Waarom Japanse vrouwen van sumo houden

Vrouwen mogen de dohyo, de heilige ruimte waar sumowedstrijden plaatsvinden, niet betreden. Toch vormen ze 40% van het publiek. Journaliste Kaori Shoji, zelf een gepassioneerde vrouw, vertelt in het tijdschrift Nikkei Asia over haar fascinatie voor deze eeuwenoude vorm van worstelen.
In Japan vindt het sumoseizoen ongeveer zes keer per jaar plaats, met elk toernooi dat twee weken duurt. Dus negentig dagen per jaar bevind ik me in een staat van "totale overprikkeling", om de woorden van mijn leraar uit groep twee te gebruiken, afhankelijk van de prestaties van mijn favoriete worstelaar. Mijn lichaam mag dan op kantoor of in de keuken zijn, maar mijn ziel zweeft boven de dohyo, de heilige cirkel waar de wedstrijden plaatsvinden.
Dat is maar goed ook, want als vrouw mag ik de dohyo en alles eromheen niet aanraken: de lepels met water, het zout dat de worstelaars op de dohyo gooien om hem te zuiveren en zelfs het doosje waar hun washandjes in zitten, is niet toegestaan.
Eens waagde ik me iets te dicht bij de dohyo na een sumo-evenement in het heiligdom naast mijn huis. De plek was leeg en stil, totdat er plotseling een strenge man verscheen, zwaaiend met zijn armen, en me toeriep dat ik weg moest gaan.
Sumo is al meer dan 1300 jaar een mannenwereld. Er zijn verslagen van wedstrijden die teruggaan tot 712, maar vrouwen moesten tot 1872 wachten om te mogen kijken. Nooit in de geschiedenis heeft een vrouw de dohyo mogen betreden. Iedereen van het vrouwelijk geslacht
Courrier International