Wat vrouwelijke slachtoffers van 'Phica' kunnen doen en wat mannen riskeren: uitleg van een advocaat

De afgelopen maand heeft de zaak rond de website Phica.eu tot grote verontwaardiging geleid. Het bestaan van het platform, dat afbeeldingen van vrouwen verzamelde en verspreidde, soms gemanipuleerd zonder hun toestemming en vergezeld ging van beledigende en vernederende opmerkingen, kwam aanvankelijk aan het licht op sociale media dankzij de stemmen van verschillende influencers en makers die hun afbeeldingen op de site zagen verschijnen. Volgens persberichten meldden sommige slachtoffers dat er een "tariefschema" bestond om hun foto's te laten verwijderen. Na publieke verontwaardiging werd de site offline gehaald , maar onderzoekers hebben de beheerder geïdentificeerd na het openen van een dossier bij het Openbaar Ministerie van Rome.
In deze context hebben we een aantal juridische overwegingen verzameld met advocate Marina Mirabella ( @avvocatasulweb op Instagram), die zich bezighoudt met privacy en de bescherming van persoonsgegevens. We wilden graag weten welke hulpmiddelen slachtoffers vandaag de dag tot hun beschikking hebben en welke veranderingen in de Italiaanse wetgeving nodig zijn om de bescherming te vergroten.
Huidige instrumenten voor rechtsbeschermingWat zijn momenteel in Italië de meest effectieve juridische instrumenten en beschermingsmechanismen om de niet-consensuele verspreiding van intieme afbeeldingen en vernederende opmerkingen te bestrijden?
De strijd tegen de ongeoorloofde verspreiding van intieme afbeeldingen en vernederende opmerkingen berust niet op één enkel instrument, maar op een gecoördineerde combinatie van strafrechtelijke, civielrechtelijke en bestuursrechtelijke rechtsmiddelen. Op strafrechtelijk vlak voorziet de bepaling van artikel 612-ter van het Wetboek van Strafrecht – namelijk de onrechtmatige verspreiding van seksueel expliciete afbeeldingen of video's – in straffen variërend van één tot zes jaar gevangenisstraf en een boete van maximaal € 15.000 voor iedereen die intieme inhoud verspreidt zonder toestemming van de afgebeelde personen. Deze bescherming geldt ook voor degenen die de inhoud hebben ontvangen of verworven en vervolgens hebben verspreid.
Het is ook illegaal om afbeeldingen die al online staan (misschien zelfs afbeeldingen die door de betrokkenen zelf op hun socialemedia-accounts zijn geplaatst) in een denigrerende context te "herplaatsen". De AVG beschermt ook openbare gegevens die voor andere doeleinden worden gebruikt.
Hoe kunnen wij bestuurlijk en civiel ingrijpen?
Op administratief/privacyniveau biedt de Italiaanse Autoriteit voor gegevensbescherming (Garante per la protezione dei dati personali) belangrijke beschermingsinstrumenten. De autoriteit heeft "onmiddellijke" en ambtshalve interventiebevoegdheden en kan preventief optreden naar aanleiding van meldingen van personen die vrezen voor de publicatie van vertrouwelijke content. Zij kan de tijdelijke blokkering van content bevelen en platformbeheerders verplichten om dringende maatregelen te nemen om de verspreiding ervan te voorkomen.
Bovendien biedt de melddienst op grond van artikel 144 van de Privacywet slachtoffers de mogelijkheid om te verzoeken om verwijdering van onrechtmatig verwerkte gegevens, en kan de Gegevensbeschermingsautoriteit daarnaast aanzienlijke sancties opleggen aan gegevensverwerkers. Indien een slachtoffer gegronde vrees heeft dat seksueel expliciete afbeeldingen zonder zijn of haar toestemming kunnen worden verspreid, kan hij of zij deze melding doen via het specifieke formulier dat beschikbaar is op de website van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Het formulier moet de platforms voor het delen van content (sociale netwerken, berichten, enz.) vermelden waarop de vrees bestaat voor verspreiding, evenals de redenen voor de vrees dat dergelijk schadelijk gedrag kan plaatsvinden.
