Onze literaire selectie

Oorlog, oorlog, oorlog en Kijk hoe we dansen, de eerste twee delen van Leïla Slimani's trilogie Het land van de anderen, namen ons mee door de kolonisatie en de nasleep van de Marokkaanse onafhankelijkheid, samen met twee generaties van de familie Belhaj, geïnspireerd door de werken van de auteur zelf.
Als je de eerste twee delen hebt gelezen, geweldig. Maar als je dat nog niet hebt gedaan, laat je dan niet afschrikken door het nieuwste deel, dat onlangs is verschenen, J'emporterai le feu (Ik draag het vuur). Het beschrijft de reis van de derde generatie, geboren in de jaren 80, via Mia en Inès – de laatste is een soort romantische dubbelganger van Leïla Slimani.
Twee zussen die de tragedie van hun vader moeten trotseren, die door de Marokkaanse autoriteiten onder willekeurige voorwendsels werd gearresteerd en in de gevangenis werd gegooid, waar hij begint weg te kwijnen. Dit weerhoudt de twee zussen er niet van om hun eigen weg te gaan. En hun jeugd als ballingen ten volle te beleven, in Parijs en Londen.
In dit nieuwste deel ontdekken we het schrijftalent van Leïla Slimani en haar kunst om grote geschiedenis te vermengen met persoonlijke en intieme verhalen.
Ik zal het vuur nemen – Leïla Slimani, Gallimard editions, 432 p., €22,90.
Verwar Raphaël Quenard niet met het personage dat hij beschrijft in zijn debuutroman, Clamser à Tataouine. Ook al heeft de acteur (hij speelde onder andere in Yannick et Chien de la casse, een film waarvoor hij de César voor Beste Mannelijke Onthulling ontving) hem duidelijk enkele van zijn karakteristieke eigenschappen meegegeven: een ironisch gevoel voor humor, een buitensporige voorliefde voor absurde situaties, een uitgesproken neiging tot provocatie en een manische liefde voor de Franse taal. Naast zijn geografische wortels: zijn (anti)held werd, net als hijzelf, geboren in de buitenwijken van Grenoble.
Tot het tegendeel bewezen is, is Raphaël Quenard echter geen seriemoordenaar, bedreven in massamoorden op vrouwen. Maar hij weet de nogal gestoorde psychologie van de verteller die hij in zijn roman portretteert perfect te vangen. Een jonge, suïcidale buitenstaander die geen andere manier heeft gevonden om de smaak van het leven terug te vinden dan een paar levens te nemen.
Deze vrolijke sociopaat is ook methodisch: hij is van plan om één voor één verschillende representatieve vrouwelijke figuren uit de hedendaagse maatschappij aan te vallen. Hij heeft het op een aristocraat, een ingenieur, de vrouw van een voetballer, een kassier en een dakloze vrouw gemunt...
Voor elk van deze vrouwen streeft hij ernaar de perfecte misdaad te plegen, waarvan de dader nooit gevonden wordt. Of hij daarin slaagt, zullen we niet onthullen. Spanning is een van de kwaliteiten van dit unieke boek. Evenals het talent voor portretkunst, de inventiviteit en de humor die Raphaël Quenard aan de dag legt in dit opmerkelijke en veelgeprezen debuut.
Clamser in Tataouine – Raphaël Quenard, Flammarion-edities, 192 p., € 22.
Farida Khelfa, geboren op 23 mei 1960 in Lyon, is een Frans-Algerijnse actrice, documentairemaakster en voormalig model. Begin jaren 80 was ze een vaste klant in nachtclub Palace, daarna in de Bains Douches, en tot 1993 werd ze model dankzij modeontwerper Jean-Paul Gaultier, waar ze samenwerkte met Azzedine Alaïa en Jean-Paul Goude. Dit is wat we kunnen lezen op de Wikipedia-pagina van de – nog steeds – aantrekkelijke zestigjarige. We lezen ook dat ze niet alleen de inspiratiebron is geweest van de grootste modeontwerpers, maar dat ze ook regisseur en actrice is geweest, en nog steeds is.
Niets, en zeker niet haar jeugd, had haar voorbestemd voor dit succes. Dat vertelt ze in haar autobiografische verslag, Une Enfance française. Verre van de slachtofferrol die sommigen in haar zouden hebben aangenomen, blikt ze terug op haar jeugd in een verlaten leerlooierij, waar het 's winters ijskoud en 's zomers benauwd was, in Oullins, begin jaren zestig.
Zijn vader, een Algerijnse immigrant en nachtwaker op het station van Perrache, was analfabeet en alcoholist, en dronk wel twaalf flessen wijn per dag. Deze vreselijke verslaving ging gepaard met geweld en seksueel misbruik van zijn vrouw, maar ook van zijn broers en zussen. Zijn moeder trok zich terug in haar rol als martelares.
Farida's scherpe intelligentie en onverschrokken onafhankelijke geest brachten haar er op haar zestiende toe om zich bij haar oudere zus te voegen in hartje Parijs, ver weg van deze giftige sfeer. Hier begon het allemaal: het gezelschap van de grootste modeontwerpers (Louboutin, Gaultier, Alaïa, Lacroix, Goude...), de modeshows als model, de nachten vol feesten, de champagne, in de Bains Douches, in het paleis.
Maar deze verleidelijke jaren 80-setting heeft duidelijk een keerzijde. Ze probeert heroïne en ontwikkelt er een smaak voor: het laat haar remmingen los. Haar ongelooflijke karaktersterkte en creativiteit zullen haar helpen deze verslaving te overwinnen...
Nu, een tevreden moeder van twee, voelde ze de behoefte en de kracht om haar chaotische reis te herbeleven. Haar verhaal, dat niet per se de chronologie volgt van de vele gebeurtenissen die haar leven hebben getekend, is zowel boeiend als ontroerend.
Een Franse jeugd – Farida Khelfa, edities van Albin Michel, 256 p., € 19,90.
Lyon Capitale