‘Nog niet’: het Santarcangelo Festival dringt zich op in de twijfels van het dagelijks leven

14 mei 2025

In juli 140 voorstellingen en 38 Italiaanse en buitenlandse gezelschappen vertellen het verhaal van het hedendaagse theater
Om de onzekerheid van ons dagelijks leven te benadrukken, heeft de 55e editie van het Santarcangelo Festival (dat op vrijdag 4 juli van start gaat en op de 13e eindigt) de titel ' Nog niet ' gekregen. Want dat ‘Nog Niet’, aldus de Poolse criticus Tomasz Kirenczuck die het evenement voor de vierde keer samenstelt, onderstreept het gevoel van een eigentijdsheid waarin de toekomst nog niet vastligt en het verleden in zijn interpretaties levend blijft. "Onzekerheid", zo betoogde hij gisteren bij de presentatie van het festival in MAMbo in Bologna, "moet niet worden gezien als een bedreiging, maar als een ruimte voor vergelijking tussen verschillende visies."
Achtendertig Italiaanse en internationale gezelschappen (waarvan ongeveer twintig nationale premières), 140 voorstellingen (meer gesproken theater dan dans ), meer dan twintig dj-sets en acht openbare bijeenkomsten vormen het programma van een festival dat, zoals de traditie voorschrijft, de nieuwe theatertalen ter discussie stelt. Het begint om 19.30 uur op de 4e in het Itse Molari met 'Boujloud' van Kenza Berrada en eindigt om 21.30 uur op de 13e in het Galli in Rimini met 'Unarmoured' van de Canadese choreografe Clara Furey. Dit jaar is de heropening van Piazza Ganganelli met drie opmerkelijke installaties. Het gaat om Xenia Koghilaki, een Griekse danseres die in Berlijn woont en op de openingsavond om 22.00 uur op het podium staat met 'Slamming'; door Tiran Willemse, een Zuid-Afrikaanse danser en onderzoeker die, in samenwerking met de Congolese elektronische muzikant Nkisi, 'When the calabash breaks' signeert; van La Chachi, of Maria del Mar Suarez, die in 'Los inescalables Alpes, buscando a Currito' een intense, gedeconstrueerde en hypnotiserende flamenco creëert. Naast de traditionele podia van de stad (Lavatoio, Supercinema, Itse Molari, Palazzo della poesia) en de theaters in de omgeving, keert het festival dit jaar terug naar de voormalige Corderie, het industriële complex aan de Via Dante Di Nappi dat vóór 2013 in gebruik was. Hier kunt u onder andere de nationale première zien van 'Echo Dance of Furies' van Dewey Dell, het gezelschap bestaande uit Teodora en Agata Castellucci, Vito Matera en de muzikant Demetrio Castellucci (5-6 en 8 juli). Ook in de voormalige Corderie wordt de drie uur durende voorstelling 'This resting patience' van de Poolse choreografe Ewa Dziaranowska opgevoerd, evenals 'Entepfhul' van Alina Arsi (en over dans gesproken, houd ook de Poolse kunstenaar Wojciech Grudzinski in de gaten, die in 'Threesome' de figuren van drie beroemde twintigste-eeuwse dansers uit zijn land in herinnering roept).
Het Italiaanse 'quotum' wordt niet alleen vertegenwoordigd door de Castellucci's. Alessandro Sciarroni is verantwoordelijk voor de dramaturgie van 'U. 'un canto', een muzikale uitvoering met koorzangen (in het Galli in Rimini) terwijl Silvia Calderoni en Ilenia Caleo met 'Temporale (een lesbische tragedie)' de onrust van de huidige tijd onderzoeken (in het Petrella in Longiano op 5 en 6 juli). En ook Muna Mussie, een kunstenares van Eritrese afkomst, die met 'Cinema Impero' de koloniale propaganda analyseert in een performance voor telkens één toeschouwer (van 5 tot 13 juli) en de Bolognese Flavia Zaganelli die in 'Placebo Dance' het concept van plezier onderzoekt (van 10 tot 12 juli). Dit jaar zal het voormalige Buzzi-complex worden gebruikt voor het Grandi Magazzini Criminali-project 'Ogni creatura è un popolo' (9-10 juli), terwijl een privéappartement gastheer zal zijn voor 'Feral' van Josefina Cerda (10-12). Er zijn uiteraard veel intrigerende voorstellen. Zo is het werk ‘Language: no problem’ van de Palestijnse kunstenares Marah Haj Husseien opvallend, omdat het het verhaal vertelt van de relatie tussen haar moedertaal en Hebreeuws, de officiële taal van het land waar haar familie woont (12 en 13 juli). Maar het is het lichaam (vooral het vrouwelijke) dat in veel performances centraal staat, te beginnen met die van Hana Umeda die in 'Rapeflower' de ervaringen vertelt van talloze vrouwen die geweld ondergaan (4-6 juli) of die van Mathilde Carmen Chan Invernon die zich met 'Bell End' chauvinistische houdingen toe-eigent (8-10 juli). Tot slot: dit jaar verandert ook ‘Imbosco’, de vaste after-festivallocatie, en is het curatorschap overgedragen aan Industria Indipendente, Kem en Parini Secondo: negen avonden vol afterparty’s en dj-sets die een nieuw zelfbewustzijn beloven.
© Reproductie voorbehouden
İl Resto Del Carlino