Ten slotte kan op civielrechtelijk vlak een spoedberoep doorslaggevend zijn bij het verkrijgen van een bevel tot verwijdering van content en schadevergoeding voor schendingen van persoonlijke rechten, met name eer, reputatie en privacy. Bovendien is het mogelijk om actie te ondernemen tegen zoekmachines om de-indexering te verkrijgen, waardoor afbeeldingen niet langer in online resultaten verschijnen, zelfs nadat de website is gesloten.
Dan is er nog de kwestie van de "prijslijst", die blijkbaar aan de slachtoffers werd aangeboden om ervoor te zorgen dat hun content werd verwijderd...
In dit geval beperkt de dynamiek zich niet alleen tot illegale verspreiding; als deze versie klopt, moet ook chantage in overweging worden genomen: het slachtoffer wordt gedwongen te betalen om materiaal dat hij of zij nooit online wilde hebben, te verwijderen. In dergelijke situaties kan het misdrijf afpersing worden vervolgd (artikel 629 van het Wetboek van Strafrecht).
Bestaande wetgeving en noodzaak tot actualiseringGezien het feit dat wraakporno al een wettelijke straf van maximaal zes jaar kan opleveren, maar deepfakes nog steeds niet gereguleerd zijn, denkt u dat het gepast is om wetgeving in te voeren om gemanipuleerde afbeeldingen te reguleren?
Het klopt: deepfakes vallen momenteel niet onder uitgebreide regelgeving, noch in onze nationale noch in onze Europese rechtsstelsels. De impact van deepfakes is bijzonder verraderlijk: een onschuldige foto kan worden gemanipuleerd om een persoon af te beelden in intieme scènes die nooit hebben plaatsgevonden. In deze gevallen lijdt het slachtoffer dezelfde schade aan zijn of haar waardigheid en reputatie, maar tegenwoordig is een "combinatie van misdrijven" vereist. Het is duidelijk dat dit een gefragmenteerd kader is, dat geen alomvattend antwoord biedt op het fenomeen. Hoewel het ontbreken van een specifieke wet de bescherming minder "gericht" maakt, betekent dit echter niet dat het een juridisch "onbedekt" fenomeen is. Daden die verband houden met de verspreiding van gemanipuleerde content worden bijvoorbeeld vervolgd op grond van de wetgeving inzake smaad, onrechtmatige inmenging in de persoonlijke levenssfeer en onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens.
In welke richting moeten we bewegen?
Juridisch en politiek debat is gaande om deze lacune op te vullen. Er wordt momenteel een wetsvoorstel ingediend om een nieuw misdrijf in te voeren, artikel 612-quater van het Wetboek van Strafrecht, getiteld "Illegale verspreiding van kunstmatig gegenereerde of gemanipuleerde inhoud". Dit misdrijf zou de onrechtmatige verspreiding van gemanipuleerde afbeeldingen die bedoeld zijn om personen te misleiden door naakte afbeeldingen van personen te creëren, strafbaar stellen. De voorgestelde straffen zijn streng, met een gevangenisstraf van twee tot zeven jaar en een boete van € 6.000 tot € 16.000.
Verschil tussen sociale netwerken en zelfstandige sitesWat is vanuit regelgevend en operationeel perspectief het verschil tussen de behandeling van zaken die ontstaan op sociale media (zoals Facebook of Telegram) en die van onafhankelijke sites zoals Phica.eu? Zijn er verschillende uitdagingen bij het handhaven van rechten in beide situaties?
Het verschil tussen ingrijpen op een sociaal netwerk en het aanpakken van een zelfstandige site is significant, zowel vanuit regelgevend als operationeel perspectief. Operationeel gezien kan er bij sociale netwerken actie worden ondernomen via de bestaande kanalen en procedures: advocaten van slachtoffers kunnen tools voor snelle melding/moderatie activeren, gebruikmaken van interne procedures die zijn vastgelegd in beleid, verzoeken om de-indexering of dringende verwijdering van content, en bij uitblijven van actie een beroep doen op de Italiaanse Autoriteit voor gegevensbescherming of juridische stappen ondernemen.
