Pensioen/Je stopt nooit met werken: het Eurostat-rapport

Belastingbetalers die steeds dichter bij hun pensioen komen, zullen zich moeten neerleggen bij het idee dat, zoals Eurostat meldde (de laatste analyse werd 2 jaar geleden uitgevoerd, in 2013), het waarschijnlijk is dat zelfs als u officieel stopt met werken, u "gedwongen" kunt worden om terug te keren.
Het Bureau voor de Statistiek heeft aangegeven dat één op de acht werknemers besluit om binnen de maanden na pensionering weer aan het werk te gaan . 36,3% van hen zou dat uit persoonlijke keuze doen en om zich nog steeds "productief" te voelen, terwijl 28,6% (nog steeds een hoog percentage) gedwongen zou zijn om zijn of haar financiële middelen aan te vullen.

We weten immers maar al te goed dat de Italiaanse en Europese pensioenstelsels met uitdagingen te kampen hebben die moeten worden opgelost. Ten eerste zou de berekening van ons pensioenstelsel, dat gebaseerd is op een premiestelsel en een discontinue loopbaan, op de lange termijn problemen opleveren.
Zoals we al zeiden, is dit een probleem dat zich in de hele EU voordoet. Op 1 januari 2024 was 21,6% van de Europese burgers ouder dan 65 (en werknemers), terwijl in Italië het cijfer nog hoger ligt: 31,1% is 60 jaar geworden en moet nog steeds zijn of haar carrière beëindigen.
Ondertussen proberen de belastingdiensten degenen te belonen die aan het werk blijven , en deze optie verbetert waarschijnlijk niet de zogenaamde " ouderenafhankelijkheidsratio ", de indicator van " oudere " werknemers die zich gedwongen zien om steeds later te werken en met pensioen te gaan.
Uit onderzoek van Eurostat blijkt dat de groep werkende belastingbetalers (werkend) van 55 tot 64 jaar dicht bij het Europese gemiddelde ligt. Vergeleken met sommige 'gezondere' noordelijke landen ligt dit cijfer echter lager.
Een ander cijfer dat Italië met de landen van de Europese Unie kan vergelijken, is het percentage nieuwe gepensioneerden dat (ongeacht of ze dat willen of niet) blijft werken, zelfs nadat ze van hun eerste pensioen hebben genoten (respectievelijk 9,4% versus 13% in Europa).
Hoewel het percentage iets lager ligt dan in de rest van de EU, is het toch een zorgelijk beeld. Oudere werknemers blijven immers "in hun loopbaan" en als steun voor de nieuwe generaties zou dit zelfs goed zijn. Maar op zichzelf is er dan geen sprake van een echte generatieverandering (wat wel drukt op de huidige bijdragemethode).
İl sussidiario