Vitale voedselkaart, sociale zekerheid voor uitvaarten... Welke sociale zekerheid voor de 21e eeuw?

De Sociale Zekerheid, die aanstaande zaterdag 4 oktober haar 80-jarig jubileum viert, staat onder ongekende druk. De verdedigers ervan – linkse partijen, vakbonden en verenigingen – concurreren met elkaar om voorstellen te doen om de reikwijdte ervan uit te breiden en tegelijkertijd trouw te blijven aan de doelstellingen van de oprichters.
Het is niet elke dag dat we de verjaardag van een sociale verovering vieren. Deze 4 oktober viert een altijd groene oude dame tachtig jaar van een tumultueuze geschiedenis, getekend door voorbeeldige vooruitgang en pijnlijke tegenslagen, die het gezicht van het land hebben veranderd.
Vandaag, net als gisteren, bevindt de "Sociale Zekerheid" zich in de frontlinie van een ideologische strijd : links, dat haar ziet als een antwoord op de almachtige markt, wil haar tegen alle verwachtingen in beschermen; de meest liberale mensen veroordelen haar om dezelfde redenen. De overgrote meerderheid van de verzekerden is zich bewust van het nut ervan, zonder zich noodzakelijkerwijs te realiseren wat ze eraan verschuldigd zijn: hoeveel mensen weten bijvoorbeeld dat een bevalling zonder haar 2.500 euro zou kosten?
De sociale zekerheid ontstond na de Tweede Wereldoorlog vanuit een ambitie die even prijzenswaardig als kolossaal was (" een einde maken aan de angst voor morgen "). Het is niet zomaar een instituut dat behouden moet worden of iets ouds dat gekoesterd moet worden, het is een politieke horizon die veroverd moet worden, een idee dat verdedigd en voortdurend opnieuw uitgevonden moet worden.
Henri Raynaud, voormalig leider van de CGT, zette in 1947 de toon: "Het gaat erom (werknemers) te beschermen tegen alle risico's, tegen alle gevallen waarin hun salaris of...
L'Humanité