Bij onafhankelijke websites is de situatie complexer, vooral als het gaat om "portalen" die in het buitenland geregistreerd zijn, met servers in landen buiten de EU. In deze gevallen zijn de verwijderingsprocedures minder goed geregeld en verlopen ze trager. Vanuit regelgevend oogpunt is een hostingprovider vrijgesteld van aansprakelijkheid voor illegale content die door derden wordt geüpload, mits zijn rol slechts technisch, neutraal en passief is. Deze vrijstelling vervalt echter wanneer de provider daadwerkelijk kennis krijgt van de illegaliteit van de content – bijvoorbeeld door redactionele controle, indexering, catalogisering of contentmoderatie – en nalaat om deze snel te verwijderen. Uit de pers blijkt dat het argument "het is niet onze schuld, het waren de gebruikers" waarschijnlijk niet standhoudt in het geval van de website Phica.eu.
Rol en bevoegdheden van de autoriteitenDenkt u dat de Privacy Garant, de Postpolitie en de Parlementaire Commissie Vrouwenmoord over de nodige instrumenten beschikken om in dit soort gevallen snel in te grijpen? Zo niet, wat zou er volgens u versterkt moeten worden?
De Parlementaire Commissie vervult een politieke rol: zij heeft geen directe bevoegdheid om in specifieke gevallen in te grijpen, maar kan wel wetswijzigingen beïnvloeden. Bovendien moet erkend worden dat de beschermingsinstrumenten – die we wel hebben, zoals we hebben gezien – niet altijd toereikend zijn om tijdig in te grijpen. Ze moeten worden versterkt met snellere en beter gecoördineerde procedures. Want in deze gevallen maakt tijd het verschil: elke extra dag dat een afbeelding online blijft, vergroot de schade aan de waardigheid en privacy van het slachtoffer. Wat ontbreekt, zijn middelen: meer middelen voor zowel de postpolitie en het Openbaar Ministerie, als voor de Gegevensbeschermingsautoriteit, zouden helpen.
De sluiting van de website Phica.euDe site is gesloten, maar experts zeggen dat sommige afbeeldingen nog steeds geïndexeerd en online toegankelijk zijn. Wat kunnen slachtoffers – en hun advocaten in het algemeen – doen om ervoor te zorgen dat deze content volledig wordt verwijderd en hun waardigheid wordt beschermd?
Het simpelweg sluiten van een website is niet voldoende: online gedeelde content kan gemakkelijk worden gerepliceerd en blijft toegankelijk. Dit is precies wat de impact van dit fenomeen op slachtoffers zo ernstig maakt. En laten we duidelijk zijn: zodra content op internet is geüpload, kan deze in zeer korte tijd worden gekopieerd, gedeeld en gearchiveerd op een onbepaald aantal apparaten, dus het volledig verwijderen van online content is onrealistisch. U kunt de-indexering van zoekmachines aanvragen: een tool die is voorzien in artikel 17 van de AVG (het recht om vergeten te worden), waarmee content uit de index van een zoekmachine kan worden verwijderd: de content blijft online, maar verschijnt niet meer in de zoekresultaten. Bovendien is het, zoals reeds vermeld, zeker nuttig om de situatie te melden bij de Italiaanse Autoriteit voor gegevensbescherming.
Is het nog steeds mogelijk om de voor de rapportage benodigde gegevens te herstellen?
Uiteraard belemmert de sluiting van de site op geen enkele wijze de voortzetting van het onderzoek en het herstel van gegevens die nodig zijn voor het indienen van aangiften. De postpolitie kan de gegevens die nodig zijn voor het indienen van aangiften en het identificeren van de verantwoordelijken, herstellen; zij beschikken over tools om logbestanden en archieven met betrekking tot de site te verkrijgen, zelfs na sluiting.
Luce