De begroting van het Huis is positief, maar de energiekosten vormen een last.

Vanuit economisch oogpunt verkeert de Kamer in goede gezondheid en vertoont zij "een financieel kader dat wordt gekenmerkt door soliditeit en stabiliteit". De Kamer van Quaestoren vat haar analyse van de jaarrekening 2024 en de begroting van dit jaar samen in haar verslag.
De Kamer is begonnen met de bespreking ervan en zal er de komende dagen over stemmen. Een beheersbegroting die opvalt door een overschot van € 45,3 miljoen.
Dit vertegenwoordigt een aanzienlijke besparing, aangezien de inkomsten € 1,3 miljard bedragen en de uitgaven € 1,2 miljard. Maar specifiek worden de exploitatiekosten – dat wil zeggen de totale uitgaven exclusief sociale lasten, die met € 1,7 miljoen stegen ten opzichte van 2024 – beïnvloed door de "prudentiële prognoses" met betrekking tot hogere energierekeningen. Daarom voelt ook de Tweede Kamer de gevolgen van de stijging van de elektriciteits- en gaskosten: de eerste is goed voor € 6,5 miljoen, terwijl gas goed is voor € 1 miljoen. En vooruitkijkend, zullen de pensioenuitgaven de komende twee jaar ook zwaar wegen, zij het minder dan die van niet-gekozen leden. De begroting laat in ieder geval de positieve impact zien van de bijlslag uit 2013, die nu zichtbaar is in de verdeling. In essentie bedraagt het geld dat Montecitorio tot zijn beschikking heeft € 943,16 miljoen per jaar van 2025 tot 2027.
In 2013 werd het budget met € 50 miljoen verlaagd en sindsdien is het budget ongewijzigd gebleven. Dit is een belangrijk signaal, benadrukken de quaestoren, gezien de prijsstijgingen sindsdien. Ze zijn ook tevreden over de totale uitgaven voor 2025: de lopende exploitatiekosten, kapitaaluitgaven en socialezekerheidsuitgaven bij elkaar opgeteld, bedragen € 980 miljoen (ongeveer € 2,2 miljoen minder dan in 2024). Volgens de quaestoren "is dit een van de laagste niveaus in de afgelopen 20 jaar". De uitgaven voor parlementsleden bleven in de afgelopen drie jaar vrijwel gelijk. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de bezuinigingen op toelagen en vergoedingen, die het Bureau heeft verlengd tot 2027.
Anders zouden de uitgaven voor dat jaar omhoog zijn geschoten naar € 32 miljoen. De Vijfsterrenbeweging (M5S) heeft zich consequent verzet tegen de aanpassing van de toelagen en weigert op te geven. En in de Kamer kondigde parlementslid Gilda Sportiello een motie aan die pleitte voor een verlaging ervan. Een andere historische strijd van de Vijfsterrenbeweging, die in de Kamer werd herhaald, is de afschaffing van de pensioenen voor voormalige parlementsleden. In Montecitorio is de pensioenkwestie een controversieel onderwerp: dit jaar wordt een daling van € 4 miljoen verwacht (rekening houdend met gepensioneerde parlementsleden en gepensioneerd personeel), maar de uitgaven zullen de komende twee jaar stijgen: € 11,4 miljoen in 2026 (+ 2,5%) en € 12,8 miljoen in 2027 vergeleken met 2026 (+ 2,72%). De verhogingen zijn in lijn met de prognoses voor de trend van de pensioenuitgaven in de Nota Overheidsfinanciën 2025, legden de quaestoren uit, en hoe dan ook zou de vergelijking nog steeds in het voordeel van de Kamer zijn, vergeleken met andere pensioenen.
ansa