, erotiek en seksisme. Met een foto waarop de piemel in zijn hoedanigheid werd vastgelegd zoals hij 99 procent van de dag is: in ruststand. Gewoon een lichaamsdeel, net als een oor of neus. Toch rust er een taboe op de piemel. We praten er weinig over en als we erover praten zijn mannen vooral ‘groot geschapen’ en hebben we een ‘derde been’. Maar we horen niet dat hij niet goed werkt, urine kan lekken of klein is.”
De fotograaf deed een oproep op LinkedIn met de vraag of mannen hun jongeheer willen laten fotograferen. „Ik vroeg op voorhand wel af: ‘Wie reageert daar op?’ Maar ik kreeg een hele hoop reacties en mijn oproep kreeg de nodige aandacht. Ook vrienden en bekenden van mij besloten mee te doen. Zo ook een vriend die ik al 25 jaar kende, maar nooit zijn verhaal hierover had gehoord. Wel moest ik wat meer moeite doen om twintigers, dertigers en veertigers te vinden. Ik zocht een diverse groep piemeldragers, maar wilde geen onderscheid maken in hun verhalen. Ik vond ieder verhaal al dapper genoeg.”
Honderd mannen in een fotostudio die hun broek laten zakken, was dat niet gek? „Het is natuurlijk een intiem proces, maar het werd ook al heel snel normaal. Zelf ben ik als eerste gegaan. De ene kandidaat stond te popelen, de ander kwam echt om zijn verhaal te vertellen. Het was een menselijk proces.”
Wiersma noemt een aantal verhalen op die hem behoorlijk bijbleven. „De meneer die op de voorkant van het boek staat is inmiddels eind 30. Maar toen hij 15 was kreeg hij een skateboard-ongeluk. Hij had pijn en kwam er thuis achter dat alles onder het bloed zat en er een grote snee in zijn piemel zat. Hij koos ervoor om het niemand te vertellen, ook geen dokter of zijn ouders. Achteraf gezien had de snee gehecht moeten worden, maar hij hield het voor zichzelf. Dat vond ik zo’n erg idee. Dat je als 15-jarige jongen alleen op je kamer zit en zoveel pijn hebt. Gelukkig is het bij hem genezen, maar op dat moment ervoer hij zoveel angst. Of hij nog wel kon plassen, kinderen krijgen of ooit seks kon hebben. Die schaamte die eronder lag, maakte nogal indruk op mij.”
De fotograaf vertelt verder: „Een andere meneer kwam de fotostudio in en in eerste instantie kon ik niks opvallends aan hem herkennen. Maar al gaande weg kwam ik erachter dat hij heel ijdel was. Hij bleek op jonge leeftijd al bezig te zijn om zijn piemel ‘mooier’ te maken. Hij liet zich in de puberteit besnijden en op latere leeftijd nogmaals. Ook liet hij zijn haar daar beneden laseren en deed hij twee keer per jaar fillers in zijn eikel. Het was bedoeld zodat zijn eikel strak bleef. Ik vond dat iets merkwaardigs, waarom zou je dat doen? Maar deze man wilde dat zijn piemel mooi was. Je kon bij hem niet aan de buitenkant zien dat hij zo ijdel onder zijn kleding was.”
„Een van de eerste modellen bleek seksueel misbruikt te zijn in een bubbelbad. Dat had jarenlange impact op zijn omgang met zijn geslachtsdeel gehad. Zo veel impact dat hij het amper durfde aan te raken. Alle verhalen blijven anoniem, maar tijdens mijn gesprekken met andere mannen, vertelden drie anderen aan mij voor het eerst in hun leven dat zij ook zoiets hadden meegemaakt. Van de honderd mensen die ik sprak, vertelden vier openlijk tegen mij over misbruik. Maar hoeveel hadden het mij niet verteld? En wat als ik duizend mensen had gesproken? Dat blijft wel in je gedachten spoken.”
Na honderd gesprekken en foto’s, ontdekte Wiersma dat ‘heel veel’ mannen onvrede ervaren over de lengte van hun penis. „Zelf hield ik me daar nooit zo mee bezig, maar de schaamte bij veel mannen is groot. Hoewel ik dacht dat meer mannen over een penis in erectie onvrede hebben, bleek dat veel mannen juist niet tevreden waren over de slappe toestand. Veel mannen hebben dat, dat als de piemel stijf en paraat is, ze er best blij mee zijn. Maar dat die ontspannen toestand toch nog zwaar weegt, dat verbaasde me. Dat steeds bezig zijn met hoe jouw piemel erbij hangt en hoe groot die van een ander is en de onzekerheid die daaraan kleeft.” Maar waarom zijn mannen daar dan zo mee bezig? „Ik weet het niet, wellicht heeft het te maken met hoe mannen zich gedragen, of van hen verwacht wordt zich te gedragen. Of hoe we in deze maatschappij mannelijkheid definiëren.”
„Piemeldragers vinden het belangrijk dat hun geslachtsdeel ‘normaal’ is. Is het te groot? Te klein? Of andere op- of aanmerkingen? Dan komt daar onzekerheid om de hoek kijken. Als je kijkt naar kunst en beeldhouwwerken in Italië, dan werd een kleine penis lange tijd als schoonheid beschouwd. Maar tegenwoordig is een kleinere piemel niet goed genoeg. Seks is er altijd geweest, maar ik denk wel dat social media en de oneindige hoeveelheid porno die voor het oprapen ligt, geen positief effect op ons beeld van de piemel hebben. Wellicht zijn we dat te veel als maatstaf gaan zien. Maar de piemels in porno zijn daar speciaal voor geselecteerd. Je komt er bedrogen uit als je je daaraan gaat meten.”
Daar kan dus volgens de fotograaf nog wel wat aan bijgeschaafd worden. „Ik denk dat het belangrijk is, en dat probeer ik ook mijn kinderen mee te geven, dat je goed bent zoals je bent. Dat je tevreden leert zijn met hoe je eruit ziet. Mijn oudste dochter is 16 en ziet op TikTok en Snapchat grote borsten en opgespoten lippen. Het is tegenwoordig makkelijk om aan jezelf te sleutelen. Maar we zijn wie we zijn en moeten leren waarderen hoe we eruit zien. Daarom is het zo belangrijk dat we in gesprek blijven met elkaar en dat hoop ik ook met mijn boek teweeg te brengen.”
En voor iedere piemeldrager die zijn eigen jongeheer in twijfel trekt? John Wiersma besluit: „Piemels zijn er in alle soorten en maten. Ongeacht leeftijd, cultuur of afkomst. Het is niet vanzelfsprekend dat iemand van Aziatische afkomst een kleinere piemel heeft en een man van de Antillen een ‘derde been’ heeft. Elke piemel is uniek. Ze lijken op elkaar, maar hebben ook allemaal een eigen verhaal. Wees daar wat vaker open over en trek niet te snel conclusies. Wees blij met dat je een piemel hebt. En nee, je bent niet de enige die onzeker is. Sta open voor andermans verhaal. Er zijn zoveel meer mannen met dezelfde gedachten en worstelingen. Probeer jezelf uit te dagen om daarin iets meer een grens te verleggen en wat opener te zijn.”
Orthopedagoog Loes Waanders pleit voor ‘ontspannen ouderschap’, zo doe je dat volgens haar
Metro Holland