Waarom worden de meren in de Pyreneeën groen?

"Als we vissen in bergmeren zien, zien we een verstoord ecosysteem", zegt Adeline Loyau, bioloog en onderzoeksingenieur aan het Nationaal Polytechnisch Instituut (INP) in Toulouse.
Vissen werden enkele eeuwen geleden, waarschijnlijk rond de middeleeuwen, door mensen in de bergen geïntroduceerd. Eerst als eiwitbron voor herders, later op grotere schaal als bevoorrading voor hotels en restaurants in kuuroorden. Adeline Loyau en haar man Dirk Schmeller, hoogleraar bergecologie aan het INP, zijn in het bijzonder geïnteresseerd in één van deze vissen: de elrits, een soort van minder dan tien centimeter lang die normaal gesproken in zoetwaterrivieren leeft en als levend aas wordt gebruikt.
Illustratie CC Wikimedia
Wanneer het dier aan de haak ontsnapt of door vissers wordt vrijgelaten, acclimatiseert het zich goed en verslindt het amfibieën en insecten, evenals zoöplankton, "kleine microscopisch kleine kreeftachtigen die als taak hebben algen te eten en het water heel helder en zuiver te houden", legt Adeline Loyau uit. Wanneer een meer groen wordt, "betekent dat dat de algen gewonnen hebben", voegt Dirk Schmeller eraan toe.
De algenbloei wordt echter niet alleen veroorzaakt door de kleine visjes. Onder onderzoekers is er discussie over hoe groot de impact ervan is.
Volgens Didier Galop, onderzoeksdirecteur bij het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek (CNRS) en specialist in de geschiedenis en geografie van het milieu, "is er een cocktail van verstorende factoren" die de vergroening van de meren kan verklaren, zoals de concentratie van kuddes rond deze drinkplaatsen of hogere temperaturen door de opwarming van de aarde.
In de ogen van de wetenschapper, die tevens visser is, is de vergroening een vrij marginaal fenomeen en slechts een van de vele symptomen van de verslechtering van de waterkwaliteit in bergmeren. "Er zijn ook meren die heel blauw zijn, maar geen enkele biodiversiteit hebben", benadrukt hij. Dirk Schmeller en Adeline Loyau geloven daarentegen dat groene meren steeds vaker voorkomen, vooral in kleine wateren. "We hebben zelfs wandelaars die er soms dertig jaar geleden kwamen en ons erop wijzen", verzekert de onderzoeker.
Aan de andere kant van de Pyreneeën werden al in 2011 groene meren waargenomen door Spaanse onderzoekers. In 2014 begonnen zij met programma's om de visstand te elimineren met behulp van netten of elektrische vistechnieken.
In 2018 volgde het Nationaal Park van de Pyreneeën in Frankrijk. Daar werd echter vastgesteld dat er vervolgens "wild" vis was uitgezet. Het park rekent daarom op bewustwording onder vissers om een balans te vinden tussen recreatie en natuurbehoud.
“Vissen vormen ook een deel van de biodiversiteit: als ze er al eeuwen zijn, komt dat omdat ze zich hier gelukkig voelen.”
Sébastien Delmas, voorzitter van een vereniging die visserijfederaties in de Pyreneeën verenigt, erkent dat kleine visjes een probleem vormen en wil de regelgeving, die per departement verschilt, harmoniseren om de visserij met levend aas in de bergen te beperken. Maar hij gelooft dat andere vissoorten, zoals forel, daar perfect tot hun recht komen. "Vissen vormen ook biodiversiteit: als ze er al eeuwen voorkomen, komt dat doordat ze zich er goed voelen", stelt hij.
Volgens hem moet ook rekening worden gehouden met het toerisme om inzicht te krijgen in de slechte gezondheid van de meren. Zwemmen met zonnebrandcrème of muggenspray heeft immers ook invloed op het ecosysteem.
"Op een zomerdag zijn er misschien wel drie of vier vissers rond een meer, maar er zijn wel 300 zwemmers."
SudOuest