Precariteit en ondergrondse economie: in het Zuiden werken mensen 27 dagen minder per jaar

MILAAN – In het Noorden werken mensen gemiddeld 255 dagen per jaar, in het Zuiden 228, dat is 27 dagen minder. Dit wordt onderstreept door het onderzoeksbureau van de Cgia van Mestre (Venetië), dat stelt dat er minstens twee strikt verwante redenen aan de oorsprong liggen van deze gegevens. De eerste, beweert Cgia, is te wijten aan een wijdverbreide ondergrondse economie die in de zuidelijke regio's een omvang heeft die men in de rest van het land niet aantreft en die statistisch gezien niet toelaat de onregelmatig gewerkte uren te tellen. De tweede oorzaak is een arbeidsmarkt die in het Zuiden gekenmerkt wordt door veel onzekerheid, door een wijdverspreide aanwezigheid van onvrijwillig deeltijdwerk, vooral in de dienstensector, door veel seizoenarbeiders in de horeca en de landbouw, waardoor het gemiddelde aantal gewerkte uren aanzienlijk daalt.

De werknemers met het hoogste gemiddelde aantal gewerkte dagen in 2023 woonden in de provincie Lecco, met 264,9 dagen. Ze worden gevolgd door particuliere werknemers uit Biella (264,3), Vicenza (263,5), Lodi (263,3), Padua (263,1), Monza-Brianza (263), Treviso (262,7) en Bergamo (262,6). De provincies met de minste aanwezigheid zijn Foggia (213,5 dagen), Trapani (213,3), Rimini (212,5), Nuoro (205,2) en Vibo Valentia (193,3). Het Italiaanse gemiddelde bedroeg 246,1 dagen.

Milaan koningin van salarissen

In gebieden waar meer uren gewerkt worden, is de productiviteit ook hoger en zijn de lonen en salarissen dus "hoger". In het Noorden bedroeg het gemiddelde dagloon in 2023 104 euro bruto, in het Zuiden 77 euro, een verschil van 35%. De productiviteit in het Noorden lag 34% hoger dan in het Zuiden. Milaan was in 2023 de plek waar ondernemers de hoogste gemiddelde salarissen betaalden: 34.343 euro. Monza-Brianza volgt met 28.833 euro, Parma met 27.869 euro, Modena met 27.671 euro, Bologna met 27.603 euro en Reggio Emilia met 26.937 euro: gebieden met een sterke concentratie van sectoren met een hoge productiviteit en een hoge toegevoegde waarde, zoals de productie van luxe auto's, mechanica, automotive, mechatronica, biomedische technologie en agrovoeding. De "armste" werknemers zijn echter te vinden in Trapani met 14.854 euro, in Cosenza met 14.817 euro, in Nuoro met 14.676 euro en ten slotte in Vibo Valentia met 13.388 euro. Het Italiaanse gemiddelde lag op 23.662 euro.