Oogstresultaten: de boeren verdienen dank – maar de rest van de bevolking ook

Ja, ze bestaan nog steeds, de kleine succesverhalen uit de landbouw. De graanopbrengsten stijgen dit jaar, fruittelers genieten van een overvloedige oogst en ook de herfstgewassen zoals suikerbieten en kool zien er goed uit. Na een veel te droge lente en een regenachtige zomer is dit meer dan iedereen had verwacht. Op sommige boerderijen hoor je tegenwoordig een zucht van verlichting.
Maar de uitdagingen blijven enorm. De landbouw lijdt onder de gevolgen van klimaatverandering, die deels wordt veroorzaakt door intensieve veehouderij en intensieve bemesting. Daarbij komt nog de overmatige afhankelijkheid van schommelende wereldmarktprijzen en wisselende politieke meerderheden. Gezien al deze factoren, waar individuele boeren vrijwel geen controle over hebben, zijn gevoelens van machteloosheid en zelfs woede tot op zekere hoogte begrijpelijk.
De aanhoudende klacht van de boeren dat zij en hun werk niet gewaardeerd worden door de maatschappij, is echter ongegrond. Het is waar dat de staat en haar belastingbetalers al veel voor de boeren doen. Alleen al uit de Brusselse landbouwbegroting vloeit jaarlijks zo'n 6 miljard euro aan subsidies naar Duitse boeren. De federale overheid voegt daar nog eens ruim 2 miljard euro aan financiële steun en uitkeringen aan toe. Sinds het einde van de steenkoolwinning is geen enkele andere industrie in deze mate blijvend gesubsidieerd.
Het geld is ongetwijfeld goed besteed, want recente crises hebben aangetoond hoe belangrijk het is om de bevolking van binnenlands voedsel te voorzien. En ja, boeren verdienen daarvoor erkenning en respect. Maar het omgekeerde geldt ook. Duitsers en hun boeren delen een gemeenschappelijk lot. Met alle controversiële kwesties wordt dit soms vergeten. Maar dat zou niet moeten.
rnd




