Rekenkamer: Slechts 17,7% van de ontdekte belastingontduiking is teruggevonden.

17,7% van de aan het licht gekomen bedragen aan belastingontduiking worden omgezet in daadwerkelijke belastinginkomsten: van de € 72,3 miljard die in 2024 werd vastgesteld, werd € 12,8 miljard daadwerkelijk betaald. Dit blijkt uit de analyse van de staatsinkomsten door de Rekenkamer in de delen die bij het verslag over de Algemene Staatsbegroting horen. Binnen de totale gegevens blijkt dat de belastinginkomsten stabiel blijven op 3,1%: € 40,7 miljard wordt vastgesteld, € 1,3 miljard wordt betaald. De Rekenkamer acht dit fenomeen "zeer waarschijnlijk" en "houdt verband met diepgewortelde verwachtingen van latere schuldkwijtschelding of de overtuiging dat latere handhavingsmaatregelen kunnen worden vermeden."
En dat niet alleen. De Belastingdienst belt niet twee keer. In één jaar, in 2024, voerden ze inhoudelijke controles uit – controles die niet uitsluitend gebaseerd waren op papieren documenten – bij 1,4% van de belastingplichtigen met een ondernemers-, zelfstandige of beroepsactiviteit. Van de 9 miljoen belastingplichtigen in deze categorieën kregen iets meer dan 129.000 een "bezoek" van een belastinginspecteur. Dit komt neer op ongeveer één op de 71 belastingplichtigen. In de praktijk zou zonder versnelde controles een rotatie van 71 jaar nodig zijn om iedereen te controleren. Dit cijfer houdt uiteraard geen rekening met andere soorten controles. Dit blijkt uit de berekeningen van de Rekenkamer over de frequentie van inhoudelijke controles in de delen die bij het rapport van de Algemene Begroting zijn gevoegd. "Het is dus volkomen duidelijk", stelt de Rekenkamer, "dat de kans om daadwerkelijk aan een controle te worden onderworpen zeer laag is."
Wat betreft controles en verificaties richt de Rekenkamer zich ook op de controles van de belastingaangiften door de Belastingdienst voor de periode van drie jaar 2019-2021, waarvan de laatste zijn afgerond, uitgesplitst naar type belastingplichtige. In 2021 stuurde de Belastingdienst 2,1 miljoen meldingen van onregelmatigheden in de inkomstenbelasting naar individuele belastingplichtigen, voor een totaalbedrag van ongeveer € 4,5 miljard aan verschuldigde bedragen. De betalingen stopten echter bij € 448 miljoen, 9,98% van het betwiste bedrag. Dit leidde vervolgens tot de registratie van ongeveer € 2,7 miljard: 61,27% van de ontdoken belastingen. De situatie is vergelijkbaar voor vennootschappen onder firma en vennootschappen onder firma. Volgens de aangiften werd vastgesteld dat vennootschappen onder firma vrijwillig 60% van het verschuldigde bedrag hadden betaald. Voor het resterende deel werden 52.000 meldingen van onregelmatigheden ingediend, voor een totaalbedrag van € 53 miljoen aan belastingen. Slechts 8,42% van de betwiste bedragen, oftewel € 4,5 miljoen, werd echter betaald. Dit betekent dat 91,83% van de als onregelmatig aangemerkte bedragen vervolgens werd geregistreerd. Naamloze vennootschappen, die een nalevingspercentage van 93,7% behaalden ten opzichte van hun belastingaangiften over het belastingjaar 2021, ontvingen betwistingen ter waarde van € 2,1 miljard, maar betaalden slechts 9,63% van deze bedragen.
Opvallend zijn ook de onregelmatigheden die in de btw aan het licht kwamen: het agentschap stuurde 1,4 miljoen meldingen van onregelmatigheden, goed voor een bedrag van iets minder dan € 9,6 miljard aan betwiste belastingen. Slechts 17,26% van dit bedrag, circa € 1,7 miljard, werd echter betaald. Dit leidde tot het indienen van belastingaanslagen voor € 5,7 miljard. In de driejarige periode 2019-2021 werd slechts € 5,2 miljard van de € 30 miljard aan betwiste belastingen betaald. "Gemiddeld lijken de belastinginvorderingen die zijn aangevraagd naar aanleiding van meldingen van onregelmatigheden (die niet zijn geannuleerd)", aldus de Rekenkamer, "iets meer dan 16 procent van het totaalbedrag te vormen. Dit vertegenwoordigt dus een zeer beperkt percentage van de totale verschuldigde en onbetaalde bedragen. De oorzaken van dit fenomeen moeten zorgvuldig worden geanalyseerd, aangezien ze zeer waarschijnlijk verband houden met diepgewortelde verwachtingen van latere afschrijvingen of de overtuiging dat latere handhavingsmaatregelen kunnen worden ontweken."
ilsole24ore