De auto-industrie dringt er bij Brussel op aan om het verbod op voertuigen met verbrandingsmotor in 2035 te herzien.

"Het is in de huidige wereld niet langer haalbaar om de strenge CO2-doelstellingen voor auto's en bestelwagens in 2030 en 2035 te halen", aldus de voorzitters van Europese autofabrikanten en -leveranciers, respectievelijk gegroepeerd onder ACEA en CLEPA, die woensdag een brief stuurden aan de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, waarin ze stellen dat "de EU het risico loopt de weg kwijt te raken in haar automobieltransitie" als de deadlines voor het voltooien van de elektrische transitie niet worden verlengd en er geen extra steun wordt goedgekeurd om de vraag te stimuleren.
De Europese auto-industrie heeft Europa opnieuw opgeroepen om erop te wijzen dat de transformatie van de sector naar elektrificatie "niet levensvatbaar" is en om het beleid aan te passen "aan de huidige markt-, geopolitieke en economische realiteit", maar zonder de hele sector in gevaar te brengen.
Lees ook De EU sluit een formele overeenkomst met de VS voor een algemeen invoerrecht van 15%. Europa Press
"Europa's transformatieplan voor de auto-industrie moet verder gaan dan idealisme en de huidige industriële en geopolitieke realiteit erkennen. Het halen van de rigide CO2-doelstellingen voor auto's en bestelwagens in 2030 en 2035 is in de huidige wereld niet langer haalbaar", aldus Ola Källenius en Matthias Zink, respectievelijk de voorzitters van de Europese Autofabrikanten (ACEA) en Toeleveranciers (CLEPA).
Källenius en Zink benadrukten dat Europa "niet de noodzakelijke voorwaarden biedt om de transitie mogelijk te maken" en riepen op tot "veel ambitieuzer, coherenter en op de lange termijn gerichte" prikkels aan de vraagzijde, waaronder lagere energiekosten voor het opladen, subsidies voor aankopen en belastingverlagingen.
Ook de directies van Mercedes-Benz en Schaeffler pleiten voor een herziening van de CO2-reductieplanning voor wegtransport om de industriële concurrentiekracht, de sociale cohesie en de strategische veerkracht te waarborgen.
"Succesvolle decarbonisatie vereist dat we verder kijken dan de doelstellingen voor nieuwe voertuigen. We moeten de uitstoot van bestaande wagenparken aanpakken (bijvoorbeeld door de vlootvernieuwing te versnellen), belasting- en aankoopprikkels uitbreiden (inclusief die voor bedrijfswagens en bestelwagens) en specifieke maatregelen invoeren voor vrachtwagens en bussen om de totale eigendomskosten te nivelleren", analyseren ze.
Vertegenwoordigers van ACEA en CLEPA wezen er tevens op dat Azië een belangrijke rol speelt in de batterijwaardeketen en dat de Amerikaanse tarieven een zware last vormen voor de sector, wat een belangrijke markt is voor de balansen van de merken.
"We willen dat deze transitie slaagt, maar we zijn gefrustreerd door het gebrek aan een holistisch en pragmatisch politiek plan voor de transformatie van de auto-industrie. We worden gedwongen te transformeren met onze handen op de rug gebonden", klaagden ze.
In de brief aan de voorzitter van de Europese Commissie werd ook gewezen op het lage marktaandeel van elektrische modellen bij personenauto's (15%), bestelwagens (9%) en vrachtwagens (3,5%) in Europa.
Volgens Källenius en Zink moet Europa zich richten op "veel ambitieuzere, op de lange termijn gerichte en consistente vraagstimulansen" en moet het processen versnellen met een "eenvoudigere en flexibelere" bureaucratie die ervoor zorgt dat klanten niet aarzelen om "over te stappen op alternatieve aandrijfsystemen".
Tot slot richtten woordvoerders van de industrie hun aandacht op de bijeenkomst die gepland stond voor 12 september, waar de toekomst van de Europese automobielsector zal worden besproken. "Dit is de laatste kans voor de EU om haar beleid aan te passen aan de huidige geopolitieke, economische en marktrealiteit, anders riskeren ze een van haar meest succesvolle en wereldwijd concurrerende industrieën in gevaar te brengen", concludeerden ze in hun brief.
lavanguardia